NextDoor liever aan mijn deur voorbij

Datum: 15 oktober 2019 / Editie: Oktober 2019 / Auteur(s): Tanja de Vette

U heeft ze vast wel eens in de brievenbus gevonden: brieven met de aanhef: “Hi buurman of buurvrouw”, waarmee een buurtbewoner u uitnodigt deel te nemen aan de buurtapp NextDoor. Of misschien bent u zelfs al deelnemer. Mijn interesse was in ieder geval gewekt toen ik afgelopen voorjaar een dergelijke brief kreeg van mijn buurtgenoot Monique Greveling.

Ondanks dat ik met mijn naaste buren goed contact heb, leek zo’n app mij een leuke manier om mijn buurtgenoten nog beter te leren kennen. Ik woon hier al ruim twintig jaar, dus heb de buurt aardig zien veranderen. Als ik op mijn balkon zit hoor ik in de binnentuin steeds vaker buren andere talen spreken. Wie weet kon ik door zo’n app meer zicht krijgen op wie nou echt allemaal mijn buren zijn.

Toch maakte ik niet meteen gebruik van de aanmeldcode. Ik ben namelijk met het oog op mijn privacy altijd wel op mijn hoede met apps waarvoor ik allerlei persoonlijke informatie moet opgeven. Daarbij hielp niet dat ik op internet ietwat verontrustende artikelen had gevonden over alle persoonlijke informatie die NextDoor opslaat. Ik besloot Monique eens te vragen naar haar bevindingen.

Tot mijn verrassing blijken we al jaren maar een paar huizen van elkaar af te wonen. Onze ontmoeting was om meerdere redenen een eye-opener, want voor Monique – die ook erg bezig is met privacy-issues rond social media – is juist het niet-anonieme aspect van NextDoor prettig: “Dat is juist een reden voor mij geweest om in te stappen. De app is laagdrempelig en helpt wat meer bij het creëren van een buurtgevoel.“
Monique is geen veelgebruiker, maar heeft bijvoorbeeld wel al een oproep geplaatst voor een kattenoppas. Tot nu toe heeft zij nog geen negatieve ervaringen gehad. Om mijn aarzelingen weg te nemen, oppert zij dat ook anoniem aanmelden mogelijk is.

Na ons gesprek besluit ik om me – eerst anoniem – aan te melden en te zien hoe het me bevalt. Ik kan me altijd weer afmelden toch? In de dagen daarna zie ik in de app met name berichten verschijnen over verdwaalde poezen, afval op straat en mensen die een oppas zoeken. Bijna alles in het Nederlands overigens. Heel lieflijk en precies het idee wat ik bij een buurtapp heb. Ik begin er zelfs over te denken de overbodige spullen die ik heb, aan te gaan bieden.

Dat NextDoor voor mij als zzp-er ook van nut zou kunnen zijn, realiseer ik me als ik een paar dagen later spreek met Barbara Wessels, lid van de Sarphatiparkbuurt. Barbara is zanglerares en is met NextDoor begonnen met het idee daar klanten te vinden. Ze heeft daar een tijd over nagedacht. “Je geeft toch steeds meer een stukje van je privacy op.” Zij werd ook niet aangemoedigd door ‘afstraffing’
door deelnemers van buurtgenoten die bijvoorbeeld computerreparatiediensten aanboden. Zij gaven aan dat een buurtapp daar toch echt niet voor bedoeld is. Eind augustus heeft Barbara voor de eerste keer een dergelijk bericht gepost: over het Pauzekoor in Buurtgebouw Henrick de Keijser. “Daar heb ik weliswaar geen enkele reactie op gekregen, maar ik ben ook niet ‘teruggefloten’, dus ook geen negatieve”. Ze vertelt dat ze een aanbieding van NextDoor heeft gekregen een bedrijfspagina te maken. Daar denkt ze nog over na.

Ook na dit gesprek ga ik weer een stukje positiever naar huis. Eenmaal thuis krijg ik echter een mail waarin ik getipt wordt over negatieve berichten over NextDoor in Nederland. Op de site van het tv-programma Opgelicht staat het bericht: “Gebruikers van buurtapp Nextdoor voelen zich misleid.” De app zou uitnodigingsbrieven ondertekenen met namen van nietsvermoedende buurtbewoners. Enkelen hebben aangifte gedaan van identiteitsfraude en de Consumentenbond dringt aan op onderzoek. Op de website van consumentenprogramma Radar staat in het artikel: “Buurtapp Nextdoor zo lek als een mandje” dat mensen die helemaal niet in een buurt wonen, heel gemakkelijk toegang konden verkrijgen tot persoonlijke gegevens van app-deelnemers. Dit lek zou inmiddels verholpen zijn, maar toch.

Als ik Monique en Barbara hierover mail, reageren ze beduusd. Barbara noemt het bericht ‘behoorlijk schokkend’. “Ik ga het volgen en zeker geen bedrijfsprofiel aanmaken. Wel jammer.” En ik? Ik heb mijn account opgeheven. Daarbij kreeg ik het verzoek de reden waarom op te geven en zag ik, tot mijn verbazing, tussen de voorgestelde opties: ‘Privacyproblemen’ staan. Die heb ik dus maar aangevinkt.

