De brute strijd om het Afrikahuis

Datum: 19 maart 2025 / Auteur(s): Renata Veel

De Hoeksteen
De Sint Willibrorduskerk binnen de Veste, het huidige Afrikahuis, verving de neogotische Sint Willibrordus buiten de Veste die in 1970 gesloopt werd. De Sint Willibrordus buiten de Veste moest weg omdat het te groot en lelijk werd gevonden. Bovendien moest het allemaal kleinschaliger en met een meer maatschappelijke functie. Het Afrikahuis symboliseert daarmee ook een tijdgeest. De architect, Joop van Stigt (1934-2011), had de opdracht een pand te ontwerpen dat de gemeenschap moest dienen. Hij wilde een multifunctioneel gebouw creëren: het moest een ontmoetingsplek midden in de wijk worden. Er werd onder andere ook een wijkcentrum in gevestigd. De kerk werd wel ‘De Hoeksteen’ genoemd. De locatie onderstreepte die functie.

Brokkelend beton
23 mei 1969 schreef De Telegraaf over de buurt waarin de kerk in 1968 haar deuren opende: ‘‘Met een hoge gemiddelde leeftijd der bevolking, een ongewone bebouwingsdichtheid, een zelfmoord-statistiek waarover men liever maar fluisterend spreekt (…). Daar dan staat ’n nieuwe katholieke kerk.’’
Inmiddels is de buurt er in vele opzichten flink op vooruit gegaan maar de verwaarloosde en weinig geliefde betonnen kolos lijkt haast symbool te staan voor de tijd waarin die is gebouwd. Zo nu en dan worden er reparaties uitgevoerd om te voorkomen dat het beton verder afbrokkelt en op de hoofden van voorbijgangers terecht komt. Gebroken ruiten worden provisorisch dichtgeplakt en een kapotte waterleiding afgelopen zomer leidde bij tijd en wijle tot een pierenbadje op straat waar menigeen met verbazing doorheen zwemfietste. Graffiti ontsiert of siert, het is maar hoe je het bekijkt, steeds meer het gebouw. Er is sinds 2008 geen onderhoud aan het pand gepleegd dat gedeeltelijk antikraak wordt bewoond en gebruikt. Buurtbewoners die het pand alleen van de buitenkant kennen, zijn er eenduidig over: belachelijk dat zo’n lelijk en groot pand al zo lang grotendeels ongebruikt in De Pijp staat terwijl de woningnood nijpend is. ‘Tegen de vlakte’, hoor je niet zelden mensen zeggen. ‘Kraken’, klinkt het vanuit actiegroepen. Maar hoe kun je iets kraken dat grotendeels antikraak bewoond en gebruikt wordt?

Indrukwekkend interieur
Op Open Monumentendag 2023 nam ik samen met andere nieuwsgierige buurtbewoners een kijkje binnenin het pand. Niemand uitgezonderd verlieten we de kerk lyrisch gestemd vanwege de hoge en grote achthoekige kerkzaal met reusachtige schuifwanden die de ruimte kunnen opdelen in intiemere ruimtes. Hout voert er de boventoon. Wanden, vloeren en plafonds ademen daardoor een warme sfeer. Trappetjes zorgen voor een speels niveauverschil en dan is er nog een grote buitenplaats die in de luwte ligt en waar het een ware lust moet zijn om te tuinieren of gezamenlijk te eten. Maar er is zoveel meer wat wij niet te zien krijgen. Onder andere de woonruimtes voor de conciërge en ander personeel aan de Henrick de Keyserstraat en de pastoriewoning aan de Van Ostadestraat. De bezoekers die delen van het interieur konden bekijken zagen bovenal de potentie. Talloze ideeën voor gebruik werden geopperd.

