Amsteldijk rond 1900

Datum: 1 december 2017 / Editie: December 2017 / Auteur(s): Ton van der Tas

De gemeente Amsterdam deed in de tweede helft van de 19e eeuw verwoede pogingen om haar grondgebied te vergroten. Zuiderbuur Nieuwer Amstel verzette zich hier fel tegen en de bouw van een nieuw gemeentehuis in 1892, dicht bij de grens met Amsterdam, kan dan ook gerust gezien worden als een vorm van provocatie. Of was het een laatste wanhoopsdaad?

Uiteindelijk was men toch niet opgewassen tegen deze machtige buur. Het raadhuis met het torentje, links op de kaart, verloor al na vier jaar haar functie en kwam op Amsterdams grondgebied te staan. In 1914 werd het Gemeentearchief van Amsterdam er in ondergebracht.

Rechts van het voormalige raadhuis waren twee lagere scholen: de Amsteldijkschool en de Pieter Aertszschool. Iets verder naar rechts, bij de Rustenburgerstraat, zien we de tramremise, gebouwd in 1882 voor de paardentrams van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij. De remise bood plaats aan zo‘n 40 wagens en 70 paarden. Hier was ook de eindhalte van twee paardentramlijnen en later van tram 4. Rechts staan twee paardentrams bij de halte te wachten. De tramremise werd in de jaren dertig omgebouwd tot een sociale werkplaats voor blinden, maar uiteindelijk moesten zowel de schoolgebouwen als de voormalige tramremise het veld ruimen voor de vele noodzakelijke uitbreidingen van het Gemeentearchief.

Op de rechterhoek bij de Rustenburgerstraat zien we de sigarenwinkel van Petrus Brandt. Dit huisje heeft er nog tot 1971 gestaan.

Het Gemeentearchief is in 2007 verhuisd naar de Vijzelstraat. In het statige pand aan de Amstel komt een hotel en de directe omgeving wordt opnieuw ingericht als woongebied.

Links op de kaart is de ingang naar de Tolstraat. Het tolhek, dat hier sinds 1779 stond, is al weggehaald, maar het tolhuis staat er nog. Het was de dienstwoning van de tolbaas, bij wie de weggebruikers tol moesten betalen.

Smaragdstraat 1933

Datum: 1 oktober 2017 / Editie: Oktober 2017 / Auteur(s): Ton van der Tas

De Diamantbuurt, uit de jaren twintig van de vorige eeuw, moest een moderne volksbuurt worden.

Als je er binnenkomt door een van de smalle straten of poortjes, dan valt op dat de buurt een wat gesloten indruk maakt. Maar als je vanaf de Amsteldijk de Smaragdstraat ingaat is deze brede straat vol licht en ruimte en lijkt eerder op een woonerf.

De eerste bewoners kwamen hier in 1925. De huizen, gebouwd door de socialistische Algemene Woningbouwvereniging en ontworpen door architect Van Epen, waren bedoeld voor arbeiders, maar het waren vooral de mensen uit de middenklasse die de huren konden opbrengen: ambtenaren, diamantwerkers en geschoolde arbeiders. Op deze ansichtkaart uit 1933 is te zien hoe het er hier voor de oorlog uitzag. Auto’s waren een zeldzaamheid en op de hoeken van de straat zaten nog winkels voor de dagelijkse boodschappen, zoals groenteboer J. Visser, rechts bij het zonnescherm, op de hoek met de Saffierstraat.

Aangezien de meeste huizen geen douche of bad hadden, ging men naar het badhuis aan het einde van de straat voor een ‘stort’ (douche) of ‘kuip’ (bad). De wachttijden liepen in het weekend soms wel op tot 3 uur. Mensen kochten vaak direct een kaartje als ze uit hun werk kwamen en keerden pas weer terug nadat ze thuis hadden gegeten.

Nu, bijna een eeuw later kun je vaststellen dat de buurt eigenlijk weinig is veranderd. Alle huizen staan er nog, al hebben sommige gebouwen, zoals het badhuis, een andere functie gekregen. Wat wel veranderde is, zijn de bewoners. De middenklasse is verdwenen. Tegenwoordig moet een kwart van de huishoudens in de Diamantbuurt rond zien te komen van een minimum inkomen.