Een beter milieu begint in De Pijp

Datum: 19 december 2018 / Editie: December 2018 / Auteur(s): Tanja de Vette

‘Een beter milieu begint bij jezelf’. Wie kent ‘m niet, deze Postbus 51-slogan uit de jaren negentig van de vorige eeuw? Bijna twintig jaar en vele klimaatwaarschuwingen later zou je moedeloos kunnen concluderen dat deze campagne is mislukt. Toch is het nog steeds de moeite waard – in de geest van die oude overheidsslogan – te proberen dat milieu in je eigen omgeving te verbeteren. Drie inspirerende voorbeelden in en rond De Pijp laten namelijk zien dat alle kleine beetjes echt helpen.

Lucht
Neem bijvoorbeeld Maarten Naaijkens. In 2016 reageerde hij enthousiast op een oproep van Milieudefensie voor ‘luchtwachters’: bezorgde burgers die aandacht vragen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. Maarten woont in de Frans-Halsbuurt en fietst regelmatig met zijn zevenjarige dochter over de Stadhouderskade naar haar school. Hij maakt zich zorgen over de schadelijke uitlaatgassen van de vele auto’s, scooters en touringcars daar. Als luchtwachter schrijft hij onder andere ingezonden brieven en spreekt hij in bij (gemeente)vergaderingen. Met succes: eindelijk zitten in Amsterdam luchtkwaliteit en verkeer in een gecombineerd beleidsgebied bij één wethouder. Maarten is door de nieuwe coalitie ook uitgenodigd voor een gesprek. Voor zijn mede-Pijpbewoners heeft hij praktische tips om te kunnen bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. Freelancer Maarten moet voor zijn werk regelmatig de stad uit, maar heeft toch besloten deelauto’s te gebruiken en zijn eigen auto weg te doen: “Het kan echt!”, zegt hij. “En laat je vrienden en familie met het OV kennismaken; vraag ze de Noord/Zuidlijn te nemen als ze je komen bezoeken. Dat scheelt ook nog eens parkeerstress.”

Zon
Dat kleine stappen die niet veel geld kosten prima kunnen helpen, is iets dat ook Aukje van Bezeij van Energiecoöperatie Zuiderlicht graag wil benadrukken. Zuiderlicht helpt eigenaren van grote daken, zoals scholen, sportverenigingen of bedrijven bij het financieren en plaatsen van zonnepanelen. “Maar ook zonder dak kan je iets doen”, voegt Aukje toe. Zo kun je voor een euro per maand lid worden en dan met leningen (als je dat wilt) mee investeren in nieuwe projecten. Op je lening krijg je rente. “Maak zakgeld van de zon”, aldus Aukje. In De Pijp heeft Zuiderlicht op dit moment nog geen project, maar wat niet is kan nog komen. Onder de leden van Zuiderlicht zijn een aantal actieve ‘Dakenzoekers’; ze zijn altijd op zoek naar nieuwe plekken.

Groen
Zo’n plek zou het dak van broedplaats Cinetol aan de Tolstraat in de toekomst zeker kunnen zijn, als het aan mede-oprichter Quico Touw ligt. Er worden plannen gemaakt om het dak ‘groen’ te maken en in de tuin een shiitake paddenstoelenkwekerij te beginnen. Cinetol wil graag zoveel mogelijk circulair gaan ondernemen en krijgt hierbij steun van een expert op het gebied van urban farming, afgestudeerd aan de landbouwuniversiteit Wageningen. Het dak is plat en ideaal voor vergroening en stadslandbouw. “Het staat nog in de kinderschoenen”, benadrukt Quico, die de afgelopen tijd druk bezig is geweest met het schrijven van het plan en een subsidieaanvraag. Daarbij heeft hij gemerkt dat investeren in milieuverbetering door velen wordt omarmd. “Het is ook groter dan alleen Cinetol zelf”, aldus Quico, “Het gaat om het verduurzamen en vergroenen van de hele stad.” Hij zou het fantastisch vinden als op termijn wellicht stukjes daktuin ter beschikking gesteld kunnen worden aan buurtbewoners en dat Cinetol straks een voorbeeld kan zijn voor soortgelijke plekken in de stad. Voorlopig zijn ze bij Cinetol nog druk bezig met de voorbereidingen en schrijven van plannen. Ze hopen ergens in 2019 de eerste shiitake-burger of –soep te serveren in hun eetcafé, de Tolbar. Zo kan een beter milieu dus zelfs beginnen op je bord.

Ook luchtwachter worden? Zie: https://milieudefensie.nl/actueel/word-luchtwachter
Lid worden van Zuiderlicht, dakzoeker worden of je eigen dak aanmelden? Ga naar: https://www.zuiderlicht.nu/

Frans Halsbuurt parkeervrij? Verslag van een buurtvergadering

Datum: 1 december 2017 / Editie: December 2017 / Auteur(s): Tanja de Vette

‘Wilt u ook een fijne, veilige en schone Frans Hals Buurt?’ Deze woorden stonden op een flyer die in de buurt was verspreid. Het was ook een uitnodiging om op 6 november in het Wijkcentrum De Pijp mee te komen praten over het plan van het Buurtcomité Boerenweteringbuurtgarage om alle 600 parkeerplaatsen in de straten van de Frans Halsbuurt op te heffen als de garage in de Boerenwetering klaar is. En niet slechts 275 plaatsen zoals nu nog is gepland.

