Gif spuiten door stadsdeel veroorzaakt ophef

Datum: 1 juli 2012 / Editie: July 2012 / Auteur(s): Tjerk Dalhuisen

Half juni verschenen in straten en op stoepen van De Pijp opeens opvallende karretjes met de opdruk ‘Weeds’. Nieuwsgierige bewoners kregen te horen dat het ging om de bestrijding van onkruid, in opdracht van het stadsdeel.

Niet met milieuvriendelijke middelen, maar met het giftige en omstreden middel Roundup. Er werd gespoten op stoepen, naast geveltuinen, voor de voeten van passanten en bij mensen die op een terrasje genoten van een kop koffie. Zelfs boomspiegels werden met het gif besproeid. Stadsdeel en Natuur en Milieuteam van het wijkcentrum kregen allerlei telefoontjes van verontruste bewoners. Vereniging Ons Zuid stelde vervolgens vragen in de stadsdeelraad; wethouder Joep Blaas beloofde de zaak te onderzoeken en de raad te informeren.

Waarom is het stadsdeel onkruid weer ouderwets gaan bestrijden met gif? Officieel streeft het stadsdeelbestuur naar minimaal gebruik van bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte. De wethouder liet de commissie het volgende weten:

“Er zijn ruwweg twee methoden voor bestrijding van onkruid: de DOB (duurzaam onkruid bestrijding) methode en de borstelmethode.

DOB houdt in:
– gebruik van bestrijdingsmiddel alleen gedruppeld/gedoseerd op het plantje (infrarood gestuurd)
– een afbreekbaar middel dat geen restsporen na laat, het geeft dus geen vervuiling van het grondwater
– het maakt de hele plant dood inclusief de wortel
– kosten 1,5 cent per behandelde m2 per keer

Borstelen:
– alleen de bovenkant van het plantje verdwijnt, de wortels blijven zitten
– brengt schade aan het straatmateriaal aan (buiten ‘afschrapen’ van oppervlak vaak ook splinters die wegspringen)
– kost 10 cent per geborstelde m2 per keer.

Het stadsdeelbestuur heeft gekozen voor de DOB-methode. “Vooral als deze vroeg in het seizoen wordt toegepast voorkom je zaadvorming later in het jaar en daardoor weer verspreiding van onkruid. Hierdoor is het over het algemeen maar twee keer per jaar nodig om deze methode te gebruiken. Vanuit milieu- en kostenoogpunt is dit een verantwoorde keus.”

Tot zover de informatie van de wethouder. Maar de wethouder lijkt zich vooral te hebben laten informeren door de fabrikant en de gebruikers. Veel onderzoeken tonen namelijk aan dat Roundup, waarmee de DOB-methode wordt toegepast, helemaal niet zo onschadelijk is. Het breekt niet makkelijk af, laat wel degelijk restsporen achter en vervuilt het oppervlaktewater. Volgens de wethouder gaat het hier om Roundup Evolution, een ‘light’versie van het klassieke Roundup. Maar dat middel bevat dezelfde werkzame stoffen waarover veel verontrustende onafhankelijke onderzoeken zijn gepubliceerd.

Het is opmerkelijk dat het stadsdeel zijn bewoners blootstelt aan een dergelijk gevaarlijk gif. De stof staat in Zuid-Amerika bekend onder de naam ‘matatodo’, dat ‘doodt alles’ betekent. Het wordt ingezet bij de grootschalige sojateelt en leidt tot dode riviertjes, vergiftigd vee en zieke mensen. Het vermoeden is dat Round Up ook kankerverwekkend is. Glyfosaat, de werkzame stof in Roundup, verstoort de hormoonhuishouding bij mensen en recent wezen Chinese wetenschappers op een verband tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson.

De mogelijk schadelijke effecten voor mens en (huis)dier zouden al reden genoeg moeten zijn het middel uit te bannen. Vorig jaar nog nam de Tweede Kamer een motie aan voor een verbod op de verkoop van Roundup voor commercieel gebruik. Waarom gebruikt het stadsdeel dit onkruidverdelgingsmiddel dan toch langs geveltuinen, in boomspiegels en langs de waterkant? Ook als het ‘alleen’ op de stoep wordt gespoten beschadigt het de planten. Bovendien breekt het slecht af in de bodem. Juist Roundup baart de waterschappen zorg, want het verontreinigt het oppervlaktewater.