 

Barbiersbrug

Datum: 1 juli 2017 / Editie: Juli 2017 / Auteur(s): Ton van der Tas

Op deze kaart uit 1932 wordt hij gewoon De Nieuwe brug aan de Jozef Israelskade genoemd, maar al snel sprak men van de Scheldebrug. Toch heeft ‘brug 404’ pas vorig jaar, 88 jaar na de opening, officieel een naam gekregen: Barbiersbrug, genoemd naar de kunstenaarsfamilie Barbiers, die aan het begin van de 18e eeuw van Vlaanderen naar Nederland verhuisde.

De Barbiersbrug is een van de vijf bruggen over het Amstelkanaal die De Pijp verbindt met de Rivierenbuurt.

We kijken vanaf de Amstelkade naar de brug en zien tram 25 De Pijp verlaten. Op de achtergrond het katholieke buurtje rondom de Vredeskerk met de huizen aan de Jozef Israëlskade en de Ferdinand Bolstraat, alles gebouwd in de eerste helft van de jaren twintig.

Zoals zoveel bruggen in Amsterdam, is ook deze brug ontworpen door Piet Kramer. Kenmerkend voor zijn bruggen zijn de fraaie smeedijzeren ballustrades en de beelden op iedere hoek van de brug, gemaakt door stadsbeeldhouwer Hildo Krop. Maar wat deze brug vooral bijzonder maakt, zijn de vier brughuisjes met rode puntdakjes, ontworpen voor winkelruimtes.

Een eerder ontwerp was nog spectaculairder. Hier had Kramer op de vier brughuisjes nog een hele verdieping gedacht met ruimtes die verhuurd konden worden. De gemeente vond dat ontwerp toch iets te ver gaan en was vooral bang dat men geen huurders zou kunnen vinden voor die ruimtes.

Ten tijde van deze ansichtkaart zaten in de huisjes aan de Amstelkade een bloemenzaak en een sigarenwinkel en in die aan de Jozef Israelskade een AKO boekhandel en een wasserij.

Nu zijn er respectievelijk een pizzeria, financieel adviesbureau, schoonheidssalon en uitzendbureau in gehuisvest.

Eerste Jan van der Heijdenstraat

Datum: 1 mei 2017 / Editie: Mei 2017 / Auteur(s): Ton van der Tas

Over het leven van de Amsterdammer Ludovicus Johannes Sluiter (1851-1918) is niet zo veel bekend. Wat we wel weten is dat hij op 39-jarige leeftijd trouwde, een gezin stichtte en ging wonen in de Eerste Jan van der Heijdenstraat.

Deze huizen werden gebouwd in 1896 en zij zullen een van de eerste bewoners zijn geweest.

Hij is daar op een gegeven moment begonnen met het uitgeven van prentbriefkaarten van De Pijp. Er zijn mij zeven exemplaren bekend en dit is er een van. Het is de straat waar hij zelf woonde op nummer 67 huis, helemaal links op de kaart. Misschien staat zijn vrouw daar wel op de stoep met een aantal van hun kinderen. De letters op de etalageruit zijn moeilijk te lezen, maar het lijkt er op dat hij een (boek?) winkeltje had waar hij ook zijn eigen ansichtkaarten verkocht.

Er zaten wel meer winkeltjes in de straat. Zo had zijn buurman Hendrik Eggers een sigarenzaak en daarnaast, bij het eerste zonnescherm, zat de broodbakkerij van Arie Lengers.

We kijken in oostelijke richting naar de Ferdinand Bolstraat. Rechts is de hoek met de Dusartstraat, die hier nog doodliep op de lange rij huizen in de Eerste Jan van der Heijdenstraat.

Midden jaren tachtig zijn deze panden gesloopt in het kader van de stadsvernieuwing en kwam er een doorbraak in de huizenrijen van de Eerste Jan van der Heijden- en de Eerste Jan Steenstraat. Zo ontstond een nieuwe straat: de Hercules Seghersstraat, waardoor er een verbinding kwam tussen de Ceintuurbaan en de Albert Cuypstraat.

Ludovicus zijn leven eindigde in psychiatrische inrichting ‘Duin en Bosch’ in Castricum, maar zijn naam leeft voort op de unieke prentbriefkaarten die hij ons heeft nagelaten.

