Held Hassan

Datum: 1 juni 2011 / Editie: June 2011 / Auteur(s): Gert Meijerink

Iedereen die het Wijkcentrum Ceintuur aan de Gerard Doustraat wel eens bezoekt kent Hassan. Al meer dan 20 jaar is hij er baliemedewerker, zoals zijn functie officieel luidt.

Voor Hassan – niemand kent hem eigenlijk bij zijn achternaam (Iallouchen) – lopen mensen een eindje om, ook voor zomaar een praatje of een kopje koffie. Is hij er niet, dan druipen veel mensen teleurgesteld af. Zo is daar het voor mij beroemde verhaal van een vaste bezoeker die van De Pijp naar Osdorp verhuisde, maar voor Hassan toch nog altijd naar De Pijp kwam, om door hem geholpen te worden.

Hassan, het gezicht van het wijkcentrum, staat de mensen als eerste te woord. Of het nu gaat om iemand die moeite heeft met het invullen van een lastig formulier, iemand die iets wil weten over het aanleggen van een geveltuin of iemand die een bewonersgroep wil oprichten, Hassan helpt. Hij weet bij wie die mensen het beste terecht kunnen. “En als ik iemand niet kan helpen”, zegt Hassan, “geef ik hem een kopje koffie, of we gaan samen buiten een sigaretje roken. Heb ik toch wat kunnen doen”. Als het stadsdeel zijn baan – waar het nu naar uitziet – gaat wegbezuinigen, heeft dat ook gevolgen voor de spreekuren die door vrijwilligers worden gehouden, zoals het belastingspreekuur en het advocatenspreekuur. Er kan dan nooit meer iemand een briefje komen typen of op internet iets opzoeken, dingen waar Hassan bij helpt, omdat met het vertrek van Hassan de balie onbemand blijft. Met het mogelijke gedwongen ontslag zullen tientallen bezoekers per week, die hij anders ontvangt, gedupeerd zijn. Dat vindt Hassan nog het ergste.

Hassan, je bent onze held!

Als anderen door mijn werk geraakt worden, ben ik blij

Datum: 1 oktober 2008 / Editie: October 2008 / Auteur(s): Gert Meijerink

Aanvankelijk maakte kunstenares Meta Joanknecht schilderijen, maar toen ze acht jaar geleden voor het erst met klei in aanraking kwam, was ze om. Sindsdien bestaat haar oeuvre uit schalen. Verleden jaar kwamen daar tekeningen bij op honderd jaar oude tegeltjes.

Joanknecht is winnares van de Prix d’Albert van 2007, de prijs voor de best verzorgde presentatie op de KunstCuyp tijdens het jaarlijkse Nazomerfestival op de Albert Cuypstraat.

“Ik ben altijd bezig geweest met vormgeving. De vormen die je onder de zeespiegel tegenkomt vind ik vaak erg mooi, de grillige contouren van koraal, gewelfde randen van grote schelpen. Erosie vervormt en geeft leven aan dode objecten, daar zie ik schoonheid in. De natuur inspireert me door de continue verandering van vormen en kleuren. En mensen interesseren mij. Het intrigeert mij wat er zich bij hen onder de oppervlakte afspeelt. Dat probeer ik in mijn werk te verbeelden”.

De schalen
Eerst: ruimte leegmaken, schoonmaken, juiste werksfeer creëren door muziek en wierook. Dan: figuren schetsen op papier en het vormen van de klei. Figuren overbrengen in de klei. Laten drogen en bakken. Glazuren en nogmaals bakken.

“Ik noem mijn schalen ook wel ‘zeeschalen’. Hun organische vorm laat ik aan de randen afgebrokkeld lijken. De delen aan de rand van de schaal zijn oneindig dun en lijken kwetsbaar, alsof elke aanraking teveel kan zijn. In werkelijkheid zijn ze behoorlijk stevig. De ruwe delen van het oppervlak hebben een koraalachtige structuur. Ze bestaat uit duizenden kleine puntjes, die allemaal iets meegemaakt zouden kunnen hebben.

