De Pijp heeft een eigen filmfestival!

Datum: 19 maart 2025 / Auteur(s): Rob Godfried Simon Bunt Stefanie Jansen 

In het midden van deze krant zit het volledige programma van Filmfestival De Pijp.
We spreken met de organisatie van dit unieke buurtfilmfestival. 

Ongeveer een jaar geleden vond in Rialto de première van de film ‘De Pijp uit’ plaats over de gentrificatie van De Pijp. De zaal zat vol met betrokken buurtbewoners en na afloop heerste er een heel fijn soort saamhorigheid. Het publiek was heel divers: bewoners, ondernemers, filmliefhebbers en ook een paar politici. Er werd uitvoerig nagepraat. Over de film, over de ontwikkelingen in buurt, maar ook over hoe leuk het is om samen film te kijken.

In dezelfde periode werd over buurtbewoner Musa van Maaren de documentaire ‘Ik zeg je eerlijk’ gemaakt die in première ging op de IDFA van 2024. De film gaat over de workshops die hij geeft op scholen over seksuele geaardheid. Musa, die vroeger Peter heette, is bekeerd tot de Islam. Hij maakt er geen geheim van homoseksueel te zijn en praat daar graag en makkelijk over met zijn leerlingen, die veelal ook een moslim achtergrond hebben.

Stefanie Jansen, coördinator van Netwerk De Pijp: “Tijdens een Netwerk De Pijp vergadering ontstond naar aanleiding van de film over Musa het idee een eigen ‘IDFA’ in De Pijp te organiseren met films over of door De Pijp en haar bewoners.”

Inmiddels is er veel gebeurd. Er is een datum, er zijn locaties, er is een programma. Wekelijks komt een groep van acht enthousiaste Pijp-bewoners bij elkaar om de vorderingen te bespreken.
“We hebben wel eerder filmavonden georganiseerd”, zegt Jansen. “Maar een heel festival, dat is iets anders; dat doe je niet op een namiddag. Dus hebben we een oproep gedaan om bewoners te vinden die dat wilden organiseren. Ik had niet verwacht dat daar zó snel zulke
leuke reacties van zulke professionele mensen op zouden komen. Ervaren filmmakers en festivalorganisatoren, allemaal uit De Pijp! De vergaderingen met deze groep zijn altijd enorm productief en gezellig.”

Betrokken buurtbewoners
Veel mensen zijn heel erg betrokken bij de buurt. Dat merkte Simon Bunt ook tijdens het maken van ‘De Pijp uit’. “Ontroerend om te zien wat het sluiten van een fourniturenzaakje (‘Jan de Grote Klein Vakman’ op de Albert Cuypstraat) aan emoties losmaakt!”

“De Pijp is een soort nest van creatief talent. Het is zo leuk om dat samen te brengen”, zegt Marga Bernard. Het blijft niet alleen bij film, er zullen ook optredens plaatsvinden. Zo heeft Susan Koenen onder meer een fantastische film gemaakt over de 15-jarige Emma Wijdeveld uit De Pijp die dol is op Ramses Shaffy. “Dit is de openingsfilm op vrijdagavond 28 februari in de Oranjekerk. Na afloop zal Emma daar met haar eigen band optreden!”

Miep van Dam organiseert regelmatig in De Volkskamer in de Van Ostadestraat documentaire vertoningen voor Stadsdorp De Pijp: “Met zijn achten hadden we al meteen een hele lijst van films die we graag wilden vertonen. ‘Zij gelooft in mij` van Pijp-bewoner John Appel over oud Pijp-bewoner André Hazes was natuurlijk een inkoppertje. De Volkskamer doet trouwens ook mee als locatie voor het festival!”

“Maar ook films die gemaakt zijn in de jaren ‘70 en ‘80 over kraken en woningnood zijn prachtig. En nog steeds actueel eigenlijk”, vindt Bernard. “En van de ene film kom je bij de ander die ook de moeite waard is. We hebben echt een heel bijzonder programma.”

“De reactie van de filmmakers die we benaderen, is meteen heel positief,” vult Harry Kappelhof aan. “Je hoeft alleen maar te zeggen: We gaan een filmfestival organiseren en iedereen zegt meteen wat een goed plan ze dat vinden. Dit filmfestival moest er gewoon komen.”
Het criterium was films over De Pijp of films gemaakt door bewoners uit De Pijp. Bunt: “Die bron blijkt zowat onuitputtelijk, zoveel wordt er in de Pijp gemaakt, dus dat filmfestival gaat een blijvertje worden. Utrecht en Rotterdam: eat your heart out!”

Locaties
“Heel verrassend is dat we het Taalhuis, dat net geopend is aan de Gerard Doustraat 220, gevonden hebben als hoofdlocatie”, zegt Claartje Kortbeek, die het zakelijke aspect van de organisatie voor haar rekening neemt. “We dachten in eerste instantie aan de bekende plekken als CC Amstel en Cinetol, maar die zitten natuurlijk al lang van tevoren met hun eigen planning. Myrte Jansen, oprichtster van het Taalhuis, was meteen enthousiast. Het pand is heel geschikt. Het heeft hele mooie, grote en hoge lokalen, die we met behulp van Beamsystems omtoveren in een bioscoop. Een beetje reclame mag wel, toch? Dan gaan ze ons misschien wel sponsoren, haha.”

Bunt: “Ook leuk: de vorige huurder van dat prachtige pand was architect Herman Hertzberger. En er is afgelopen jaar een geweldige film over hem gemaakt. Zo leuk om die daar, juist op die plek te vertonen. Hopelijk komt Herman zelf ook naar het festival. Hij krijgt sowieso een VIP-pasje!”

“We hebben ondersteuning toegezegd gekregen van verschillende instanties. De gemeente Amsterdam ondersteunt het festival met verschillende subsidies. Het meeste is vrijwilligerswerk, maar je hebt toch ook behoorlijk wat geld nodig”, zegt Kortbeek. “We zitten nog met een gat in de begroting, maar dat komt vast ook goed!”