Met de komst van de garage onder de Boerenwetering komen er vanaf het voorjaar 2018 in de Frans Halsbuurt 600 parkeerplaatsen bij. Die ondergrondse parkeerplaatsen zijn grotendeels bedoeld voor bewoners. In het al vastgestelde herinrichtingsplan voor de Frans Halsbuurt staat dat ‘in ruil hiervoor’ 275 parkeerplekken uit de straten zullen verdwijnen. Het buurtcomité vreest dat de resterende 325 parkeerplaatsen op straat voornamelijk zullen worden gebruikt door (horeca)bezoekers. Want bewoners in De Pijp zullen er minder gebruik van maken, gezien het feit dat het autobezit in De Pijp afneemt. Waarom dan niet alle 600 parkeerplaatsen opheffen als er ondergronds 600 bijkomen? Dan ontstaat er veel meer ruimte op straat om bredere stoepen aan te leggen, fietsenrekken te plaatsen en meer groen te realiseren. De flyeractie bleek te hebben gewerkt; er meldden zich op 6 november 24 buurtbewoners bij het Wijkcentrum.

Tijdens de bijeenkomst deed Bouwe Olij, namens het Buurtcomité Boerenweteringgarage, allereerst verslag van de eerste bijeenkomst in juni, waar de aanwezigen zich achter de plannen van het comité hadden geschaard. Gesterkt door deze steunbetuiging ging het buurtcomité in de vijf maanden daarna verder aan de slag. Naast de flyeractie, werd bij verschillende winkeliers een handtekeningenlijst neergelegd voor buurtbewoners die het initiatief ondersteunen. Ook ging het buurtcomité in overleg met vertegenwoordigers van politieke partijen. Niet onbelangrijk, nu binnen de Amsterdamse politiek een kentering merkbaar is met betrekking tot autobezit. Steeds meer politieke partijen spreken zich uit voor het uitgangspunt: evenveel auto’s van straat als er in een parkeergarage bijkomen, zelfs de VVD heeft het in zijn verkiezingsprogramma staan. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 op komst, hoopt het Buurtcomité dan ook dat het herinrichtingsplan aan dit uitgangspunt wordt aangepast.

In het Wijkcentrum vlogen al veel enthousiaste ideeën over tafel over hoe de buurt er straks zonder auto’s uit zou kunnen zien. De comitéleden moesten het enthousiasme zelfs een beetje temperen, omdat het plan natuurlijk eerst nog door de politiek moet worden overgenomen. Bovendien, zo merkte een van de aanwezigen terecht op, is het een illusie te denken dat ook alle andere buurtbewoners er automatisch positief tegenover zullen staan. Ook over het informeren van deze mensen, bleken echter genoeg ideeën te bestaan; een online petitie bijvoorbeeld, of korte (You Tube-) filmpjes met interviews met voor- en tegenstanders. Een aantal aanwezigen besloot zelfs ter plekke al met de uitwerking van deze ideeën aan de slag te willen gaan. De Buurtcomité-leden beloofden op hun beurt dat zij de politieke partijen zullen vragen zich hard te maken het herinrichtingsplan voor de Frans Halsbuurt aan te passen en te transformeren tot een parkeervrije buurt. Wordt vervolgd: in januari 2018 is de volgende bijeenkomst.

Naschrift
Bouwe Olij over het onverwachte groene licht dat de gemeente op 9 november voor de bouw van de Willibrordusgarage gaf:

“Een onbegrijpelijk, overbodig en onverantwoord besluit. Er is geen behoefte in de buurt aan een peperdure ondergrondse garage. Het autobezit in de buurt daalt. Blijkt ook uit feit dat er geen wachtlijst meer is voor een parkeervergunning in de Noord-Pijp. Onverantwoord om zoveel belastinggeld (50 miljoen in 30 jaar)* uit te geven om een paar auto’s op te bergen.”

* investering 25 miljoen. Is 100.000 per parkeerplaats. Jaarlijks tekort door rente, aflossing en exploitatie is 1,6 miljoen per jaar. Over 30 jaar is dat ca. 50 miljoen

‘Je kunt veel meer dan je denkt’

Datum: 1 oktober 2017 / Editie: October 2017 / Auteur(s): Tanja de Vette

Na acht jaar is Mayra Paula gestopt als opbouwwerker van Wijkcentrum De Pijp. Sinds 2009 heeft zij vele buurtbewoners met raad en daad bijgestaan zoals bij het jaarlijkse Nazomerfestival in de Albert Cuypstraat en de herinrichting van het buurtplein in het Hercules Seghers-kwartier. Tijd voor een afscheidsgesprek.

Het vindt plaats op een bankje voor het Wijkcentrum aan de Gerard Doustraat, naast een van haar laatste wapenfeiten: de naambordjes op de muur bij de bloeiende geveltuinen. Dat de buurt Mayra na aan het hart ligt, mag blijken uit het feit dat ze er al 54 jaar woont. Tijdens ons gesprek wordt ze regelmatig begroet door voorbijgangers. Dat ze stopt met haar werk, maakt geen enkel verschil wat haar betrokkenheid betreft. Als de geur vanuit de afvalcontainers op de stoep een beetje te penetrant begint te worden, staat ze op om het draaideksel te sluiten: “Ze hadden gezegd dat de geur wel zou meevallen maar deze zomer, toen het warm was, viel het niet mee. Daar moeten we toch nog wat aan doen.”

Wat doet een opbouwwerker eigenlijk? “Het is een woord uit de jaren zeventig, uit de tijd van de Sociale Akademie”, lacht Mayra. “Je helpt mee met het opbouwen van een buurt, een gemeenschap. Samen met de mensen die er wonen, zoek je uit wat er allemaal mogelijk is.”