Daarin, als het ware uitgespaard, breng ik als contrast hele gladde organische vormen aan. Nu eens mensachtige figuren dan weer abstracte vormen. Ik begon met kleinere schalen tot 45 cm doorsnee. Op dit ogenblik maak ik ze tot wel 70 cm doorsnee. Ze doen denken aan offerschalen. Met hun open vormen benadrukken ze nog meer wat ik het ontvangende aspect noem. Ik laat de natuurlijke kleuren van de gebakken klei altijd in mijn schalen meespelen. De klei kan geel zijn, zwart, oranje en zelfs paars. Daarna glazuur ik ze waarbij ik vaak een contrasterende kleur gebruik.”

De tegels
“Ik heb het afgelopen jaar honderden tegeltjes beschilderd met inkt en vaak ook met glazuur bewerkt. De tegels heb ik niet zelf gebakken. Ze komen uit Zuid-Frankrijk. Ze maakten deel uit van zogenaamde hoeken die zo’n honderd jaar geleden werden ingezet voor de kweek van meloenplantjes. Ze werden op het land tegen elkaar geplaatst zodat ze een soort kamertjes vormden om zo de jonge plantjes te beschermen tegen de mistralwind. Door het dagelijks intrekken en uitwasemen van vocht zijn er grote kleurverschillen ontstaan. Ze hebben hierdoor veel leven in zich. Die hoeken heb ik versneden tot tegeltjes van ca 9 x 9 cm.

Ze vormen een geschikte achtergrond voor mijn tekeningen. Ik teken erop met watervaste inkt. Om het doorleefde nog meer te versterken bewerk ik ze ook vaak met glazuur waarna ik ze op verschillende temperaturen bak. De grillige structuren die dan ontstaan geven aan het resultaat nog meer karakter.

Ik zie ook veel humor in de figuren en in de posities die zij innemen. En omdat ik intuïtief werk kan ik dan erg lachen als ze onverwacht in lachwekkende poses op de tegels verschijnen.

Elke tekening is uniek en iedereen interpreteert ze op zijn manier. Meerdere tegels bij elkaar vormen automatisch een verhaal. Zo kun je uit zo’n vijfhonderd verschillende afbeeldingen je eigen verhaal samenstellen. Heerlijk om bijvoorbeeld vanuit het bad bij weg te dromen. Als anderen door mijn werk geraakt worden, ben ik blij, dan is het overgekomen.”

Van Dorp ruimde restjes truttigheid op

Datum: 1 december 2003 / Editie: December 2003 / Auteur(s): Gert Meijerink

Wijkcentrum Ceintuur/ De Pijp 35 jaar, deel 1: Medestander van Pijpbewoner Jan Schaefer verzette zich tegen afbraakbeleid gemeente. Notabelen uit het bestuur worden vervangen door het gewone volk.

In 2004 bestaat het Wijkcentrum Ceintuur 35 jaar. Kunstwerkgroep De Pijp grijpt deze gelegenheid aan om vergeelde posters, foto’s en kranten boven water te halen. Doel: het reconstrueren van de geschiedenis aan de hand van de opgedoken beelden.

In deel 1 van deze serie van acht afleveringen staat Frank van Dorp centraal. Hij was in de jaren zeventig actief in het wijkcentrum als bestuursvoorzitter en Pijpkrantredacteur. De afbeeldingen op deze pagina zijn afkomstig uit zijn archief. Het wijkcentrum Wijkcentra bestaan in Amsterdam al vanaf 1948. Doel is het organiseren van evenementen die het volk zijn misère voor even moet doen vergeten. Het bestuur bestaat uit de notabelen van de wijk.