“En zeg je film in De Pijp, dan zeg je natuurlijk
Rialto”, stelt Rietje de Jong. “Ik werk daar als vrijwilliger, dus we hebben korte lijntjes. Super dat we daar terecht kunnen op zaterdagmiddag! ”

Festivalsfeertje
“We willen echt een festivalsfeertje creëren”, zegt Bernard. “Het is verspreid over verschillende locaties. En we hebben bij bijna alle voorstellingen de maker of de hoofdpersoon bereid gevonden om aanwezig te zijn. Dat maakt het ook bijzonder, een beetje zoals het IDFA vroeger was.”

Bunt: “We houden allemaal veel van dit gekke buurtje en zijn er ook heel erg bij betrokken. Soms heb je het gevoel dat diezelfde buurt van je afgenomen wordt door al die toeristen en internationals. Dan is zo’n festival goed om te beseffen in wat voor bijzondere buurt je toch woont!

“Niet dat we iets tegen internationals hebben,” stelt Jansen. “We hebben zelfs speciaal voor hen een programma met Engels ondertitelde films.”

Kortbeek, tot slot: “Juist dat er zoveel verandert om ons heen, zorgt voor een sterke verbondenheid tussen de buurtbewoners. Dat moeten we koesteren en we mogen er best trots op zijn.”

De Pijp Krant Februari Katern Filmfestival 2025

De organisatoren van het festival vieren hun werk. - Foto: Simon Bunt

De Pijp: drukker, duurder, wereldser

Datum: 19 februari 2019 / Editie: Februari 2019 / Auteur(s): Julia Strijland (foto: Henk Pouw) Pepijn Fraai Rob Godfried

De Pijp verandert. Tussen 2014 en nu zijn er maar een paar honderd mensen méér in de wijk komen wonen en toch is het veel drukker.
De Pijp is duurder dan ooit en de voorraad sociale huurwoningen loopt terug. Om hier te kunnen (komen) wonen moet een vermogen worden neergeteld, of vraagt een inkomen dat voor de meesten niet is weggelegd. En oude vertrouwde winkels en ambachten verdwijnen. Ateliers worden vervangen door appartementen. Hoe komt dat allemaal? Is het de schuld van expats, Airbnb, beleid?

Veel oude Pijpbewoners ervaren de verandering van de bevolkingssamenstelling als een achteruitgang. Expats, rijke kopers en Airbnb zouden een vertrouwde sociale omgang in de weg staan. Er zou minder saamhorigheid zijn, geen buurtbinding en geen gevoel van verantwoordelijkheid. Maar klopt dat wel?
Zijn al die nieuwe bewoners en ontwikkelingen echt de oorzaak van het ervaren probleem of zijn ze het gevolg van veel grotere, wereldwijde ontwikkelingen en politiek beleid? En is de culturele en nationale diversiteit in De Pijp niet ook een verrijking?
De Pijp Krant ging op onderzoek uit.

Expats in De Pijp
Er komen steeds meer buitenlanders in De Pijp, niet alleen toeristen, maar ook expats. Overal zijn eettentjes met lekkernijen uit verre landen. Op straat hoor je talen uit alle windstreken en er zijn speciale expat-avonden en evenementen gericht op niet-Amsterdammers. Zo programmeert Rialto, het filmhuis op de Ceintuurbaan, arthouse films met Engelse ondertiteling tijdens ‘Expat Monday’. Loic, vrijwilliger bij Rialto, kwam in 2014 vanuit Parijs hier wonen. Hij wilde Nederlands leren en op plekken komen waar hij ook de ‘gewone’ Amsterdammer zou ontmoeten. En omdat hij zich meer aangetrokken voelde tot een NGO dan het bankwezen, verruilde hij zijn werkgever ABN AMRO voor ontwikkelingsorganisatie Cordaid. Hij houdt ervan om mensen uit andere culturen te ontmoeten, is wereldburger en houdt van de sfeer in Amsterdam. Hij heeft de Pijp wel zien veranderen in de afgelopen vier jaar. De kleine lokale winkeltjes maken meer en meer plaats voor hippe tenten, zoals De Scandinavian Embassy aan het Sarphatipark, met een Zweedse eigenaar.

Double cream
In de Ferdinand Bolstraat opende Kelly’s Expat Shopping recentelijk haar deuren. “Allemaal producten uit onder andere Amerika, Australië en Engeland, die je niet zo in de supermarkt kunt kopen”, zegt Florence, de nieuwe eigenaar. Zij huurt het pand voor een behoorlijke prijs, maar zit dan ook op een toplocatie, dichtbij halte De Pijp van de Noord/Zuidlijn. De meeste klanten zijn toeristen en expats, maar ook de Nederlandse Rienke gaat weg met een goedgevulde tas. Zij vindt het een verrijking van de stad dat meer buitenlanders zich in Amsterdam vestigen. “De diverse culturele activiteiten en bijeenkomsten die de stad rijk is, leiden tot verbinding met mensen uit andere culturen.”

Hugh werkt sinds twee weken bij Kelly’s en is zelf kind van expats. Zijn vader werkte voor Unilever en zo kwam hij als jongetje van Engelse ouders uiteindelijk in Amsterdam te wonen. “Het blijft altijd een beetje voelen alsof je tussen wal en schip valt”, antwoordt hij in vloeiend Nederlands op de vraag of hij zich Amsterdammer voelt.
“Amsterdam is in Nederland de stad met gemiddeld de meeste expats”, vertelt Florence, die marktonderzoek deed voordat zij de winkel in de Ferdinand Bol opende. Het winkelaanbod varieert van mince pies tot Christmas crackers en de winkel ligt nu vol met allemaal typische paasproducten. “Wil je een Amerikaans recept maken en heb je ‘double cream’ nodig, dan ben je hier aan het juiste adres.”

Voordat Rienke de winkel verlaat zegt ze: “Bij Universal, waar ik werk, heb ik expat-collega’s die geen betaalbare woning vinden en moeten uitwijken naar plekken buiten de stad. De vrije sector is voor sommige expats ook te duur. Net als de oorspronkelijke Pijpbewoners worstelen nieuwkomers ook met te hoge woonlasten.” Loic beaamt dat, al is Amsterdam wat betreft huizenprijzen nog steeds 40 procent goedkoper dan Parijs.