Henrick de Keijserplein

Datum: 1 maart 2017 / Editie: Maart 2017 / Auteur(s): Ton van der Tas

Het Henrick de Keijserplein ontstond in 1916, toen aan drie kanten van het plein huizen werden gebouwd. Op deze kaart van rond 1925 is goed te zien dat aan de zuidkant van het plein, aan de Lutmastraat, nog geen huizen staan, want je kijkt zo naar de gevel van het Dageraadcomplex aan de P. L. Takstraat.

Speeltuinvereniging ‘District V’, opgericht in 1913 in een koffiehuis aan de Albert Cuypstraat, kreeg begin jaren twintig de beschikking over het Henrick de Keijserplein met een eigen clubgebouw. Dit houten gebouw in Amsterdamse Schoolstijl staat er nog steeds, maar is net niet te zien op deze kaart (rechts).

Voor kinderen die lid waren van de speeltuinvereniging werden allerlei activiteiten georganiseerd om ze ‘van het verderfelijke straatleven te onttrekken’. Behalve de vele clubjes waren er regelmatig feesten, optredens en filmvoorstellingen op het Henrick de Keijserplein. Het plein stroomde dan vol met kinderen.

Ook werden er daagjes-uit en kampweken georganiseerd.

In 1956 veranderde de naam van de speeltuinvereniging in ‘Henrick de Keijser’. Dit ging natuurlijk gepaard met een groot feest, waarbij de kinderen na afloop bij het huisje van opzichter ‘Ome Jan’ een zuurstok kregen en een fietsvlaggetje met de nieuwe naam van de speeltuinvereniging erop.

De vereniging floreerde tot ver in de vorige eeuw. De gemeente heeft toen het beheer van het plein en veel activiteiten overgedragen aan de organisatie Combiwel. Kort na het honderdjarige jubileum in 2013 hield speeltuinvereniging ‘Henrick de Keijser’ op te bestaan.

Het houten clubgebouw heeft een tijdje leeg gestaan, maar sinds vorig jaar worden er weer activiteiten georganiseerd door een aantal enthousiaste buurtbewoners. Wie weet is dit het begin van een nieuwe speeltuinvereniging?

Amsteldijk/hoek Jozef Israëlskade 1930

Datum: 1 oktober 2016 / Editie: Oktober 2016 / Auteur(s): Ton van der Tas

De Pijp is net een eiland: aan alle kanten omringd door water. En als je op de monumentale Pieter Lodewijk Kramerbrug staat, waarvan de foto is genomen, lijkt de wijk wel een burcht en het water er omheen de slotgracht.

De brug uit 1921 was een van de eerste brugontwerpen van architect en bruggenbouwer Piet Kramer en is later ook naar hem vernoemd. Links is nog een van de twee karakteristieke zeshoekige brughuisjes te zien.

Deze huizen op de hoek Amsteldijk en Jozef Israëlskade maken deel uit van een groot woonblok, opgeleverd in 1925 en ontworpen door de veelgevraagde architect Jop van Epen in opdracht van de socialistische Algemene Woningbouw Vereniging. In het bestuur van de woningbouwvereniging zaten toen nog echte idealisten, die zonder winstbejag goede woningen wilden bouwen voor arbeiders.

Zij hadden weinig vertrouwen in particuliere woningbezitters, bij wie het vooral ging om zoveel mogelijk winst maken.

De huizen in de Diamantbuurt waren bedoeld voor arbeiders, maar er werden hier ook grotere en luxere woningen gebouwd voor de rijkere en hoger opgeleide leden van de woningbouwvereniging, want menging was in de ogen van de bestuurders belangrijk.

Op de hoek zien we twee winkels, links een drogisterij en rechts een banketbakkerij. Inmiddels zijn de winkels omgebouwd tot woningen.

Een van de bewoners, die eind jaren dertig met zijn vrouw en twee zonen een woning betrok in het blok van Van Epen, op de hoek Jozef Israëlskade en Diamantstraat, was Gerard van het Reve.

Zijn jongste zoon, die ook Gerard heette, zou hier een van de belangrijkste boeken uit de Nederlandse literatuur schrijven. Het boek ‘De Avonden’, verscheen in 1947 en beschrijft de laatste tien dagen van 1946 uit het leven van hoofdpersoon Frits vanEgters met de Diamantbuurt als decor.