Een activiteit waaraan Mayra veel tijd heeft besteed, was het Nazomerfestival in de Albert Cuypbuurt, het buurtfeest dat daar tot 2012 jaarlijks werd gehouden. Ze werd er bijgestaan door vele enthousiaste vrijwilligers. Mayra: “Je voelt je elke keer zo dankbaar dat het toch weer is gelukt.” Ook aan het kunstproject in de Tellegenbuurt denkt ze met enthousiasme terug. “Er was een enquête gehouden om te informeren wat de buurt met leegstaande winkelpanden wilde. Er kwamen heel wat verschillende ideeën en veel mensen waren erg enthousiast. Dat is ook de crux van dit werk hè, dat enthousiasme vasthouden en voeden. Tegelijkertijd moet je ook realistisch blijven en eventuele teleurstellingen voorkomen. Daarom is het goed om vanaf het begin bij zo’n project betrokken te zijn. Echt het opbouwmoment dus. Voor dit werk moet je van goeden huize komen om de boel niet te laten ontsporen. Je moet als opbouwwerker alles een beetje bewaken. Want met ruzie begin je niks.” Ze wil aan de buurtbewoner nog wel iets meegeven. Mayra: “Ik zou ze willen zeggen: denk niet meteen dat gaat toch nooit lukken, daar kan ik toch nooit invloed op uitoefenen. Begin maar gewoon, je kunt veel meer dan je denkt.”

Veroorzaken bizar ongeval in Van Woustraat bestraft

Datum: 1 september 2017 / Editie: September 2017 / Auteur(s): Tanja de Vette

De Van Woustraat speelde een hoofdrol in een strafzaak die in juli diende bij de Amsterdamse rechtbank. Het betrof de zaak tegen automobilist S.G., die op 5 mei 2014 daar een dodelijk ongeval veroorzaakte.

Een bizar ongeval, want G. probeerdeter hoogte van de Pieter Aertzstraat uitte wijken voor een scooter, die de weg opdraaide. Hij raakte daarbij aan de overkant op de hoek van de Rustenburgerstraat een fietster en botste tegen de paal van een verkeersbord. Dit bord viel vervolgens op het hoofd van een voetganger op de stoep, die aan de gevolgen daarvan overleed. “Toen ik het dossier las, dacht ik: ‘Is dit echt gebeurd?’, zei officier van justitie H. Boersma tijdens de zitting. “Ik moest mezelf echt even in de arm knijpen om te beseffen dat het waar was.“

Op die bewuste Bevrijdingsdag had G. in Utrecht de auto van een vriend meegenomen – overigens zonder diens medeweten – en reed hij met twee vriendinnen naar Amsterdam. Dit had hij al vaker gedaan, ondanks dat hij geen rijbewijs had. Getuigen, die in de buurt op terrasjes zaten, verklaarden dat de auto voor hun gevoel veel te snel ging. Uit een verkeerskundig onderzoek bleek dat G. tussen de 52 en 58 kilometer per uur reed. Destijds, er was nog geen maximumsnelheid van 30 km ingesteld, twee tot acht kilometer te snel. In een ander rapport stond overigens dat de rare ‘knik’ die daar in de Van Woustraat zit, weleens een rol gespeeld zou kunnen hebben bij het ongeluk. In principe was er genoeg ruimte geweest om naast de scooter te blijven rijden en had G. niet uit hoeven te wijken, maar wellicht dat hij door die knik geen goed overzicht had en meer dan nodig rechts had gereden, aldus dit rapport.

Hoe het nou precies allemaal zo was gekomen, kon echter niet aan G. worden gevraagd, want hij was er niet. Zijn advocaat De Leon dacht dat hij inmiddels in Roemenië woonde, maar ze hadden “geen contact dat overhoudt.” De rechters en de officier benadrukten meermalen diens afwezigheid te betreuren, zeker omdat de dochter van het slachtoffer en een aantal van diens vrienden in de zaal zaten. In haar slachtofferverklaring liet de dochter weten het misschien nog wel het ergste te vinden dat zij G. nooit tegen haar heeft horen zeggen dat het hem spijt.

Wat restte was de verklaring van G. uit het dossier, die hij vlak na het ongeval had afgelegd. “Geen duidelijke verklaring, want begrijpelijkerwijze was hij erg onder de indruk van wat er gebeurd was”, aldus rechter Overbosch. Tegen een agent ter plaatse zei G. wel dat hij graag de plaats van het slachtoffer had willen innemen.

Ondanks dat het echt een bizar ongeval was en het overlijden van het slachtoffer pure pech, vond de officier wel dat G. gewoon te gevaarlijk had gereden. “Je zou kunnen denken: wat kan hij eraan doen? Er kwam een scooter uit de zijstraat en die probeerde hij te ontwijken. Maar hij kon er veel aan doen, want hij had daar helemaal niet mogen rijden. We hebben niet voor niks met elkaar afgesproken dat je alleen in een auto mag deelnemen aan het verkeer als je een rijbewijs hebt. Daar komt nog bij dat hij te snel reed; niet waanzinnig hard, maar wel te hard voor een straat als de Van Woustraat op dat tijdstip. Je mocht er destijds 50 rijden, maar iedereen die die straat kent zegt: dat is echt te snel.” De officier eiste 32 uur taakstraf, € 700,- boete, een rijontzegging van drie maanden en twee weken hechtenis.