Airbnb in De Pijp
Met het oog op een levendige, plezierige Pijp is het hoe dan ook een goed idee om open te staan voor nieuwkomers en te luisteren naar hun verhalen. Wij waren benieuwd naar het verhaal van een Airbnb-verhuurder, maar vonden niemand die met ons wilde praten, helaas. Veelzeggend is het wel. Je zult maar aangekeken worden als iemand die de woningnood uitbuit en sociale huurwoningen aan de woningvoorraad onttrekt.

Wanneer het gaat over Airbnb is het belangrijk een onderscheid te maken tussen vakantieverhuur van hele woningen en Bed and Breakfasts (B&B’s). B&B’s betreffen een kamer in een appartement, soms met gebruik van keuken. Daar zijn de bewoners feitelijk aanwezig en wordt er dus geen woning aan het woningbestand onttrokken. Uit cijfers van de Gemeente Amsterdam blijkt dat dit maar 8 procent van de aangeboden woningen in De Pijp betreft. Via Airbnb werden in De Pijp in 2018 in totaal 1.769 woningen aangeboden. Airbnb verstrekt geen gegevens over de feitelijke verhuur. Het is daardoor onduidelijk of de regel wordt gehandhaafd dat er niet meer dan 60 (vroeger) of 30 dagen (nu) dagen per jaar mag worden verhuurd – de Gemeente kon geen statistische gegevens over uitgedeelde boetes verstrekken! Het is dus aannemelijk dat woningen inderdaad het hele jaar worden onttrokken aan het (sociale) woningbestand. Bekend is al lang dat veel verhuurders helemaal niet in Amsterdam wonen, soms zelfs niet in Nederland. Je zou kunnen stellen dat het negatieve imago van Airbnb-verhuurders in het algemeen gebaseerd is op feiten.

Van Londen tot Tokyo
Mensen die een deel van hun woning wél volgens de regels verhuren, hebben niet zelden last van het negatieve imago van Airbnb, terwijl het gewoon buurtbewoners zijn met wat extra inkomsten.

Een van die B&B-verhuurders, die zijn naam liever niet in de krant wil hebben, verhuurt een kamer in zijn huis en woont al zijn hele leven in de Pijp. Hij wijst erop dat het woningprobleem in de Pijp een mondiaal probleem is: er zijn zoveel wijken waar het steeds moeilijk wordt betaalbare huur- of koopwoningen te vinden, van London tot Tokyo. “Het Airbnb-fenomeen speelt hierin maar een beperkte rol”, zegt hij en in zijn geval eigenlijk helemaal niet, omdat een kamer tijdelijk aan een gast wordt verhuurd. Een kamer die anders helemaal niet apart bewoond zou kunnen worden. “Er zijn veel verhuurders (hosts) zoals ik in De Pijp. Omdat die zelf aanwezig zijn, is de kans dat gasten zich misdragen klein.” Zorgelijk vindt hij de ontwikkeling in De Pijp zeker: “De huizengekte wordt veroorzaakt door de prijsopdrijvende praktijken van de banken. Het mondiale systeem dat banken in staat stelt geld op papier te scheppen, gaat een keer instorten. Pas als dat gebeurt, zullen de huizenprijzen zakken. Tegelijkertijd zijn we bezig uitwassen te verzachten met goede 30-dagenmaatregelen voor Airbnb, maar het lost eigenlijk niets op. Wie al een paar panden bezit kan doorgaan met opkopen en investeren met goedkoop geld en verbouwen tot boven de huurgrens. Er is geen wettelijke rem en hebzucht is nu eenmaal een menselijke eigenschap.”

De Pijp, met zijn eerdaags gemengd socio-economische karakter, heeft zijn voorraad aan sociale huurwoningen de laatste tijd flink zien dalen. Dit gebeurt in heel Amsterdam: woningcorporaties verlaagden hun aandeel van sociale-huurwoningen tussen 2007 en 2017 van 50% naar 39%. In De Pijp is dit aandeel zelfs gedaald naar 35,6%.

Vrije Markt
“Het stelsel is kapot,” zegt Oscar Vrij van WOON-team Zuid. “Het woningwaarderingsstelsel heeft zijn beschermende karakter verloren. Sociale huurwoningen worden beoordeeld op basis van een puntenstelsel. Wanneer een woning voldoet aan een bepaald aantal punten kan de woning worden verkocht en verhuurd op de vrije markt. Sinds 1 oktober 2015 wordt de WOZ-waarde meegeteld in het woningwaarderingsstelsel. En die WOZ waarde is nu zo hoog dat vrijwel alle sociale-huurwoningen in De Pijp genoeg punten hebben om geliberaliseerd te worden.”

Deze ‘vrije markt’ heeft vooral effect op sociale-huurwoningen in particulier bezit. Deze kunnen kadastraal gesplitst worden om vervolgens te worden verkocht. Doordat vrijwel alles nu dankzij het nieuwe woningwaarderingsstelsel geliberaliseerd is, kan dit op grote schaal gebeuren: de rem is eraf.

Lucratieve prijsopdrijving
Op een zondagse leegverkoop spreken we kort de beheerder van een pand waarin elf kleine creatieve bedrijfjes zaten. De Gemeente heeft het pand verkocht voor 1,6 miljoen en nu komen er dure appartementen in. Dus ja, zo beschermt de Gemeente de eigen panden niet eens tegen de lucratieve prijsopdrijving van wonen.

Saamhorigheid en eigenwaarde bij de voedselbank

Datum: 19 december 2018 / Editie: December 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

Een dag bij de voedselbank in de Lutmastraat is een dag van verbazing over de bedrijvigheid, de logistiek, de efficiëntie, de vriendschap en de gezelligheid, maar bovenal over de absolute gewoonheid van de voedselbank. Iedereen weet wat er moet gebeuren, iedereen heeft een taak en die wordt uitgevoerd met een logische rust die elk bedrijf zou moeten kenmerken. Maar ja, hier verdient ook helemaal niemand geld met zijn of haar werk. Zou het daarin zitten?