Kuipersstraat

Datum: 1 juli 2016 / Editie: Juli 2016 / Auteur(s): Ton van der Tas

De meeste mensen zullen niet direct zien dat dit de Kuipersstraat is en dat is niet zo gek, want de huizen links en rechts op de kaart staan er al lang niet meer.

Deze kaart uit 1905 ademt nog een beetje de sfeer van de 19e eeuw, toen het hier Nieuwer Amstel heette maar de stad was aan het uitbreiden en steeds meer polderhuizen werden afgebroken om plaats te maken voor nieuwe woningen met twee of drie verdiepingen.

Het is niet duidelijk hoe de Kuipersstraat aan zijn naam is gekomen.

Er bestaan twee versies. Het kan zijn dat het Kuiperspad (zoals de Kuipersstraat vroeger heette) is vernoemd naar Aernt Aerntzoon Cuijper, die hier in de 16e eeuw een groot stuk land bezat of er heeft hier vroeger een kuiperij gestaan. Dit was een werkplaats waar houten vaten werden gemaakt.

De Kuipersstraat was een smalle straat met veel bedrijvigheid. Ambachtslieden zoals de steenhouwer, de rijwielfabrikant en de huisschilder hadden hier in 1905 hun werkplaats en er stonden zelfs fabrieken, zoals de cacaofabriek Holland en de schoenfabriek van Larsen.

In het pand links, Amsteldijk 49, was een koffiehuis gevestigd. Later heeft er nog een wasserij/strijkerij gezeten totdat het omstreeks 1940 werd afgebroken. De huisjes rechts op de kaart hadden toen al hun beste tijd gehad. De winkel ‘in drogerijen en verfwaren’ van de heer Valentijn houdt daarom uitverkoop. Op het bord staan de nieuwe prijzen met de mededeling: ‘prijsvermindering wegens verplaatsing der zaak’. Een paar jaar later zouden op deze hoek nieuwe woningen worden gebouwd en één van de eerste bewoners was de kunstschilder Hendrik Jan Wolter. Hij schilderde rond 1920 een aantal kleurrijke Amstelgezichten vanuit zijn woning/atelier aan Amsteldijk 47.

Jozef Israëlskade

Datum: 1 april 2016 / Editie: April 2016 / Auteur(s): Ton van der Tas

De Jozef Israëlskade vormt de zuidgrens van De Pijp. Alle huizen aan de kade zijn in de jaren twintig gebouwd door verschillende woningbouwverenigingen.

Rechts zien we de huizen tussen de Mauvestraat en de Penseelstraat uit 1923, ontworpen door de architecten Gulden en Geldmaker voor woningbouwvereniging Rochdale. Iets verder zien we de contouren van de school bij de P.L. Takstraat, nu het Berlage Lyceum.

De foto is in 1950 genomen vanaf de brug bij de Van Woustraat, die in 2008 de naam ‘Ernst Cahn en Alfred Kohnbrug’ kreeg. De brug is genoemd naar de twee eigenaren van ijssalon Koco, een plek van joods verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Alle vijf bruggen over het Amstelkanaal zijn ontworpen door architect en bruggenbouwer van de Amsterdamse School Piet Kramer.

In de verte zien we de houten voetgangersbrug uit 1927 die de P.L. Takstraat verbindt met de Waalstraat.

Deze brug werd in 1967 vervangen door een noodbrug, die op een iets andere plek kwam te liggen. In 2009 is de brug weer in de originele staat herbouwd op de oorspronkelijke plek. De brug kreeg toen de naam van Han van Zomeren, een jonge buurtbewoner die het maken van illegaal drukwerk in de oorlog moest bekopen met zijn leven. Hij woonde in de Mesdagstraat en had een drukkerij in de Rustenburgerstraat.

Een eeuw Amsterdamse School

Datum: 1 april 2016 / Editie: April 2016 / Auteur(s): Ton van der Tas

De Amsterdamse School, de bouwen ontwerpstijl uit de jaren tien en twintig van de vorige eeuw viert dit jaar haar 100-jarig jubileum.