Advocaat De Leon merkte nog op dat er vanwege Bevrijdingsdag veel minder auto’s in de Van Woustraat geparkeerd stonden. Hierdoor was het makkelijker dan normaal om er doorheen te rijden en moest de snelheid van G. worden gerelativeerd. “Het is een waarheid als een koe: G. had niet in mogen stappen”, aldus De Leon. Maar dat G. gevaarlijk had gereden, stond voor hem niet vast.

De rechtbank deed donderdag 20 juli uitspraak: G. kreeg 240 uur taakstraf, achttien maanden rijontzegging en twee weken voorwaardelijke hechtenis, met een proeftijd van twee jaar.

Door bouw parkeergarage minder auto- en fietsenchaos in Frans Halsbuurt?

Datum: 1 juli 2017 / Editie: July 2017 / Auteur(s): Tanja de Vette

Een ‘leefstraat’ zonder auto’s, met bloembakken op de parkeerplekken en veel meer fietsenrekken. Of juist een geheel auto- én fietsvrije straat. Aan ideeën geen gebrek tijdens de discussieavond die het Comité Boerenweteringbuurtgarage woensdag 14 juni organiseerde.

600 auto’s
Volgens de planning gaat begin 2018 de garage onder de Boerenwetering open. Die garage biedt plaats aan zo’n 600 auto’s. Met het inrichtingsplan van het stadsdeel worden 275 parkeerplaatsen in de Frans Halsbuurt opgeheven. Vergunninghouders uit de buurt mogen dan in de garage parkeren. Het comité zou graag zien dat straks in de Frans Halsstraat alle parkeerplekken op straat verdwijnen. Zonder geparkeerde auto’s kan de leefbaarheid in de smalle en drukke straatjes van de buurt wezenlijk worden verbeterd. Het comité nodigde de buurtbewoners uit om te polsen of voor dit idee voldoende draagvlak bestaat.

Minder autobezit
Vijftien geïnteresseerden, waaronder enkele leden van het comité zelf, gaven gehoor aan de oproep en kwamen naar het Wijkcentrum De Pijp. Bouwe Olij, een van de comitéleden, leidde de discussie in door te vertellen wat er aan de bouw van de garage onder de Boerenwetering vooraf ging en hij lichtte de huidige stand van zaken toe (zie kader). Aanvankelijk was het comité opgericht om de bouw van de garage te voorkomen (toen heette de groep ‘Stop Boerenweteringgarage’) maar nu deze een feit is wil het comité ervoor zorgen dat de garage zo goed mogelijk aan de buurt ten goede komt. Olij heeft het gevoel dat een pleidooi voor minder parkeerplekken op straat gehoor zou kunnen vinden bij de Centrale Stad.

Besluitvorming
Het comité meent dat er nog tijd is om de besluitvorming te beïnvloeden. Alleen de herinrichting van de Ruysdaelkade (ter hoogte van de garage) moet volgens de planning klaar zijn wanneer de garage wordt opgeleverd. Voor de herinrichting van de rest van de buurt is vijf jaar uitgetrokken. Het comité heeft al met de woordvoerders verkeer/parkeren van GroenLinks, PvdA, D66 en SP gesproken over het plan net zoveel parkeerplaatsen op straat op te heffen als er in de garage bijkomen. Zij hebben aangegeven daar positief tegenover te staan.

Pioniersbuurt
Na een korte discussie maakt Olij een rondje onder de aanwezigen: staat iedereen achter het voorstel om niet 275, maar alle 600 parkeerplaatsen van straat te verwijderen? Dat blijkt het geval. Een van de buurtbewoners merkt wel op dat in het voorstel voor een parkeervrije Frans Halsbuurt ook duidelijk aangegeven moet worden wat de buurt dan precies voor ogen heeft. Hierop barst de discussie pas echt los. Uiteindelijk blijken alle aanwezigen zeer gecharmeerd van het idee dat de Frans Halsbuurt een ‘pioniersbuurt’ wordt, een wijk waar de auto ‘te gast’ is en de fiets een voorkeursbehandeling krijgt, net als in de heringerichte Sarphatistraat.

Fietswrakkenchaos
Wel benadrukken een aantal aanwezigen dat voorkomen moet worden dat de straten een chaos worden door fietsers die in de vrijgekomen ruimte hun fiets overal zullen gaan stallen. Of dat de cafés in de buurt de ruimte gaan gebruiken om hun terrassen uit te breiden. Sommigen kijken dan nog liever uit op een auto dan op een fiets(wrakken)chaos. De leden van het comité beloven al deze punten de komende tijd uit te werken in een plan. Na de zomer wordt iedereen uitgenodigd voor een vervolgbijeenkomst.

In de garage onder de Boerenwetering komen 600 parkeerplaatsen voor auto’s en 60 plekken voor fietsers. De garage is 260 meter lang en 25 meter breed en krijgt een ingang aan de Ruysdaelkade en een uitgang aan de Gerard Doustraat. De geschatte kosten van de garage bedragen 35 miljoen euro. Maar dan zijn de overige (voorbereidings) kosten buiten beschouwing gelaten. Het is de eerste keer dat in Amsterdam een parkeergarage onder een bestaande gracht wordt gebouwd. Het wordt een van de duurste garages in Nederland. Aan het besluit van de gemeente om de garage te bouwen ging een besluitvormingsproces vooraf van 14 jaar. De garage wordt naar verwachting begin 2018 in gebruik genomen.