Al voor tien uur lopen er vrijwilligers binnen. Dat zal niet ophouden. Door de dag heen komen er meer dan 35 vrijwilligers om tafels en kratten te verplaatsen, weg te brengen of te halen, tafels op te zetten, kratten uit te zetten in de ruimte, te vullen met kruidenierswaren en brood, kratten met groente en fruit klaar te zetten, kleding te verzorgen en klaar te leggen, voorraden aan te vullen en te verplaatsen, vrachtwagen uit te laden, tafels weg te zetten, koffie en thee te schenken, nummertjes uit te delen, aanmeldingsbrieven te controleren, de supermarkt te runnen, de bladeren van de straat te vegen, tassen voor klanten te dragen.

De klanten stromen vanaf twee uur binnen, dus dan moet alles klaarstaan. Iedereen krijgt een krat met de verpakte spullen en kan daarna vlees, kaas, groente en fruit en eventueel koffie (dit keer) pakken en alles dan in zelf meegebrachte tassen, al dan niet op wieltjes, stoppen. Wie er voor deze keer recht op heeft, kan ook nog kleding uitzoeken en naar de supermarkt lopen voor olie of shampoo, binnen het opgegeven budget.
Overal maken mensen een praatje: vrijwilligers onderling, klanten onderling, vrijwilligers met klanten. De vrijwilligers kennen elkaar, de klanten kennen elkaar, klanten en vrijwilligers kennen elkaar, bij naam en vaak ook elkaars levensverhaal.

€ 215 per maand
“Het aantal huishoudens is nu ongeveer 148”, vertelt Mike Paschenegger, de coördinator van deze voedselbank. “Dat betekent dat ongeveer 580 mensen ondersteuning van de voedselbank krijgen. Maar we bereiken 40 procent van onze potentiële klanten – mensen die recht hebben op de voedselbank – niet. Waarschijnlijk is er nog teveel schaamte. Ik verwacht komend jaar trouwens weer een toename van de rechthebbenden: de energieprijs gaat omhoog, de zorgverzekering ook…
Mensen hier moeten het doen met niet meer dan € 215 leefgeld per maand voor een of twee personen. Behalve huur, energie, verzekering en internet moeten ze daar alles van betalen: eten, kleding, vervoer, de was, verzorging, schoonmaak, uitgaan. Per kind krijgen ze er nog € 40 per maand bij. Als de melk vijf cent duurder wordt, kun je dus wel nagaan dat er ineens geen melk meer van af kan als je alles hebt gebudgetteerd.”

Een goeie broek
Leven met een permanent tekort geeft een héél ander gevoel dan zuinig leven om misschien wat over te kunnen houden, weet Mike Paschenegger. “Daarom organiseren we ook nog andere dingen om het leven een beetje te veraangenamen en proberen we meer te doen dan alleen de voedselbank. We werken met vaste vrijwilligers die de klanten kennen en zo niet alleen fijne gesprekjes kunnen hebben, maar ook weten waar ze mensen blij mee kunnen maken. De een met een goeie broek, de ander met een juist gearriveerde wasmachine.”

“Op 19 december organiseerden we een kerstmarkt, met spullen waarmee mensen hun huis gezellig kunnen maken. Als er een kind jarig is, maakt de stichting Jarige Job een verjaardagsdoos, met slingers, cadeaus en spullen om uit te delen op school. En grootouders mogen voor een jarig kleinkind hier iets uitzoeken in de spel- en speelgoedcontainer. Volgend jaar starten we een proef met een voedselmarkt, waar klanten helemaal zelf kunnen kiezen wat ze willen eten. Want nu is die keus toch eigenlijk al voor ze bepaald door wat wij in de kratten stoppen. Hun afhankelijkheid is al zo groot. En we werken samen met ‘Zuid voor mekaar’. Dat is opgericht door de Voedselbank Zuid met het idee dat de klanten via een naaiclub hun kleding kunnen herstellen of vermaken. Digitaal verkeer is tegenwoordig noodzakelijk en als je geen computer hebt, wordt het lastig, dus er is een computerclub. Saamhorigheid en eigenwaarde zijn zo belangrijk, daarom is er een zangclub en volgend jaar yoga. Allemaal gratis en toegankelijk voor iedereen, al zal de yogales plaatsvinden in het Huis van de Wijk.”

“Iedereen zegens”
Johan is vrijwilliger en heeft drie maanden van hetzelfde budget geleefd als de klanten om zelf een beetje te ervaren hoe dat is. “De voedselbank draait eigenlijk op het gegeven dat we als maatschappij in alles wel tien keuzes willen hebben”, vertelt hij. “Dan blijft van een heleboel dus nogal wat over en dat gaat naar de voedselbanken. Maar uiteindelijk heeft alles natuurlijk wel iets gekost en dat moet worden opgebracht door wat wél wordt verkocht. Met minder keuze zouden misschien wel meer mensen hun eigen boodschappen kunnen betalen.”

Vijf zusters, uit De Pijp, maar ook van verder weg in Nederland, komen al jaren helpen bij de voedselbank, eentje zelfs al twaalf jaar. Hun vader stond op de Albert Cuyp met vis, nu werken ze zich drie slagen in de rondte om de voedselbank te draaien.
“Ik geef iedereen hier zegens!”, zegt een klant. “De mensen hier zijn zo lief. Ik ben blij met alles wat ik krijg en binnenkort maak ik bara voor iedereen!”, roept een andere.
En dat verklaart misschien waarom zoveel vrijwilligers zich inzetten voor de voedselbank. Het is leuk en bevredigend en het contact met de klanten maakt het erg de moeite waard.

Natuurlijk zouden de klanten liever niet zijn aangewezen op de voedselbank. De meesten willen liever niet op de foto, uit schaamte of om hun kinderen niet in verlegenheid te brengen. Maar omdat ze zo welkom zijn, komen ze hier toch met plezier. “Ik ben er gewoon hartstikke blij mee”, vertelt een klant. “Ik heb weer een la vol met eten!”

Stop onverkwikkelijke vergunningen

Datum: 19 december 2018 / Editie: December 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

De Pijp Krant staat voor een deur met een piepkleine sticker: ‘Ik stem voor samen leven’. We komen daar praten over hoe dat samen leven nogal wordt verstoord. Een grote hond geeft ons het goede voorbeeld: na een warm welkom laat hij ons verder met rust.