Geheel in deze nobele, apolitieke traditie wordt ruim twintig jaar later, op 6 oktober 1969 in de ontvangstzaal van Heineken en in het bijzijn van burgemeester Samkalden het 25e Wijkcentrum van Amsterdam opgericht: het Wijkcentrum Ceintuur. Maar al een jaar later eist Werkgroep De Pijp, een groep van radicale jongeren uit de wijk, het aftreden van de notabelen. Alleen onder die voorwaarde wil het kandidaten leveren voor het bestuur. De eis wordt ingewilligd. Vanaf dat moment wordt het bestuur niet meer van boven-, maar van onderaf gekozen op openbare vergaderingen (wijkraden). Hier kan iedere buurtbewoner zijn stem uitbrengen. De prioriteit verschuift van het organiseren van gezelligheidsevenementen naar de strijd om een betere woonomgeving. Een strijd die onderdeel is van het gevecht tegen het ‘maatschappelijk systeem’.

Met deze minirevolutie is het wijkcentrum van de jaren zeventig geboren. Werkgroep De Pijp In hetzelfde jaar als de oprichting van het wijkcentrum verenigen katholieke jongeren zich in ‘Werkgroep De Pijp’. Zij worden geïnspireerd door de Paus die een socialere houding van de kerk voorstaat. Niet veel later lijkt het meer de apostel van het socialisme, Karl Marx, te zijn die de wegbereider is (zie de ‘overval’ op het wijkcentrum hierboven). De centrale figuur is de later als staatssecretaris beroemd geworden banketbakker en Pijpbewoner Jan Schaefer. In 1972 schuift hij via de door hem ingestelde wijkraad medewerkgroepslid en andragoloog Frank van Dorp als bestuursvoorzitter naar voren. Onder Van Dorp worden de laatste restjes ‘truttigheid’ opgeruimd en verandert het wijkcentrum in ‘aksiesentrum’.

De Pijp

Tot aan die jaren zeventig ziet de gemeente in De Pijp met haar centrale ligging de ideale plek voor een nieuwe city met moderne grootstedelijke architectuur. Zij moet het ruimtegebrek van bedrijven en instellingen in het centrum compenseren. De algemene opvatting van overheidszijde is dat volksbuurt De Pijp met haar krotten en autowrakken rijp is voor de sloop. Het is in feite de omkering van dit proces – van city terug naar woonwijk – waarvoor het wijkcentrum van Van Dorp de belangrijke eerste lans gebroken heeft. Acties In de tijd van Van Dorp nemen de bewoners (hiertoe aangezet door het wijkcentrum) het heft in eigen hand. Tal van nota’s, blauwdrukken, zwartboeken en actieplannen zien het licht. Tal van acties worden gevoerd: tegen cityvorming (met name tegen de opera die naast het netgebouwde Okura Hotel moet verschijnen), tegen sloop, vóór renovatie, tegen huurverhoging, vóór inspraak, vóór speelpaatsen, vóór kindercrèches. De Pijpkrant De spiegel waarin dit proces prachtig valt af te lezen is de Pijpkrant, de toen maandelijkse uitgave van het wijkcentrum. Direct na het aantreden van Van Dorp verschijnt het eerste nummer. Van Dorp: “Het heette eerst ‘Ceintuur Nieuws’. ‘Pijpkrant’ vonden wij minder truttig en een echte geuzennaam, want niemand wilde met het toen vaak als scheldwoord ervaren ‘pijpbewoner’ worden aangesproken.”