Hebben de wethouder en zijn adviseurs een te positief beeld geschetst? Gelukkig wordt het gif hier niet zo massaal gebruikt als in de sojateelt, maar waarom zou het stadsdeel zijn bewoners blootstellen aan een potentieel gevaarlijke stof als er ook goede en minder ongezonde alternatieven bestaan?

Een aantal feiten over Roundup is te vinden op www.vtm-milieu.nl/roundup/
Veel info is er ook op www.gifsoja.nl

Betrokken bewoners maken de wijk

Datum: 1 december 2010 / Editie: December 2010 / Auteur(s): Tjerk Dalhuisen

Blijf van ons wijkcentrum af! Dat was de teneur van hee veel reacties op plannen van het stadsdeelbestuur. Wijkcentra doen goed werk, ze betrekken bewoners, helpen ze goed en zijn goud waard voor de wijk.

Dankzij deze gezamenlijke inzet hebben bewoners en ondernemers met hulp van ambtenaren en politici De Pijp leefbaar, groener en veel mooier gemaakt. Van afbraakwijk in de jaren ’70 tot superpopulaire wijk nu. Ook het Wijksteunpunt Wonen doet heel goed en nuttig werk. Die boodschap werd ook door vele insprekers verteld, zowel bij de commissie- als raadsvergaderingen van Stadsdeel Zuid. Toch komt er vanaf 2012 een grote korting op dit nuttige werk. Inzet van vrijwilligers en betrokkenheid van bewoners worden zeker gewaardeerd, zo lieten de politici weten. Of de politici echt goed geluisterd hebben naar de bewoners moet na uitwerken van de plannen in het voorjaar blijken.

Een zee van reacties ontving het stadsdeel op de plannen om wijkcentra en buurthuizen te sluiten en te snijden in de ondersteuning van huurders. Met brieven, handtekeningenlijsten, steunverklaringen, grote hoeveelheden e-mails en persoonlijke reacties. Bij elkaar honderden insprekers en tweeduizend inspraakreacties verder heeft de stadsdeelraad de hoofdlijnen toch aangenomen. Er komt vanaf 2012 een grote korting op het ‘sociale domein’. Wel wordt bekeken hoe de pijn zo veel mogelijk verzacht kan worden.

De politici spraken hun waardering uit voor de inzet van betrokken bewoners en vrijwilligers. Er is een PvdA-voorstel aangenomen dat de gevolgen van de bezuiniging moet wegnemen. Door oprichten van vijf ‘huizen van de wijk’ waar instellingen samenwerken zou veel bespaard kunnen worden op huisvesting en overhead. Dat klinkt goed. Het kan uitkomst bieden als instellingen langs elkaar heen werken, dubbel werk doen of in dure gebouwen zitten. Per wijk is dan een groot en betaalbaar gebouw nodig. Ook van belang zijn een lage drempel voor bewoners, plus voldoende budget om initiatieven tot een duurzaam succes te maken. Met personele ondersteuning, want je kan van vrijwilligers veel initiatief verwachten, maar niet dat ze onbetaalde arbeidskracht worden. Kortom, een huis van de wijk kan een succes worden als aan een aantal voorwaarden is voldaan.

Of dat in de De Pijp gaat werken is de vraag. Hier wordt al goed samengewerkt door wijkcentrum en buurthuizen en er is geen dubbel werk. De overhead is minimaal en in elk geval heeft Wijkcentrum Ceintuur nu een redelijk betaalbare huurprijs in een pand van een woningcorporatie. Verhuizen naar een duur stadsdeelpand zou alleen maar meer kosten.

Wat gebeurt er op korte termijn?
Voor 2011 blijven de budgetten voor de wijkcentra gehandhaafd. Alleen het geld voor de coördinator van wijkcentrum Ceintuur houdt op. Dat is met veel moeite nog op te vangen. Wel is alle rek er daarna uit. Het Wijksteunpunt Wonen moet het in 2011 met € 30.000 minder doen. Daar staat extra geld tegenover voor nieuwe taken als het ondersteunen van Verenigingen van Eigenaren.

De grote klappen komen in 2012. Wat dat voor de wijkcentra betekent hangt dus af van verdere invulling van de plannen voor de huizen van de buurt. Daarover spreekt het stadsdeel in het voorjaar met de betrokken organisaties en natuurlijk ook de betrokken bewoners. Ten minste, als de politici echt vinden dat wijkcentra, betrokken bewoners en de inzet van vrijwilligers belangrijk zijn.