Zo niet de verse eigenaar van een belendend perceel. Twee buren zijn naar aanleiding van een verbouwing een actie gestart die verder gaat dan hun eigen belang: de verkoop van panden die daarna dusdanig worden ‘verbouwd’ dat vette winst boven de belangen van buren en wijk gaat. En dat ‘verbouwen’ gebeurt met een vergunning van de Gemeente, zelfs als dat strijdig is met het bestemmingsplan en fatsoenlijk overleg. Dat moet stoppen, vinden buurtgenoten.

Overlast voor buren
Het zit zo.
Er bestaat naast het bestemmingsplan een zogenoemde regeling ‘Omgevingsvergunning A2’. Ondertitel: ‘Voor het snel afhandelen van afwijkingsbesluiten voor omgevingsvergunningen’. Die ondertitel zegt precies waar het om gaat: er kan dus worden afgeweken van de algemeen geldende regels. En dat leidt tot onverkwikkelijke vergunningen waarin overlast voor buren niet in de verlening van de vergunning zijn meegenomen. Denk aan het verdwijnen van redelijke bezonning, schending van privacy door een uitbouw, de herrie veroorzaakt door het hakken van een diepe kelder, het verdwijnen van groen uit de binnentuin en het onttrekken van betaalbare woningen aan de woningvoorraad in De Pijp. Hoewel er soms meer wooneenheden worden gerealiseerd dan er eerst waren, betekent een ‘verbouwing’ in de praktijk dat er steeds minder betaalbare (huur)woningen overblijven. Het is de investeerders alleen te doen om winst. In Oud-West heeft dit dan ook al geleid tot het opschorten van de werking van deze A2. Een alerte stadsdeelcommissie heeft dit al bij de Gemeente voor elkaar gekregen. Onze eigen stadsdeelvoorzitter, hierop aangesproken tijdens een bijeenkomst op 27 november, georganiseerd door diezelfde commissie, reageerde met de uitspraak “de komende maanden te beginnen aan het herzien van omgevingsvergunning A2” en dat “nieuw beleid voor de Pijp/Zuid nog wel twee-en-een-half jaar kan duren”. Alsof de projectontwikkelaars die hele tijd stil blijven zitten.

Bezwaarschrift
Tegen de vergunning die voor het buurpand van de actievoerders is verleend, is een bezwaarschrift ingediend door 17 omwonenden. Er is nog hoop dat de rechter de vergunning nietig verklaard, want na veel speurwerk is gebleken dat de aanvraag nooit ter visie is neergelegd. Een wettelijke voorwaarde voor het verlenen van de vergunning is door de Gemeente overgeslagen. Het loont dus de moeite om als buurtbewoners alert te zijn op de verlening van dit soort vergunningen. Dat kan op twee manieren:

Stel de app ‘Omgevingsalert’ in op de telefoon. Aanvragen en besluiten over vergunningen in een straal rond uw woning worden daarop weergegeven.
Op de site www.overheid.nl kunt u instellen dat u e-mails ontvangt over alle besluiten over uw buurt.
Houd ze in de gaten!

Toch feest op het vernieuwde Dora Tamanaplein

Datum: 5 november 2018 / Editie: November 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

Het had heel wat voeten in de aarde, de verbouwing van het Dora Tamanaplein. Behalve een hotel, een ondergrondse parkeergarage en het nieuwe theater CC Amstel, kwamen er ook nieuwe woningen. En van januari tot juli kwamen de bewoners. Ondertussen gaan de bouwactiviteiten nog door. De bakstenen liggen al een tijd verspreid te wachten; bewoners hebben er met de buurtkinderen iets moois van gebouwd. Tijd voor een feest en een kritische terugblik, want de bouw verliep bepaald niet op rolletjes.

‘Oude en nieuwe bewoners nodigen u uit om met elkaar kennis te maken op het plein op 29 september.’ Dit bericht bereikte ons als omwonenden van het Dora Tamanaplein. En natuurlijk gaan we ernaartoe. Wie wil nu niet met zijn buren kennismaken?

Denktank Archiefterrein
Dankzij een strakke organisatie, een zonovergoten nazomerdag en zo’n 75 buurtgenoten is het feest in meer dan één opzicht fantastisch geslaagd.
In het feestgedruis maken we een afspraak met Ingrid van Alphen (‘oude’ bewoner) en Jim van Steenbergen (‘nieuwe’ bewoner) om verder te praten over de ontwikkeling van het gebied en de beleving van het vernieuwde plein. Ingrid woont er sinds 1988 en maakte vanaf 2006 de hele verbouwing mee namens de Denktank Archiefterrein.
Want toen het Gemeentearchief werd verplaatst van het karakteristieke raadhuis van Nieuwer Amstel – dat overigens nooit als zodanig heeft gefunctioneerd – naar De Bazel in de Vijzelstraat maakte dat de weg vrij voor nieuwe plannen. De gemeente stelde daarom de Denktank Archiefterrein in, bestaande uit omwonenden van het terrein, om de inspraak voor het plangebied te kanaliseren.

Plannen die nergens op sloegen
“De Gemeente nodigde ons uit om te vertellen wat onze wensen waren”, vertelt Ingrid van Alphen. “Daar zou terdege rekening mee worden gehouden. Wel, we wilden een rustige woonomgeving, met wat reuring, zoals het NINT vroeger. Maar we kregen de IVKO (een school voor voortgezet onderwijs, red.). Dat stond al vast, daar hadden we niets over te zeggen. En met die fietsen zou het wel los lopen, want, zeiden ze: ‘Onze kinderen komen niet op de fiets’.
Er kwam een architect uit het zuiden des lands met plannen die nergens op sloegen. Bij navraag bleek hij dan ook nog nooit in de buurt te hebben rondgelopen. Niemand van de betrokken ambtenaren had dat gedaan.”