Albert Cuypgarage
De garage in aanbouw werd tot nu toe door de gemeente de Boerenweteringgarage genoemd. De leerlingen van het Montessori Lyceum, van wie hun school grenst aan de bouwkuip, kregen in vijf teams de mogelijkheid om een naam te ‘pitchen’. Het stadsdeel had een lijstje met namen gemaakt waaruit ze konden kiezen. Een jury onder voorzitterschap van stadsdeelbestuurder Paul Slettenhaar koos de naam Albert Cuypgarage.

Werkt het fiets- en fietsparkeerverbod in de 1e van der Helst?

Datum: 1 maart 2017 / Editie: March 2017 / Auteur(s): Tanja de Vette

Sinds december 2016 is de Eerste van der Helststraat fietsvrij. Niet alleen het fietsen door deze straat is nu verboden, maar ook het parkeren van al die ‘stalen rossen’. Het Stadsdeel heeft hiertoe besloten na vele klachten over de fietschaos.

Her en der staan nu verbodsborden met de waarschuwing dat geparkeerde fietsen zullen worden verwijderd. Bij het Sarphatipark staan nieuwe fietsrekken en in de Albert Cuypstraat zijn voor de avonduren 150 ‘pop up’-parkeervakken gecreeerd. ‘Handhavers van het stadsdeel zijn de komende tijd dagelijks aanwezig in de Eerste van der Helststraat om geparkeerde fietsen te verwijderen en daarmee de straat fietsvrij te houden’, zo berichtte de gemeente via de website. Hoe is het nu, ruim twee maanden na invoering van het verbod, gesteld met de fietsoverlast? Tijd voor een kleine proef op de som.

Een willekeurige, winterse zaterdagmiddag. Het is koud, de lucht is grijs. Toch lopen aardig wat mensen met volle boodschappentassen door de Eerste van der Helststraat. Bij de kruising met de Govert Flinckstraat staat naast het bord ‘Welkom in een fietsvrije Eerste van der Helststraat!’ een rijtje fietsen. De tekst is hierdoor al bijna niet meer te zien. Een man komt aangereden, zet zijn fiets voor de Koffiesalon en loopt Tjin’s binnen. Ook een ouder stel komt aanfietsen. Ze zetten hun fietsen op de standaard, maar voor de zekerheid blijft de vrouw erbij staan. De man loopt naar binnen.

Twee jongemannen komen, met de fiets aan de hand, uit de richting van de markt lop en. Voor Tjin’s stappen ze echter weer op hun fiets en rijden tussen de voetgangers door de straat uit. Vlak daarna komt plots een bezorger van Deliveroo hard vanuit de richting van de markt aanfietsen, al zigzaggend de wandelaars ontwijkend. Andere bezoekers parkeren inmiddels hun fietsen tegen de lege terrastafels van Flinck en de Koffiesalon. Een man komt aanfietsen vanuit de Govert Flinckstraat en stapt netjes af als hij de kruising nadert. Hij stalt zijn fiets daarna zowat tegen het verbodsbord aan en loopt richting de markt.

Inmiddels is de oudere man weer uit Tjin’s gekomen, alwaar zijn vrouw nog netjes bij de fietsen wacht. Ze besluiten Café Flinck binnen te gaan en kijken vertwijfeld naar de geparkeerde fietsen bij het verbodsbord. Na enig aarzelen zetten ze die van henzelf er toch ook maar naast.

Resultaat van een half uur: zestien fietsers. Ongeveer twintig fout geparkeerde fietsen. Vier verbodsborden. Nul handhavers.

Stadsdeel Zuid laat weten dat tot en met 14 februari 98 bonnen uit zijn geschreven voor het fietsen in de Eerste van der Helststraat. Daarnaast zijn in diezelfde periode in totaal 94 geparkeerde fietsen verwijderd, na minimaal een uur van tevoren te zijn gestickerd.

Talenten ontdekken, dromen waarmaken

Datum: 1 maart 2017 / Editie: March 2017 / Auteur(s): Tanja de Vette

‘Doen en maken, is de beste vorm van participatie.’ Vanuit dat idee is Makersnetwerk De Pijp gestart met het opbouwen een netwerk van buurtbewoners, lokale bedrijven, (creatief) ondernemers en kunstenaars.

‘De eigen ontwikkeling staat centraal; talenten en dromen ontdekken, plannen concreet maken door te doen, te ondernemen en uit te wisselen met anderen’, aldus de flyer van de succesvolle introductiemiddag die onlangs samen met Cultuur Cluster Asscher werd georganiseerd. Wat houdt dit Makersnetwerk nu precies in? Tijd voor een gesprek met projectleider Madelon Bos van Combiwel.

Bos gaat er graag even voor zitten en vertelt dat het project tot stand is gekomen vanuit het programma Meedoen Werkt! van wethouder Arjan Vliegenthart (Werk, Participatie en Inkomen). Dat programma heeft als doel alle Amsterdammers te laten participeren in de maatschappij. Het gaat daarbij vooral om mensen die dit niet op eigen kracht lukt en voor wie een betaalde baan (nog) een brug te ver is. Met het Makersnetwerk kunnen kandidaten worden kandidaten gelinkt aan ondernemers uit de buurt.“Het idee is bezig te zijn met dat waar je goed in bent”, aldus Bos. “Er zijn veel mensen in de buurt met een groot talent. Ze kunnen bijvoorbeeld zelf kleding maken. Of ze kunnen goed koken en doen dat al voor vrienden en bekenden.”
In 2016 waren er een aantal wervingsacties en er zijn nu al heel wat deelnemers. “Met hen kijken we of er een plek is waar ze aan de slag kunnen en hun talenten kunnen inzetten. Misschien is er ook de mogelijkheid om een eigen bedrijfje te beginnen. Maar niet iedereen wil of kan een eigen bedrijfje oprichten”, benadrukt Bos “En dus gaan wij uit van de mogelijkheden van de deelnemer. Zoals ik al zei: het gaat erom dat iedereen bezig kan zijn met dat waar die goed in is. En dat niet dwang maar motivatie de drijfveer is.”