Vanaf 2012 gaat wel de bijl in de huurdersondersteuning. Het wijksteunpunt raakt volgens het voorstel 37% van haar budget kwijt. Dat zal zeker gedwongen ontslagen en een stuk minder dienstverlening betekenen. Zo’n groot bedrag is immers niet op een andere manier op te vangen.

Zijn alle reacties dan voor niets geweest?
Nee, zeker niet! Juist door de enorme inzet en de steun die het wijkcentrum en het Wijksteunpunt Wonen van bewoners en ondernemers kregen is het een debat geworden. En dat niet alleen, het heeft de partijen wakker geschud: er staat echt iets te gebeuren. Hoewel het geheel geen garanties biedt voor na 2011 heeft de campagne Hakken in de Wijk de wijkcentra en vooral ook Wijkcentrum Ceintuur op de kaart gezet. Daarmee zijn de raadsleden beter doordrongen van het belang van de wijkcentra. Het beeld is een stuk diverser geworden. De meeste partijen zien nu dat we concreet bezig zijn voor weinig geld. Dat zou toch gewaardeerd moeten worden.

In december ontvangt Wijkcentrum Ceintuur een brief waarin de subsidierelatie per 2012 wordt opgezegd. Tegelijkertijd gaat het stadsdeelbestuur met ons in gesprek over wat we dan wel gaan doen. De opzeggingsbrief is een formaliteit, zoals wethouder Kreuger het bestempelde, maar zonder garanties voor de toekomst. De komende maanden gaan we door met het inhoudelijke debat over nut en noodzaak van wijkcentra. Graag samen met u!

We danken u voor de steun. U kunt de ontwikkelingen lezen op www.hakkenindewijk.nl. U blijft nog beter op de hoogte als u ons volgt op twitter en/of facebook: Hakken in de Wijk.

Het helpt ons als u ook uw vrienden vraagt ons te volgen, zo breiden we samen het digitale netwerk van betrokken bewoners uit!

Tjerk Dalhuisen,
namens het bestuur van wijkcentrum Ceintuur

Wie rotzooit er met ons eten?

Datum: 1 februari 2010 / Editie: February 2010 / Auteur(s): Tjerk Dalhuisen

Lekker eten, dat willen we allemaal. Zonder gezeur en zonder na te denken waar het vandaan komt en of het wel gezond is. Toch? Maar weten we genoeg over ons voedsel? Waar komt het vandaan en wat is er mee gebeurd? Is het wel zo gezond en verantwoord als we hopen? Of zit er meer troep in dan we denken?

Wij, van de werkgroep ‘Voedsel in De Pijp’ vinden dit belangrijke vragen en organiseren daarom op 27 februari een discussie over dit thema. We doen dat aan de hand van soja, een plant die is verwerkt in 60% van alle producten in de supermarkt. Die massaal gevoerd wordt aan koeien, kippen en varkens. Wist u dat veevoer meestal genetisch gemanipuleerde soja is? Dat staat niet op het etiket van de melk, de eieren, de kaas of het vlees. Als u niet indirect genetisch gemanipuleerde soja wilt eten kunt u beter biologische producten kopen. Hieronder een achtergrondverhaal.

Genetisch gemanipuleerd voedsel zou de honger in de wereld bestrijden. Dat klopt niet. ‘Gentech’ gewassen leveren niet meer opbrengst op en zijn ook niet beter bestand tegen droogte of zout. Wel maakt de teelt ervan boeren afhankelijk van een multinational als Monsanto, die zowel de zaden van de soja als de bestrijdingsmiddelen tegen onkruid levert. Veruit de meeste gentech gewassen zijn door manipulatie bestand tegen bestrijdingsmiddelen. Sommige produceren zelf een extra gifstof. Het gaat vooral om soja, mais, katoen en suikerbieten.Het gifgebruik is hierdoor alleen maar toegenomen, omdat onkruid resistent wordt tegen het gif.

Veel consumenten willen geen genetisch gemanipuleerd eten. Terecht, want diverse objectieve studies tonen ernstige bijeffecten aan. In de Europese Unie worden gentechgewassen toegelaten op basis van een besluit van de Europese Voedselautoriteit. Maar deze EFSA beoordeelt alleen op basis van gegevens aangeleverd door de biotech bedrijven, niet aan de hand van onafhankelijk onderzoek.