Wassen neus
“Wij wilden diversiteit in de woningen”, vervolgt Ingrid haar verhaal. “Sociale huurwoningen, studenten- en koopwoningen. Het meeste is koop geworden. We kregen heftige discussies over bouwhoogte, die aanvankelijk 24 meter was. Dat werd uiteindelijk 17.5 meter. De kersenbomen zouden weg moeten voor de bouw. Er zou geen horeca komen, maar die komt er toch, op de hoek als theaterterras. En er zou een brede zichtlijn komen tussen de Pieter Aertszstraat en de Amstel, maar daar waren wij helemaal geen voorstander van in verband met hangplekken. Die ‘zichtlijn’ blijkt nu een nauwe steeg. En dan het groenplan. Daar lag op een gegeven moment een heel mooi voorstel voor. Wat daarmee is gebeurd, is een raadsel. Er kwam een nieuwe landschapsarchitect die er een steenwoestijn van maakte.
Kortom: er werd niet geluisterd, de inspraak was een wassen neus, lippendienst. Wat wel gelukt is: de woningen zijn niet naar beleggers gegaan. Dat is bijzonder, want Het Parool meldde onlangs dat 1 op de 5 nieuwbouwwoningen in Amsterdam opgekocht wordt door beleggers. En met Volker Wessels, het bouwbedrijf, was het overleg veel constructiever.”

Gunfactor
“Wij wilden hier heel graag wonen”, vertelt nieuwe pleinbewoner Jim van Steenbergen. “We komen van buiten Amsterdam en willen met ons pensioen dagelijks kunnen genieten van het ruime culturele aanbod, zonder te hoeven reizen. De sfeer in De Pijp, daar gingen we voor. En voor de gemengde bewoning met veel jongeren en kinderen. We zien de kinderen hier dagelijks veilig op het plein buiten spelen en ouders die op elkaars kinderen letten. We hadden het geluk ingeloot te worden. Er waren 6.000 inschrijvingen en minstens 350 gegadigden voor 25 woningen. Hoewel het begrip ‘loting’ hier misschien niet erg van toepassing is. Er was ook sprake van een ‘gunfactor’, een ondoorzichtige procedure.”

Burencontact
Oude en nieuwe bewoners van het Dora Tamanaplein moesten nog wel aan elkaar wennen. Jim: “Voor mij is het heel gewoon iedereen te groeten die je tegenkomt, maar dat was niet voor iedereen meteen vanzelfsprekend.” Ingrid: “Nee, in het begin ontweek men elkaar nogal… Dat probeerden we te doorbreken, en dat is gelukt.”

Jim: “Ik had contact met Bram Bos, van het polderhuisje in de Rustenburgerstraat. Hij had ervaring met de Rustenburgerstraatfeesten. Naar aanleiding daarvan is bij ons het idee ontstaan om een pleinfeest te organiseren, ter inwijding en kennismaking met de buurt. Ons comité, Ingrid zat er ook meteen al bij, organiseerde een open borrel om een feest voor te bereiden. Er kwamen wel twintig bewoners op af, merendeels nieuwe. Het bleken allemaal mensen die bewust voor De Pijp hebben gekozen. We hebben taken verdeeld en het feest op poten gezet met een uitgebreider comité. We hebben veel hulp gekregen. Een beetje reclame mag wel, toch? Dus ik noem Pestana – het vijfsterrenhotel – , slagerij Peter van de van Wou, Sanders piano’s van de Ceintuurbaan,de IVKOschool en Festijn catering. Het is een heel fijn feest geworden waar menig nieuw burencontact is gelegd.”
Ingrid: “Ja, ik ben nu heel blij met de nieuwe bewoners!”

Volle Ideeënbus
Het geslaagde feest heeft de bewoners alleen maar strijdbaarder gemaakt voor hun plein. Jim: “Er is tussen 2006 en 2018 een enorme ontwikkeling in de stedenbouw geweest. Neem de hele energietransitie, maar die is in deze nieuwbouw nog niet meegenomen. We hebben hemel en aarde bewogen om een warmte/koude opslag te krijgen in plaats van gasverwarming. Dat is niet gelukt. Toch wel pijnlijk bij nieuwbouw die in 2018 wordt opgeleverd. In de gemeenschappelijke ruimten is ook nergens LED-verlichting. En het hele stenenveld dat dit plein is, geeft geen pas bij warmer wordende zomers. Voor het feest zelf kwamen we te laat met ons ‘burgerinitiatief’, maar de Gemeente kan erop rekenen dat we met plannen gaan komen! De ideeënbus op het feest zat vol!”

“Eigenlijk ben ik een klassieke waardin”

Datum: 5 november 2018 / Editie: November 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

Toen Ernie Nauta in 2004 naar een nieuwe ruimte zocht, liep ze binnen bij de luxe lingeriewinkel die toen aan de Ceintuurbaan nummer 181 gevestigd was. Het overlijden van de man van de eigenaresse noopte tot verkoop. Niet heel veel later opende Ernie er Ratatouille, een gastvrije en laagdrempelig uitspanning waar kan worden gegeten en waar gasten uit de buurt elkaar nog aan een stamtafel ontmoeten.

Voordat we met elkaar in gesprek gaan, zetten we de tafels en stoelen van het terras even buiten. Het koffieapparaat is stuk, maar Ernie heeft een reserveding waarmee ze koffie voor ons maakt. Dan steekt ze van wal.
“Er komen heel veel buren op bezoek hier. Ze komen aan de stamtafel zitten of vrijdagavond voor weinig geld eten aan de aanschuiftafel. Samen eten aan zo’n tafel is samen praten. Heel anders dan aan losse tafeltjes in een gewoon restaurant. En door samen te eten hier ontstaan nieuwe vriendschappen tussen mensen, die elkaar ook thuis voor het eten uitnodigen. Relaties ontstaan hier ook. Er vindt verbinding plaats die eenzaamheid kan opvangen. Bezoekers gaan meestal vrolijker weg dan ze kwamen. Het verschil met een kroeg is het huiskamerkarakter. En ja, iedereen kan zijn verhaal bij mij kwijt. Dat deden de studenten ook in de tijd dat ik een studentenkroeg had in de Roeterstraat. Eigenlijk ben ik een klassieke waardin. Ik ben bijna altijd hier aanwezig. Het is een combinatie van een huiskamer, een coffee company en een klassieke kroeg. De meeste mensen die hier komen zijn boven de vijftig, maar er komen ook steeds meer jongere gasten.”