Erfgoedvereniging Heemschut
De neogotische Wilibrordus buiten de Veste is afgebroken in een tijd dat men er de waarde niet van inzag. Datzelfde lot dreigt nu voor het Afrikahuis. Erfgoedvereniging Heemschut lobbyt voor behoud van het Afrikahuis. Met een handhavingsverzoek gericht aan het stadsdeel hoopt ze renovatie af te dwingen en zo ook een basis te leggen voor nieuw gebruik. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde en kan een grote culturele en maatschappelijke rol vervullen.
Heemschut behoedt onze stad voor de bouwzucht van speculanten. Drie jaar geleden heeft De Pijp dankzij de inspanningen van Heemschut de status van Beschermd Stadsgezicht gekregen. Met deze status wordt voorkomen dat historische panden gesloopt worden. Ook stimuleert Heemschut behoud of herstel van historische winkelpuien aan bijvoorbeeld de Van Woustraat en op de Ceintuurbaan.

Gebed zonder end
Je kunt een kamer behangen met de eindeloze hoeveelheid A4’tjes juridische strijd tussen bisdom en gemeente over het Afrikahuis. Het bisdom doet wat veel vastgoed speculanten doen: een monumentaal pand zodanig laten vervallen dat sloop de enige optie is. Het vertragen van procedures, het niet voldoen aan de onderhoudsplicht, weigeren boetes te betalen; het zijn klassieke trucs om groot geld op te strijken.
Gaan bisdom en gemeente eindelijk tot een vergelijk komen zodat Buro van Stigt, gespecialiseerd in renovatie, herstel en duurzaamheid, het pand zowel voor bewoning als voor een culturele, maatschappelijke rol in De Pijp nieuw leven in kan blazen? Het zou mooi zijn als de zoon van de architect kan herstellen wat zijn vader in gedachten had.

Dank aan Norman Vervat van Erfgoedvereniging Heemschut.
Meer informatie: heemschut.nl

Afrikahuis, hoek Van Ostadestraat en Henrick de Keijserstraat - Foto: Gert Meijerink

Buur Joke vertelt

Datum: 20 februari 2025 / Editie: Februari 2025 / Auteur(s): Renata Veel

Hoe ben ik in De Pijp beland? Over mijn leven in De Pijp. Wat zou voor mij reden zijn om De Pijp te verlaten?

Risicovol koophuis
‘‘Ik ben in 1947 geboren aan de Marco Polostraat en op mijn eenentwintigste verliet ik het ouderlijk huis om te trouwen. Je ging destijds niet eerst op jezelf wonen. Mijn man is vlak na zijn geboorte van Haarlem naar Amsterdam verhuisd en in de Gerard Doustraat opgegroeid. André Hazes was zijn buurjongetje. Na wat omzwervingen in te krappe (zolder) kamertjes zijn we in 1970 in De Pijp beland. Via een huurkoopovereenkomst konden we een etage in de Rustenburgerstraat betrekken. Dat gebeurde wel vaker in die tijd. De eigenaar was een oude man en het werd ons om die reden afgeraden. Kwam de eigenaar te overlijden, dan konden de erfgenamen het huis alsnog confisqueren. Het was een riskante onderneming. We hebben het toch gedaan en het is gelukkig goed gegaan.’’

Uniform
‘‘Op mijn zestiende solliciteerde ik bij de politie. Ze vonden mij te klein om bij de geüniformeerde politie te mogen. Ik zou niet voldoende overwicht hebben op straat, dus werd het administratief werk. Na mijn huwelijk wilde ik er halve dagen blijven werken maar daar hadden ze nog nooit van gehoord. Bij de AMRO, nu ABN AMRO, kon ik wel aan de slag. Ik werkte vijf ochtenden in de week in de postkamer, van half zeven tot half negen. Daarna sprong ik op de fiets om de kinderen naar school te brengen.’’

Makkelijk contact
‘‘Het is niet meer ons kent ons in De Pijp. Het melkboertje en het sigarenwinkeltje in de straat zijn verdwenen. Toch vind ik het nog altijd gezellig. Er wonen nu vooral jonge mensen om ons heen. Veel expats. Ik ben altijd benieuwd naar waar mensen vandaan komen en maak makkelijk een praatje. Ik spreek vijf talen. Een hond helpt ook bij het maken van contact. We hebben altijd honden en katten gehad. Ik zou De Pijp alleen inruilen voor een woning op de begane grond met een tuintje in Haarlem of Voorschoten, waar dochters van ons wonen.’’