De bijeenkomst op 27 februari start met de korte documentaire ‘Killing Fields’ over de sojateelt. Vervolgens vertonen we videoboodschappen van kleine boeren uit Paraguay, met een spreker die het sojaslagveld heeft bezocht. Daarna gaan we in gesprek over het thema en zetten we op een rij wat er zoal in onze buurt wordt verkocht. Milieudefensie heeft in haar campagne ‘Stop fout veevoer’ eerder aandacht besteed aan dit thema. Wij willen kijken wat wij in onze buurt kunnen doen, om de mensen te betrekken bij de herkomst van producten en om supermarkten te vragen de foute producten van de schappen te halen. Een enkele consument heeft niet veel te vertellen, maar samen kunnen we veel bereiken, zeker als we ook duidelijk van ons laten horen. Dat gebeurt op steeds meer plekken, dus waarom niet ook in De Pijp!

Gif in melk, kaas, eieren en vlees
Nederland is ‘s werelds op één na grootste importeur van soja. Deze soja wordt vooral als veevoer in de bioindustrie gebruikt. In Zuid-Amerika leidt de productie tot ontbossing, vergiftiging van mens en milieu: kleine boeren worden hierdoor van hun land verdreven. De lokale voedselproductie gaat achteruit, ten gunste van de export waar alleen grootgrondbezitters van profiteren. Meestal is dit genetisch gemanipuleerde ‘roundup ready’ soja. Deze is resistent gemaakt tegen Monsanto’s eigen onkruidverdelger Roundup.

De teelt is eenvoudig: zaai een veld in met soja, zonder te ploegen. Bespuit het land met Roundup (glyfosaat), en alles gaat dood – behalve de resistente soja. Herhaal dit en voeg naar wens andere pesticiden toe. Sproeien kan met tractoren of met vliegtuigen. Omwonenden krijgen keer op keer de volle laag gif. Met als gevolg acute en chronische gezondheidsproblemen. Kinderen zijn extra kwetsbaar. Voedselgewassen op naastgelegen velden lopen schade op, en dieren die met gif vervuild water drinken gaan dood. Zo worden hele gemeenschappen en gebieden structureel vergiftigd.

De vruchtbaarheid van de bodem gaat hard achteruit. Daarom is steeds meer kunstmest nodig. Resistente onkruiden vereisen teeds meer Roundup en andere onkruidverdelgers. Deze teelt leent zich bij uitstek voor grootschalige productie, met inzet van veel bestrijdingsmiddelen, maar zonder menskracht. Kleine boeren worden van hun land verdreven en vluchten naar de steden.

Giftig
Roundup wordt ook in Nederland vaak gebruikt om onkruid te bestrijden. Glysofaat, de werkzame stof blijkt veel giftiger dan altijd is beweerd. Professor Seralini van de universiteit van Caen toont aan dat menselijke placenta’s gevoelig zijn voor roundup. Eerder bleek al dat de stof geboorteafwijkingen bij reptielen veroorzaakt. In Paraguay en Argentinië zijn kinderen met ernstige aangeboren afwijkingen. Er zijn sterke aanwijzingen dat Roundup kankerverwekkend is. Zo telt het dorp Ituzaingo in Argentinië, dat omgeven is door sojavelden, 200 kankerpatienten op 5.000 inwoners. Reden genoeg voor de rechter daar om bespuitingen in de buurt van het dorp te verbieden. Een voorbeeld dat sindsdien door andere rechters in het land is gevolgd.

Verantwoord?
De ‘Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja’ praat er al jaren over. Het wil gemanipuleerde soja een acceptabel groen randje geven. Deze Ronde Tafel is zeer omstreden en breed bekritiseerd, vooral door boeren en millieuorganisaties uit Zuid-Amerika. Aan de Ronde Tafel zitten geen kleine boeren of inheemse volkeren, wel grote producenten, handelaren en vertegenwoordigers uit de industrie. Voorzitter is de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Solidaridad. Verder zitten er het Wereld Natuur Fonds in, AHOLD en de Nederlandse veevoederindustrie. Gentech soja, bedacht door Monsanto, krijgt van de Ronde Tafel het stempel ‘verantwoord’, terwijl de ontbossing en negatieve gevolgen voor mens en milieu niet worden aangepakt.