“Het caféleven is meer afgebakend geworden. Er zijn veel hippe tenten voor jongeren, maar voor ouderen is er minder te doen. Bruine kroegen, waarin dat allemaal door elkaar loopt, zijn er steeds minder. Horeca is ook geen vak meer waarin de gastvrijheid centraal staat. Het stoort me niet echt dat ik vaak in het Engels wordt aangesproken, maar raar vind ik het wel. We zijn tenslotte in Nederland. Het is blijkbaar heel moeilijk om personeel te krijgen. Ik heb bijna geen personeel nodig, doe alles zelf. Er is wel een klusjesman. Die logeert regelmatig in het vakantiehuisje in Frankrijk van een buurvrouw. En we zorgen voor elkaars huisdieren als dat nodig is. En toen onze koordirigent en stamgast overleed was de nazit van de begrafenis ook hier. En dat gebeurt wel vaker. De buurtfunctie gaat ‘door de maag en de stamtafel’, ja!”

“Hier achterin wordt ook al een tijdje een soap opgenomen. Zeker acht buurtbewoners en stamgasten spelen erin mee. We hebben geen script. Metje Blaak, de regisseur, vertelt gewoon wat we moeten zeggen en doen. We zijn nu bezig met een kerstfilm, maar zonder klassiek kerstverhaal. “

“Op een avond zat er achterin, in de serre, een onbekende met een pistool voor zich op tafel. Dat pistool was echt en die onbekende was behoorlijk agressief. Ik dacht: jij moet hier heel snel wegwezen! Nou ja, in zo’n situatie denk ik eigenlijk niet na, ik dóe gewoon. Ik had toen nog een hond; een enorme mensenvriend, maar dat wist die man natuurlijk niet. Dus ik zeg: ‘Nu weg of ik laat de hond los – erúit!’. En hij ging. Ik belde de politie en ben hem nog achterna gelopen. Hij is opgepakt.”

Pijpelijntjes is de titel van de roman van Jacob Israëls de Haan, die zich afspeelt in De Pijp begin vorige eeuw. Het boek bracht de auteur in grote problemen, omdat het onverbloemd over een homoseksuele relatie gaat. De rubriek ‘Pijpelijntjes’ eert deze dappere vroegere Pijpbewoner met verhalen van en over even bijzondere Pijpbewoners nu.

Amsterdamse helden in de Diamantbuurt – Krachtinspanningen en overwinningen van gewone mensen

Datum: 5 november 2018 / Editie: November 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

In Amsterdam wonen bijna 900.000 inwoners, van wie zo’n 10.000 in de Diamantbuurt. Al die mensen zijn helden in hun eigen leven, met een speciale geschiedenis. Verdriet en geluk, mislukkingen en overwinningen. Er zit een verhaal in ieders leven. Waarom altijd alleen maar winnaars of uitzonderlijke mensen tot helden bombarderen? Is het niet heldhaftig om kinderen op te voeden, met een depressie of handicap te leven, tegenslagen het hoofd te bieden of gewoon om iedere dag maar weer naar je werk te gaan? ‘Amsterdamse Helden’ is een project van regisseur en producent Julia Strijland, waarin Amsterdammers hun verhalen met elkaar delen, maar vooral ook hun persoonlijke helden eren.

Eind oktober vonden de opnames plaats van de documentaire film ‘Amsterdamse Helden in de Diamantbuurt’. De film vertelt over uitzonderlijke krachtsinspanningen en overwinningen van gewone mensen uit de buurt. Misschien bent u het opnameteam wel tegengekomen op straat, want Strijland filmde tien dagen, samen met freerunner Luciano Balestra. Hij maakt salto’s door de buurt, springt over obstakels en traint zich in uithoudingsvermogen en het overwinnen van angsten. Daardoor gaat hij zich steeds vrijer voelen. Luciano’s bewegingen zijn soepel en snel, want deze urban sport speelt met niets anders dan het eigen lichaam en de stad zelf, waarbij de geest geconcentreerd is en met een duidelijke focus. Allemaal zaken die we ook nodig hebben in ons dagelijks leven, om juiste beslissingen te nemen, moeilijke periodes door te komen, uitdagingen het hoofd te bieden en risico’s te nemen die ons verder kunnen brengen.

Mozaïekfilm
De documentaire ‘Amsterdamse Helden in de Diamantbuurt’ is een mozaïekfilm, waarin verschillende persoonlijke verhalen van mensen uit de buurt samenkomen. Deze mensen schrijven geschiedenis met hun eigen heldenverhalen, hoe klein en ogenschijnlijk onbetekenend ook.
Verhalen inspireren, ontroeren en motiveren om zelfs in de meest donkere tijden toch weer een lichtpuntje te zien.

De documentaire is op zaterdag 19 januari te zien in het net geopende CC Amstel. Dit theater ligt in het Asscherkwartier, een nieuw woongebied waar jarenlang het Stadsarchief heeft gestaan. De Diamantbuurt is een historisch rijke stadswijk, met het voormalige raadhuis uit 1892 en de diamantslijperij uit 1907, gebouwd door architect Gerrit van Arkel, en het oude badhuis uit het begin van de 20ste eeuw in de Diamantstraat.

Eigen helden eren
Op de Facebook-pagina Amsterdamse Helden (https://www.facebook.com/netwerkamsterdamsehelden) kunt u uw eigen helden eren. Schrijf een kort stukje waarin u vertelt waarom u juist hem of haar als uw held of inspirator ziet en plaats dit samen met een foto van uw held online.
Laten we onze Amsterdamse heldenverhalen met elkaar delen, met Amsterdamse humor en recht voor z’n raap. Zo schrijven we Amsterdamse geschiedenis.
Neem vast een kijkje op de Facebook-pagina en vergeet niet te boeken voor de premiere van ‘Amsterdamse Helden’!