Auteur: Renata Veel
Fotobijschrift: Buur Joke met hond – foto: Paul Paree

‘’Ik blijf huisarts tot ik erbij neerval’’

Datum: 20 februari 2025 / Editie: Februari 2025 / Auteur(s): Renata Veel

In deze rubriek portretteren we markante Pijpbewoners en ondernemers. Buurtgenoten met boeiende levens, mooie verhalen en memorabele anekdotes.
Deze aflevering: Huib Franssen

Huib Franssen heeft inmiddels de pensioenleeftijd overschreden maar denkt niet aan stoppen met zijn werk in De Pijp. Hij houdt drie dagen in de week praktijk als huisarts, is verbonden aan Hospice Veerhuis, bezoekt regelmatig bewoners in Het Amstelhuis en ga zo maar door. Zijn bewonderenswaardige bevlogenheid verdient aandacht.

Muzikale familie
Zijn wieg staat in Eindhoven waar hij in 1955 ter wereld kwam. Het gezin telde veertien kinderen; tien meisjes en vier jongens. Vader Franssen kwam uit Venlo en was huisarts. In het prille begin van diens carrière overleefde een vrouw de bevalling niet. Dat heeft hem zo aangegrepen dat hij besloot als bedrijfsarts verder te gaan. Huib’s moeder is geboren in Amsterdam. Zij was zangeres van beroep. Het was bij de familie Franssen een vrolijke, muzikale boel. Ieder kind moest ten minste één instrument bespelen en kreeg zangles van moeder. Als familiekoortje hebben ze onder de artiestennaam De Hollandse Franssen een grammofoonplaat uitgebracht. Maar liefst acht van de veertien kinderen zijn naar het conservatorium gegaan.

Slechte student
Studeren was niet zijn sterkste kant en na een moeizame start en wat omzwervingen vertrok hij op zijn tweeëndertigste dan eindelijk met zijn bul op zak naar Amsterdam om als arts op de Eerste Hulp in het OLVG te gaan werken. Zijn baan daarna als waarnemend arts verdiende weliswaar goed maar Huib miste de relatie die je met mensen opbouwt. En dus keerde hij terug naar de schoolbanken voor de specialisatie Huisarts Geneeskunde. In 2001 nam hij samen met Ernst Wijsmuller de huisartsenpraktijk van Han Lok aan het Sarphatipark over, die in dat jaar overleed. Tegenwoordig zit hun praktijk in de Kuipersstraat.

Oprechte aandacht
Huib zet zich met veel liefde in voor Hospice Veerhuis. Dit kleine hospice in de Vincent van Goghstraat is een thuis waar mensen kunnen sterven als de verwachting is dat dat binnen drie maanden gaat gebeuren. Het werk heeft een speciale plek bij hem. Hij ontfermt zich over patiënten die niet door hun eigen huisarts kunnen worden bijgestaan omdat ze bijvoorbeeld uit Noord komen.

Huib: ‘‘De verzorging is er optimaal en het eten van zo’n goede kwaliteit dat het nog wel eens gebeurt dat mensen opknappen en weer naar huis kunnen. Uiteindelijk is het natuurlijk niet zo dat ze genezen maar mensen leven soms wel langer dan verwacht.’’

Belangrijke praatjes
Huib laat elke twee weken zijn gezicht in Het AMSTELhuis zien. ‘‘Samen met de fantastische en in theorie eveneens gepensioneerde Helga Spel houd ik de bewoners in de gaten. ‘Hoe is het met mevrouw?’ ‘Hoe gaat het met de meneer die zijn vrouw onlangs heeft verloren?’ Het Amstelhuis is net een dorp.’’ Huib en Helga maken zich sterk om mensen bij het sociale leven binnen en buiten Het AMSTELhuis te betrekken.