Die eerste Pijpkranten vallen op door doeltreffend en helder taalgebruik. Het is bijna een wonder dat zoveel overzichtelijke informatie steeds weer op zegge en schrijve twee A4-tjes zwart/wit bijeen kon worden gebracht. Hieraan was ook de hulp van copywriter en topontwerper Ton Wolf niet vreemd. Tegen betaling van boeken en jenever leverde hij koppen en ideeën voor de vormgeving. Dat laatste is aan de lay-out niet af te lezen. Zo doordacht als de tekst is, zo ondoordacht lijkt de vorm waarin die werd gegoten. Van Dorp: “Denken in teksten konden we wel. Daarbij werd ieder artikel aan een puntensysteem onderworpen, dat lange zinnen en het gebruik van moeilijke woorden genadeloos afstrafte. Denken in beelden was wat anders. We wilden niets liever, maar we hadden er geen enkele ervaring mee. Later ging dat beter en werden we er zelfs handig in. Ook wel eens in de zin van listig. Toen we eens een strijdbare bejaarde nodig hadden met de juiste politieke antwoorden, was die niet te vinden. Ik heb toen een gefingeerd interview geschreven en daarbij een foto van mijn moeder geplaatst die niemand kende. Op die foto zat ze in haar huiskamer naar iets te wijzen. In het bijschrift werd dat ‘iets’ de scheuren in de muren van haar krakkemikkige woning in De Pijp. Achteraf wilde iedere politieke partij die in De Pijp actief was haar wel inlijven. Ik heb dat kunnen afhouden door te zeggen dat die Pijpbewoonster weinig met de partij in kwestie op had.”

Films en tv-programma’s

Naast stilstaande beelden in de vorm van foto’s en posters blijkt er ook veel materiaal op film te zijn geschoten. Zo heeft de VPRO drie programma’s aan de toenmalige problematiek in De Pijp gewijd: ‘Namens Jan Schaefer’ (twee maal) en ‘Namens kinderen voor De Pijp’. Ook kraakacties, het prostitutiebeleid en toekomstplannen over De Pijp, blijken op film te zijn vastgelegd. Dat smaakt naar meer.

Voor alle afbeeldingen in de verwijzing hieronder: download Pijpkrant8 01.pdf

Bij de afbeeldingen: 1. Frank van Dorp, bestuursvoorzitter Wijkcentrum Ceintuur 1972-1977, Pijpkrantredacteur 1972-1982. 2. ‘Pijpkrant met de rug tegen de muur’ (offset, 59×42 cm); Pijpkrant als muurkrant uitgebracht vanwege constante geldnood (de Gemeente subsidieerde de uitgave minder dan mondjesmaat). 3. ‘Ferdinand Bolstraat autovrij!’ (Rob Stolk, offset, midden jaren zeventig, 42,5 x 29 cm) 4. ‘Weiger huurverhoging’ (Henk van de Brink e.a., zeefdruk, begin jaren zeventig, 42 x 59 cm) “Henk van de Brink van de PSP had op de Ceintuurbaan een primitieve zeefdrukkerij op zolder. Daar hebben we hem gemaakt.” 5. ‘Sloop? Red de Govert Flinck 15-53’ (Taco Anema, offset, eind jaren zeventig, begin tachtig, 56 x 41 cm) 6. Eerste uitgave Pijpkrant, 1972 7. Frank van Dorp aan het woord tijdens de buurtvergadering op 25 juni 1980 in de grote zaal van het Wibauthuis. Aan de orde is het meerjarenprogramma voor De Pijp. Hein von der Fuhr in ‘Komt dat nou nooit af?’ in 1992: “Zij werd gedomineerd door de bewoners van het kraakproject Govert Flinckstraat 172-174, die meenden dat de projectgroep hun woningen ten onrechte voor sloop wilde aanwijzen. De woordenwisseling kwam steeds terug en liep hoger op naar mate de avond vorderde. De sfeer werd grimmiger. Toen op een ogenblik het zaallicht uitging (het is nog steeds onbekend of een geschrokken portier van het Wibauthuis dat deed, of een van de aanwezigen ter verhoging van het drama, of gewoon per ongeluk met een schouder tegen het lichtknopje) maakte de voorzitter van de gelegenheid gebruik de vergadering te sluiten, waarna de zaal in een oogwenk leeg was. Geen van de aanwezige ambtenaren die zich deze avond tot vandaag de dag niet met afkeer levendig voor de geest weet te halen.” (foto Flinck en zo)