Meer informatie: https://ccamstel.nl
en https://www.facebook.com/netwerkamsterdamsehelden

Zeven

Datum: 1 mei 2018 / Editie: May 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

In ‘De Terechte Kronkel, het kleinste tweedehands-boekwinkeltje ter wereld’, Ceintuurbaan 384, treffen we eigenaar Frans de Jong (ongeveer 65). Het winkeltje staat stampvol boeken, in een hoekje van een ruimte die verder gebruikt wordt voor Nederlandse taallessen.

Frans de Jong: “Mijn motivatie voor deze boekwinkel gaat heel ver terug. Ik was een jaar of vijf dat mijn moeder in een boek keek en mij dan een verhaal vertelde. Dat vond ik zó wonderbaarlijk. Je hebt een boek, je kijkt erin en dan vertel je zomaar een verhaal! Dat wilde ik ook. Maar mijn moeder zei dat ik nog even moest wachten tot ik op school leerde lezen. En ja, dat was toen mijn énige reden om naar school te gaan. En in no time las ik. Echte boeken.”

“Toen ik een jaar of negen, tien was, had ik mijn eigen leesbibliotheek gemaakt. In een kinderwagen. Ik ging ermee langs winkels en plekken waar mensen zaten en vroeg ze of ze voor twee cent een boek wilden lenen. Dat wilden ze best. Maar na de zomer kwam de regen en zaten mensen niet meer buiten. Ik had van iedereen de gegevens genoteerd in een schriftje. Mijn administratie. En zo kon ik dus bij iedereen langs gaan om aan huis boeken uit te lenen. Zo verdiende ik om mijn boekencollectie te kunnen uitbreiden. Mijn vader hield me voor dat dat niet zomaar mocht. Kinderarbeid. Daarvoor moest ik een vergunning hebben. En dus schreef ik een brief naar de Kamer van Koophandel voor een vergunning om een bibliotheek te mogen drijven om geld te verdienen voor meer boeken. Die kreeg ik. En zo was ik een van de eerste en jongste ZZP’rs, zouden we nu zeggen.”

“De middelbare school slokte me te veel op om serieus met het verzamelen van boeken door te gaan. Maar eenmaal student aan de Universiteit ging ik verder met verzamelen. En zo is toen de inventaris van deze winkel ‘gegroeid’. Nogzonder dat hij bestond.
Nadat mijn vrouw overleed en ik de gelegenheid kreeg dit hoekje in te richten, deed ik dat niet alleen om uit de depressie te komen, maar ook als excuus om nóg meer boeken te verzamelen. Veel verdienen is er niet bij, hoogstens net uit de kosten komen. Maar zo ben ik dus weer een beetje terug bij mijn eerste motief: boeken verzamelen met in boeken handelen.”

“Op de vraag wat ik later wilde worden schijn ik als kind geantwoord te hebben: ‘Baas van een bibliotheek met weinig klanten’. Maar ik heb nu heel wat vaste klanten. Die komen hier voor een praatje. Met mij, of met elkaar. Vooral vijftigplussers. Dat gaat verder dan een oppervlakkig gesprek en sommigen hebben ook buiten de winkel contact met elkaar gekregen. Het heeft een sociale functie hier.”

“Die boekenkastjes overal vind ik een heel goed initiatief. Er is een keerzijde: mensen beschouwen ‘oude’ boeken als iets zonder waarde. Er zijn ook mensen die boeken uit die kastjes bij mij komen aanbieden om een paar euro te ontvangen. Dat is voor iemand met een minimum gewoon werk. Zo zien zij dat. Dat snap ik wel, zo zie ik het ook. Wie ben ik om daar kritiek op te hebben, ik bewonder hun werklust.”

“Ik maak zo veel mee hier. Er kwam op een dag weer iemand met een plastic zak vol boeken. ‘Heb je er wat voor?’ Ik gaf een tientje en plukte er een boek met korte Russische verhalen uit. Het eerste dat ik las, ging over een man die was vergeten wat er na ‘zes’ kwam. Hij vroeg het aan de winkeljuffrouw, maar die wist het ook ineens niet meer en samen gingen ze naar de onderwijzer en ja, je begrijpt, die wist het ook niet meer. En zo verder. Het eindige ermee dat ie zijn nek brak en niemand nog wist wat er na zes kwam.”

“De volgende dag kwam iemand met een vraag naar een boek met bizarre korte verhalen. Ik vertelde van het boek met korte Russische verhalen en vroeg hem of hij dat bizar genoeg vond. Hij gaf me een hand en stelde zich aan mij voor: ‘Zeven is mijn naam’.”

Een echte Rembrandt in De Pijp

Datum: 1 mei 2018 / Editie: May 2018 / Auteur(s): Rob Godfried

Sommige bewoners van de Pijp kennen Quellijnstraat 123 nog als kunstuitleen, of eerder nog als markiezenfabriek, maar inmiddels is het al tien jaar een veilinghuis. Aanvankelijk met alleen boeken, maar van lieverlee kwam daar allerlei ander goed bij: glaswerk, schilderijen, etsen, beelden, kleden. Oud en modern.

En nu zijn daar ook twee etsen van Rembrandt aangeboden, als onderdeel van een boedel die uit Limburg komt. Vanuit Limburg naar Amsterdam? En dan niet naar Sotheby’s? Ja. Dat komt doordat hier nog live geveild wordt, met een hamer, en niet online, zoals het nu vrijwel overal gebeurt. En hier worden collecties in hun geheel geveild. Grote jongens als Sotheby’s pikken er alleen de topstukken uit. Hier mag je op zaterdagmiddag ook nog alles komen laten taxeren, ook als je niet wil veilen. Je krijgt een kop koffie toe. Een tussen ‘Kunst en Kitsch’ in de Pijp. Gratis plezier.
Dezer dagen wordt er, naast de Rembrandts, een litho van Artus Quellinus de Jonge geveild. De naamgever van de Quellijnstraat. Een 17e eeuwse Antwerpse beeldhouwer die ook tekende. Niks geen Hollander. Meer in de buurt van Limburg, waar nu dus die Rembrandts vandaan komen.
De kunstuitleen komt dit jaar ook weer terug in het pand. Heel wat redenen voor een bezoekje!