Deelnemers krijgen een eigen coach die hen begeleidt bij het zetten van de stappen om hun doel te bereiken. “En mijn rol is om dat proces een beetje in de gaten te houden”, aldus Bos. Ze vertelt over een van de deelnemers, een alleenstaande moeder, die graag een eigen bedrijf wil opzetten. Via het Makersnetwerk kan ze een laptop gebruiken, en het WPI(de afdeling Werk, Participatie en Inkomen van de gemeente) heeft de kinderopvang geregeld. Door de kosten van die opvang gaat ze er nu maandelijks per saldo wel op achteruit en ze twijfelt of ze haar plan nog wel door kan zetten. Bos: “Daar proberen wij haar dan ook bij te helpen. Ik ga dan bijvoorbeeld met haar naar de afdeling ‘Eigen Werk’ van het WPI, waar wordt gekeken of het bedrijfje levensvatbaar kan worden.”

Ook de betrokken ondernemers zijn enthousiast.“Bijvoorbeeld Paulien van Paulien Culinair op het Henrick de Keijserplein: zij gaat een aantal deelnemers begeleiden bij het opzetten van een lunchcafé in het Huis van de Wijk. En een medewerker van de Soap Treatment Store uit de Van Baerlestraat heeft beauty-workshops gegeven. Elke dinsdag is er in het Huis van de Wijk nu van 9:30 tot 13:30 uur de Beautysalon. Die is voor iedereen vrij toegankelijk, bijvoorbeeld om je laten knippen.” Een ander geslaagd experiment is dat van de Superchefs. Twee finalisten van het programma Masterchefs van SBS6 hebben kookworkshops gegeven die een vervolg krijgen in het Huis van de Wijk. Dit heeft Bos zelf weer geïnspireerd om te kijken of er een stukje van de binnentuin van het Huis van de Wijk gereserveerd kan worden voor het kweken van groenten en kruiden. Die kunnen dan weer mooi gebruikt worden voor het lunchcafé.

Ten slotte vertelt Bos nog over een ander succesvol gevolg van het Makersnetwerk: het naaiatelier. Bos: “Toen we begonnen met het netwerk hebben we eerst gekeken wat er in de buurt al gaande is. Een van de zaken die door het Makersnetwerk van de grond is gekomen is het tassenproject ‘Want It’. Dat is nu een wekelijks naaiatelier geworden. Elke dinsdag van 9:00 tot 16:00 uur zitten enkele dames (onder begeleiding van Nanny de Bruin) achter de naaimachine te werken aan hun creaties, iemand staat een lap stof te strijken en een ander snuffelt in de kasten. Wat er nog mist is een plek in de buurt waar de deelnemers hun eigen producten kunnen gaan verkopen.

“De begeleiding van elke medewerker is heel persoonlijk; wij bouwen aan een netwerk en wij faciliteren de activiteiten”, zo vat Bos het Makersnetwerk samen. “Het lunchcafé is een goed voorbeeld: wij zorgen voor de potten en de pannen, zodat deelnemers kunnen beginnen zonder gelijk investeringen te hoeven doen. Het kookgerei blijft dan eigendom van het Huis van de Wijk/Makersnetwerk.”

Interesse om deel te nemen? Mail naar m.bos@combiwel.nl of bel 06 41 52 52 16.

De foto’s zijn afkomstig van de introductiemiddag van het Makersnetwerk die onlangs in samenwerking met Cultuur cluster Asscher werd georganiseerd.
Fotografie: Studio 207 / Misja van Lanen

Hoe gaat het Sarphatipark eruit zien in 2034?

Datum: 1 oktober 2016 / Editie: October 2016 / Auteur(s): Tanja de Vette

Een optimaal beleidsplan, een leidraad over hoe het zou moeten. Zo omschreef Quirijn Verhoog, ontwerper en voorbereider openbare ruimte bij Stadsdeel Zuid, het Beheerplan Sarphatipark op woensdagavond 12 oktober. De Vereniging Sarphatipark had Verhoog uitgenodigd in Galerie-Koffieshop Yo-Yo om te komen vertellen over de toekomstplannen voor het park.

Dat hier bij de omwonenden van het park veel behoefte aan bestaat, was goed te merken: alle 34 stoelen waren bezet, de rest van de geïnteresseerden volgde staand de lezing. Met een onderhoudende presentatie lichtte Verhoog het Beheerplan toe, waarbij veel aandacht werd besteed aan het oorspronkelijke ontwerp uit 1884 van Jacobus Van Niftrik en de wijzigingen die het park sindsdien heeft ondergaan. Het ontwerp voor 2034 bevat overigens geen rigoreuze veranderingen: wandelpaden gaan wat verschuiven, zichtlijnen komen weer terug en de kleine ingang achter de speeltuin verdwijnt.