Hoe kan dit? Waarom werken het Wereld Natuur Fonds en Solidaridad daar aan mee? Waarom betaalt de Nederlandse regering een groot deel van deze Ronde Tafel met ontwikkelingsgeld? Waarom werkt zij mee aan het ‘verantwoord’ verklaren van soja voor de bio-industrie? Ten koste van mens, natuur en milieu in Zuid-Amerika? Deze soja kan nooit duurzaam of verantwoord zijn.

Wat staat De Pijp nog te wachten met de Noord/Zuidlijn?

Datum: 1 april 2009 / Editie: April 2009 / Auteur(s): Tjerk Dalhuisen

Al zeven jaar staat de Ferdinand Bol op zijn kop en lijdt de Albert Cuyp onder slechte bereikbaarheid. Veel bewoners zijn de bouwellende al lang beu. Bijna klaar, hoop je dan, maar weer is Amsterdam opgeschrikt door een enorme kostenstijging en grote vertraging van de Noord-Zuidlijn. Er gaan serieuze stemmen op om de tunnel onder het centrum maar te vergeten. Maar het was toch bijna klaar, of niet?

Geen garantie
Stoppen klinkt vreemd. Het station in de Ferdinand Bol lijkt vergevorderd. Maar wie denkt dat het werk bijna af is komt bedrogen uit. Het moeilijkste stuk ontgraving van het station moet nog beginnen. Recent is de eerste test gedaan voor het onder luchtdruk ontgraven van het diepste deel. Het station moet namelijk meer dan 30 meter diep worden. De druk van het grondwater wordt dan zo groot dat het risico bestaat dat de kleilaag onder het station openbarst. Als dat gebeurt is de ramp niet te overzien. Het station verandert in een zwembad en de gevolgen voor de omgeving zijn enorm. Vandaar dat het laatste stuk graven onder luchtdruk gebeurt, onder een betonvloer. Als het goed is lopen we dan geen risico.

Absolute garantie is er niet, zo bleek recent in Keulen. Wat niet voor mogelijk gehouden werd gebeurde. Er ontstond een groot lek, er stroomde veel water de bouwput in en vervolgens begaf de complete diepwand het. Met desastreuze gevolgen. Het stadsarchief en een aantal huizen stortte in de bouwput. Pikant detail, zelfde aannemer, zelfde naam, NoordZuidlijn. De omstandigheden zijn natuurlijk anders, maar er zijn ook overeenkomsten. Het ging om een bouwput voor een wissel, maar de wanden zijn met dezelfde techniek gebouwd als die van de stations in Amsterdam, ook met een meter dik beton.

Meer bouwputten
Het station in de Ferdinand Bol is niet het laatste werk in De Pijp. Er komen nog diepe bouwputten voor de nooduitgangen bij de Jozef Israëlskade, op het Cornelis Troostplein en in de Eerste Jacob van Campenstraat.

Dan moet het boren van de tunnel nog beginnen. Dat blijkt zeker niet zonder risico. Op dit moment doet de gemeente nog nader onderzoek. Deskundigen hebben gewaarschuwd dat hier eerder te gemakkelijk overheen is gestapt. Extra pikant voor De Pijp is dat destijds is gekozen om de twee tunnelbuizen niet onder het noordelijk stuk van de Ferdinand Bol onder elkaar te leggen. De reden? Men was bang dat de Heinekentoren scheef zou zakken. Deze staat namelijk op de fundering van de oude Heinekenfabriek en niet op de tweede zandlaag.

De diepste tunnel gaat onder de huizen van de Stadhouderskade, Eerste Jacob van Campenstraat, Quellijnstraat, Daniël Stalpertstraat, Saenredamstraat en Gerard Doustraat door naar het Picoplein, waar Cuyp en Bol elkaar kruisen. De andere tunnel duikt onder de Ferdinand Bol. Deze buis komt omhoog naar het station en doorboort ter hoogte van de Saenredamstraat de eerste zandlaag. Dat is de laag waar de meeste huizen op gefundeerd zijn. Het effect kent niemand, want dit is nog nooit vertoond.

Doorgaan of stoppen?
We zijn er dus nog lang niet. Ook niet wat de kosten betreft. Bij het referendum in 1997 beloofde de gemeente dat Amsterdam niet meer dan 40 miljoen aan de lijn zou betalen, inmiddels betalen we ruim een miljard. Helaas is het einde nog lang niet in zicht. Verantwoordelijk wethouder Herrema heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en is opgestapt. Hij liet in het Parool weten dat hij verdere kostenstijgingen verwacht. Hoogleraar Hennes de Ridder van de TU Delft liet in de Volkskrant van 28 februari weten dat hij verwacht dat de kosten kunnen oplopen tot 4 miljard en dat de lijn niet voor 2020 klaar zal zijn. Als dat klopt mag Amsterdam naast de miljard die er nu al in gaat nog even anderhalf miljard extra zoeken, want het Rijk gaat niet betalen.