Eens in het jaar geeft hij in Het AMSTELhuis een lezing over het levenseinde. Bewoners schuiven met de hele familie aan om daarover geïnformeerd te worden en ook bewoners uit de buurt zijn van harte welkom. Samen met Cordaan en een humanistisch geestelijk verzorger volgt hij alle ongeneeslijk zieke patiënten in De Pijp. Ze komen om de maand bij elkaar: ‘‘Zo kom je op een andere manier met elkaar in gesprek over patiënten. ‘Ziet hij of zij het nog zitten?’ Dat is anders dan alleen uitwisseling via een dossier.’’

Niet te stoppen
Afgelopen najaar was Huib van de partij bij een bijeenkomst met Femke Halsema in de Oranjekerk. Halsema wilde weten waar ouderen in De Pijp behoefte aan hebben. Ouderen zien overal openbare fitnessapparaten maar die apparaten zijn niet op ouderen afgestemd, aldus Huib. Senioren gaven China als voorbeeld waar dat wel goed geregeld is.

Hij denkt niet aan stoppen. ‘‘Ik stop pas als ik erbij neerval’’, lacht hij. ‘‘Ik vind het te zinvol. Ik heb nog tijd genoeg. Ik lees graag boeken met een filosofische inslag. Dat helpt mij in mijn werk. En ik volg een meubelmakerscursus.’’ Hij is dus nog lang niet uitgeleerd.

Auteur: Renata Veel

Fotobijschrift: Huib Franssen thuis – Foto: Gert Meijerink

 

OP STAP MET RENATA

Datum: 20 februari 2025 / Editie: Februari 2025 / Auteur(s): Renata Veel

Singles in Amsterdam zijn datingapp-moe, lees ik op het internet. Er blijken talloze nieuwe initiatieven te ontstaan om offline aan een partner te komen. Nieuwsgierig ga ik googelen en stuit op sites met afbeeldingen van blije, jonge mensen in cafés met een alcoholisch drankje in hun hand.

Ik zie mij al aankomen met mijn grijze haren en wandelstok op een offline dating happening met alleen maar jongeren, allemaal strak in het vel en met veel zichtbaar bloot. Een jonge jongen van de bediening koerst joviaal op mijn tafel af en vraagt ‘‘Lekker glaasje bubbels, mevrouw?’’ en ik antwoord: ‘‘Doet u mij maar een spaatje rood.’’ De ober roept luidkeels naar zijn collega’s achter de bar: ‘‘Code rood voor oma op tafel 100!’’ Een paar meisjes draaien zich om en kijken mij vertederd aan. ‘‘Komt u uw kleinkind in de gaten houden?’’

‘‘Nee, ik kom offline daten.’’ De meisjes gniffelen: ‘‘Nou, succes ermee!’’ klopt een mij bemoedigend op mijn arm. ‘‘Maar er is echt niets aan bij al die oude mannen,’’ fluister ik, hopend op wat empathie, ‘‘ze zijn zo …oud!’’ Een oprisping na een slokje spa kan ik niet onderdrukken.

Ik sla de rest in één teug achterover en bezoek het toilet. Ik kan de boel niet goed meer ophouden. Als ik de tent verlaat steek ik strijdlustig mijn azuurblauwe wandelstok in de lucht en roep ‘‘Wacht maar totdat jullie zo oud zijn als ik! Dan zul je wel anders piepen!’’ en wankel de buitenwereld in. “Die omoe was vast al hartstikke lazarus toen ze binnenkwam,” gonst het rond in het café.

Een paar weken later gloort er hoop: ‘Forever young en met de voetjes van de vloer op vijf dansfeesten voor ouderen’, kopt Het Parool. Dansen wordt het niet meer voor mij. Maar forever young blijf ik, in De Pijp! Ik ga op zoek naar een leuk, Pijps café waar ik als eeuwig jeugdig muurbloempje kan wegdromen met een forever jonge vent.

Auteur: Renata Veel