Op tal van plaatsen in Nederland, maar vooral in Amsterdam, kom je deze baksteenarchitectuur met zijn golvende gevels en bijzondere gebruik van dakpannen in het straatbeeld tegen.

Ook in De Pijp is de Amsterdamse School rijk vertegenwoordigd. Al in 1915 maakte architect Piet Kramer een ontwerp voor winkels en woningen aan het Van der Helstplein. Dit huizenblok is een vroeg voorbeeld van de Amsterdamse School. In de Diamantbuurt heeft architect Van Epen veel huizen gebouwd. Zijn stijl is o.a. te herkennen aan de hoekige v-vormige erkers. Maar een van de pronkstukken van de Amsterdamse School is het Dageraadcomplex bij de P.L. Takstraat, gebouwd door de architecten Piet Kramer en Michel de Klerk.

Liefhebbers uit de hele wereld komen kijken hoe Amsterdam in de jaren twintig deze ‘paleizen’ voor zijn arbeiders bouwde. Politiek Den Haag zette de geldkraan wijd open en niets hield het stadsbestuur tegen om deze jonge architecten, die zichzelf als kunstenaars zagen, hun gang te laten gaan.

Het bezoekerscentrum De Dageraad, gevestigd in een voormalige winkelruimte van het complex, organiseert veel rondleidingen door de buurt. Ook ‘grote broer’ Museum Het Schip in de Spaarndammer buurt organiseert dit jaar tal van excursies, rondleidingen, lezingen en tentoonstellingen over de Amsterdamse School.

Voor wie benieuwd is hoe de huizen er van binnen uit zagen, is onlangs een heel bijzondere tentoonstelling geopend van interieurontwerpen van de Amsterdamse School in het Stedelijk Museum. Er zijn meer dan 500 ontwerpen te zien van lampen, meubelen, klokken, keramiek, textiel en behang.

Speciaal voor dit jubileumjaar is er een website in het leven geroepen met daarin links naar alle deelnemers en hun activiteiten: www.100jaaramsterdamseschool.nl.

Polderhuis

Datum: 1 september 2015 / Editie: September 2015 / Auteur(s): Ton van der Tas

Het Polderhuis aan de Boerenwetering was zowel café als herberg en stond hier al in de zeventiende eeuw.

Voor veel Amsterdammers was dit een geliefde plek. Starend over de tuinderijen en weilanden, dronk men hier onder de bomen bij het Polderhuis een glas bier of limonade of maakte men een tochtje met een roeiboot over de Boerenwetering.

De naam Boerenwetering verwijst naar de oorspronkelijke gebruikers van dit water. Eeuwenlang was de Boerenwetering voor veel boeren en tuinders de belangrijkste verbinding met de stad Amsterdam. Vroeg in de ochtend meerden zij al aan met hun schepen bij het Polderhuis. Omdat de Boerenwetering op een lager waterpeil lag, werden de schepen hier door een sluis geleid naar het hoger gelegen Amsterdamse peil.

Eeuwenlang was de Boerenwetering voor veel boeren en tuinders de belangrijkste verbinding met de stad Amsterdam. Vroeg in de ochtend meerden zij al aan met hun schepen bij het Polderhuis.

De sluis is niet te zien op deze kaart; deze bevond zich achter het café. Wel zien we rechts van het theekoepeltje de overhaal met de twee grote wielen. Dit was een takelinstallatie, die gebruikt werd om de kleinere boten naar het hogere waterpeil te slepen.

Veel kunstenaars en fotografen hebben deze idyllische plek vastgelegd. Er zijn ook verschillende ansichtkaarten van deze plek bewaard gebleven, zoals deze van net na het jaar 1900. We zien dat het Polderhuis er nog staat, maar de landelijke omgeving is al grotendeels verdwenen. Aan weerszijden van de Boerenwetering zijn kades gemaakt en huizen gebouwd: links de Ruysdaelkade en rechts de Hobbemakade.

In 1923 is het Polderhuis afgebroken om plaats te maken voor een rioolgemaal. Veel Amsterdammers betreurden dat, want het Polderhuis stond hier al eeuwenlang en, ook al was het de laatste jaren steeds meer een gewone stadskroeg geworden, het was een plek die herinnerde aan de tijd dat het hier nog zeer landelijk was. Deze tijd was nu definitief voorbij.