Contracten afkopen
Toch moet het Rijk kiezen: of het betaalt heel fors mee omdat Amsterdam het niet trekt, of het accepteren dat alleen het stuk van Noord naar CS wordt afgebouwd. Van terugvorderen van de al betaalde 616 miljoen subsidie kan dan geen sprake zijn. Het Rijk houdt 400 miljoen over voor verbetering van openbaar vervoer in stad en regio en Amsterdam kan de contracten met de aannemers afkopen en de stations ombouwen. Dat kost misschien een paar honderd miljoen, maar niet de anderhalf miljard die we anders nog kwijt zijn.

Stoppen betekent dat we een parkeergarage hebben voor de bezoekers van de Albert Cuyp of misschien een ondergronds winkelcentrum of een concerthal. Dan gaat Amsterdam tenminste niet failliet en zijn we in pakweg twee jaar van de ellende af en kunnen de Bol en de Albert Cuyp weer normaal functioneren. Dat scheelt veel geld en behoedt ons voor nog tien jaar doormodderen, met alle gevaren van dien.

Tjerk Dalhuisen, Vereniging de Bovengrondse

“Bijna schouderophalend nam de Delftse hoogleraar annex ‘bouwgoeroe’ Hennes de Ridder vorige week kennis van de zoveelste kostenoverschrijding van de NZ-lijn in Amsterdam, gepaard gaande met alweer een latere openingsdatum. De Ridder, gespecialiseerd in bouwprocessen en risicomanagement, schrikt niet zo snel meer van dit soort nieuws.

In de hoop dat de Amsterdammers tegen een stootje kunnen -volgende week wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de nieuwste tegenvallers- kondigt De Ridder alvast maar aan dat de metrolijn minstens 4 miljard euro gaat kosten en dat hij ‘natuurlijk’ niet voor 2020 klaar zal zijn. De Ridder: ‘Niks bijzonders, als je het wereldwijd bekijkt.”

Volkskrant 28 februari 2009

Noord-Zuidlijn opnieuw 325 miljoen duurder

Datum: 1 juni 2008 / Editie: June 2008 / Auteur(s): Tjerk Dalhuisen

Opnieuw is Amsterdam opgeschrikt door een enorme kostenstijging van de Noord-Zuidlijn. De lijn is bovendien niet in 2012 klaar, maar pas in 2015. Het prestigeproject is daarmee een drama van zo grote omvang geworden dat niemand het nog lijkt te kunnen bevatten.

Mensen halen hun schouders op en schudden hun hoofd bij zoveel onkunde. Elk jaar stijgen de kosten en duurt het project langer. Nu gaat het om een recordstijging, geld waar zo veel nuttige dingen mee gedaan hadden kunnen worden. Toen de Amsterdammers in 1997 hun stem uitbrachten in een referendum zou het project de gemeente 40 miljoen kosten. Het Rijk zou de rest betalen, was de belofte. Inmiddels zijn de kosten voor de stad opgelopen tot een miljard!

Een reconstructie
In 1996 stelden de tegenstanders van de Noord-Zuidlijn een alternatief voor. Afmaken van het ontbrekende stuk ringlijn van Sloterdijk naar het Centraal Station en vanaf de ringlijn een netwerk van snelle lightrailverbindingen met de grote gemeentes in de regio. Op die manier zou daadwerkelijk iets gedaan worden aan de files op de toevoerwegen naar Amsterdam. Bovendien zou je dan van het centrum snel in Noord, Osdorp, Geuzenveld of Slotervaart zijn. Het plan kon veel sneller uitgevoerd worden dan de Noord-Zuidlijn, tegen veel lagere kosten en met veel meer resultaat.

De gemeenteraad was bang het ‘cadeautje uit Den Haag’ te verliezen, want het Rijk had toen al toegezegd dat ze omgerekend 700 miljoen euro wilde betalen. Dus kozen ze voor een peperdure en technisch bijzonder complexe tunnel onder de binnenstad. De berekende voordelen bleken sterk tegen te vallen. Omdat de lijn niet buiten de stadsgrenzen kwam zou de lijn nauwelijks mensen uit de auto halen, zo bleek uit berekeningen in opdracht van gemeente en ministerie. Helaas ontbrak het politieke lef om op dat moment de koers om te gooien.