Vragen stellen kon na de presentatie, maar daar op wachten bleek voor veel van de geëngageerde aanwezigen een onmogelijke opgave. Al tijdens de presentatie ontstonden discussies over zaken als het gebrek aan handhaving, fietsers en te late herplanting. Ondanks kritische noten overheerste het gevoel van positieve betrokkenheid bij het park. Toen een van de aanwezigen de staat van het park ‘abominabel’ noemde, werd dit door de rest van het publiek direct tegengesproken.

Het Beheerplan is goedgekeurd en het is nu aan de Bestuurscommissie Zuid om de inrichting en het onderhoud uit te voeren. De financiering is echter nog niet rond, dus of het plan in optimale vorm uitgevoerd kan worden, staat nog niet vast.

Ondernemers en bewoners slaan handen ineen voor een schone Noord-Pijp(1)

Datum: 1 september 2016 / Editie: September 2016 / Auteur(s): Tanja de Vette

Aan het woord: ondernemer Bert van de Ende, tevens woordvoerder Ondernemersvereniging Albert Cuyp

Voor de bewoners en ondernemers van de Noord-Pijp (tussen Stadhouderskade en Ceintuurbaan) was er geen sprake van een zomerstop. In hun gezamenlijke strijd tegen het afvalprobleem in de wijk hebben ze de afgelopen weken niet stil gezeten. De brandbrief, afgelopen mei, van de ondernemingsverenigingen aan de ambtenaren van het stadsdeel en de Centrale Stad heeft heel wat losgemaakt. Aanspreekpunt van de ondernemingsverenigingen, Bert van den Ende, heeft daarna van wethouder Choho ‘huiswerk’

‘Al pratende kom je juist tot een briljante oplossing!‘

meegekregen: stel samen met de bewoners, ambtenaren van het stadsdeel en de ondernemers een goed plan op. Zet daarin uiteen wat er precies moet gebeuren, hoe dat aangepakt kan worden én hoeveel geld dat gaat kosten. Meteen daarop heeft het Wijkcentrum De Pijp een gesprek met bewoners en ondernemers georganiseerd, in het bijzijn van gebiedsmanager Amber van Stijn. “En daar zat muziek in”, zegt Van den Ende. We bleken op een lijn te zitten en wilden graag samen optrekken in de strijd tegen het zwerfafval. Van den Ende benadrukt meerdere malen hoe bijzonder het is dat nu alle partijen gezamenlijk met elkaar optrekken: “Het is niet meer alleen aan de politiek.”

In het wijkcentrum waren nog meer betrokken bewoners aanwezig dan anders en was onder andere ook gebiedsmakelaar Arie Roos present. Uit deze bijeenkomst zijn heel veel ideeën, plannen en wensen voortgekomen. Ze zullen allemaal worden verwerkt in een plan van aanpak voor wethouder Choho. De laatste financiële berekeningen worden nu gemaakt, samen met Emiel Booij, procesmanager Schoon bij de gemeente. Wat betreft de kosten denkt Van den Ende dat die wel eens hoger kunnen uitvallen dan de aanvankelijk geraamde € 350.000,-. “Dat bedrag was alleen gebaseerd op de zijstraten van de Albert Cuyp”, licht hij toe. “Nu gaat het over de hele Noord-Pijp.”

Aan welke voorstellen moeten we denken? Van den Ende: “Een van de ideeën is om de schooljeugd bij het afvalprobleem te betrekken. Je moet beginnen bij de jeugd, die heeft toch de toekomst?” Je kunt samen met een bepaalde school afvalopruimacties in de wijk organiseren. Een ander idee: organiseer een jaarlijkse bijeenkomst voor de reinigers. “Die ontvangen vanzelfsprekend hun salaris, maar ze mogen best een beetje meer waardering krijgen. Wat erkenning voor hun werk. Ze doen hun best, maar de capaciteit moet vergroot. Ik kan me heel goed voorstellen dat ze wel eens gedesillusioneerd raken; als je aan het einde van de straat bent, staat het aan het begin alweer vol met afval.” Een buurtfeest dat de reinigers in het zonnetje zet, lijkt Van den Ende wel wat.

Ondanks al deze gezamenlijke, positieve ontwikkelingen is voor Van den Ende een ding het allerbelangrijkste: “De Centrale Stad moet De Pijp nu eens echt als een centrumgebied gaan bestempelen. Er is in de Noord-Pijp echt wat aan de hand, de boel barst hier uit zijn voegen. Als de Noord/Zuidlijn straks af is, zullen hier steeds meer mensen komen. Dan moet het schoon en bereikbaar zijn. Eerlijk gezegd ben ik verbaasd dat wij als ondernemers en buurtbewoners zo hard aan de bel moeten trekken voor er iets gebeurd. Als ik het bestuur was, had ik me de ogen uit de kop geschaamd. Ik had De Pijp niet zo laten verloederen”, zegt Van den Ende beslist. Hij vindt de houding van het bestuur te afwachtend, terwijl iedereen volgens hem juist aandringt op meer initiatief: “Pak die handschoen nou toch eens op!”

Van den Ende hoopt dan ook dat wethouder Choho eind augustus snel zijn handtekening onder het plan zet en er meteen actie volgt. De ondernemers, bewoners en stadsdeelambtenaren blijven in ieder geval niet stilzitten. Ze hebben besloten voortaan elke twee maanden bijeen te komen. Van den Ende: “We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar we moeten wel over alles goed blijven praten. Al pratende kom je juist tot een briljante oplossing!”