In oktober 1996 koos de gemeente voor de Noord-Zuidlijn. Het referendum dat op 25 juni 1997 volgde leverde ondanks een felle promotiecampagne van de gemeente winst op voor de tegenstanders. Tweederde van de kiezers stemde tegen de metrolijn. De opkomst was echter lager dan de drempel die de gemeente had opgeworpen en de uitslag werd genegeerd. De voorbereidingen gingen gewoon door. De meeste politici bleven blind, ook toen in 1999 bleek dat het Rijk een maximumbedrag ging betalen. De risico’s werden door het rijk afgekocht. Amsterdam protesteerde, maar ging vervolgens akkoord met de deal.

Toen in 2002 de biedingen van de aannemers binnen kwamen zag het er somber uit voor het project. De bouwkosten bleken veel hoger dan geraamd. De gemeente zette een tweede ronde biedingen op en kwam op miraculeuze wijze met een Duitse aannemer die ver onder de prijs van de anderen zat. “Zie je wel, prijsafspraken”, riepen de voorstanders. “Nee”, zeiden de critici, deze slimme aannemer laat een heleboel kosten buiten beschouwing, die later wel opduiken als meerkosten.

Misleiding
In oktober 2002 stond de gemeenteraad voor een moeilijke keuze. Stoppen met de voorbereidingen of doorgaan, ondanks de sombere prognoses? Vanuit de bevolking kwam veel protest en de tegenstanders gaven in goed onderbouwde stukken de grote risico’s aan. De geschrokken PvdA verlangde garanties van VVD-wethouder Dales dat de kosten niet verder zouden oplopen en dat het project verzekerd zou zijn. Het college zat in een lastig parket, maar Dales blufte zich er uit. Hij gaf de garantie dat alles nu heel zorgvuldig berekend was. Alleen bij extreme pech zouden er nog kosten bijkomen.

De meerderheid van de raad liet zich in slaap sussen en gaf groen licht met 29 stemmen voor en 14 tegen. De PvdA durfde het niet aan het uit de hand gelopen project af te blazen. Ook VVD, CDA en D66 gaven hun steun. Wel geluisterd naar de argumenten en de oproepen van de vele Amsterdammers hebben Amsterdam Anders, Groen Links en de SP. Vervolgens bleek dat het gemeentebestuur de raad en de bevolking ernstig heeft misleid over de kosten voor het project. Bij zijn vertrek in maart 2004 riep wethouder Dales dat de kosten toch zouden oplopen. Terwijl hij tot dat moment steeds het tegendeel bezwoer. De eveneens vertrekkende fractievoorzitter Tjalling Halbertsma van de PvdA erkende voor de camera van AT5 dat bij het raadsbesluit in 2002 een opzetje is gemaakt. Toen al wisten ze dat de begroting niet reëel was, maar op verzoek van de VVD kwam een zogenaamd sluitende begroting op tafel. Coalitiegenoot PvdA stemde daar mee in.

Dankzij deze misleiding beleeft Amsterdam nu een financiëeel debacle van ongekende omvang. Anno 2008 worden de gevolgen duidelijker dan ooit. Het is de burger die opdraait voor de grootheidswaan en het is bijzonder spijtig dat politici niet persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de gevolgen van hun besluiten.

Realisme
De huidige wethouder van Verkeer, Tjeerd Herrema, is in elk geval een stuk realistischer. Niet langer krijgen we optimistische begrotingen voorgeschoteld. De harde werkelijkheid leert dat er nog heel wat geld bij zal moeten. Dat is de afgelopen jaren gebleken, dat bleek ook onlangs. De nieuwste prognose voorziet in een stijging van de bouwkosten met 86 miljoen, indexeringskosten van 125 miljoen en extra risico’s van 114 miljoen. Totaal 325 miljoen.

Het is de vraag of we er daarmee zijn. Het moeilijkste deel van het werk, het boren van de tunnel, moet nog beginnen. Eén ding is duidelijk: het project is nu al, zeven jaar voor de geplande oplevering, verworden tot een drama dat erger is dan de grootste pessimisten destijds durfden te beweren.