Alle artikelen van Marco Christis:

Het verborgen fietsenparadijs van de Diamantbuurt

Het verborgen fietsenparadijs van de Diamantbuurt

Datum: 1 september 2025 / Editie: Augustus 2025 / Auteur(s): Marco Christis

Sinds 1951 kunnen buurtbewoners er hun fiets stallen; voor een zachte band, een reparatie of een tweedehands fiets staan Sten en Menko klaar. Maar het is ook een plek waar buurtgenoten elkaar tegenkomen en een praatje maken.

Achter een poort in de Diamantstraat 19hs gaat een heus fietsenparadijs schuil waar fietsen een tweede leven krijgen. ‘De Fíetserij’ is een fietsenstalling zó diep, dat het lijkt alsof je een parallelle dimensie binnenstapt. Helemaal achterin loopt de ruimte zelfs nog verder door in een verborgen tuin met fruitbomen. Aan de straatkant naast de poort bevindt zich een winkel met een werkplaats waar Menko de Glopper en Sten Wijand fietsen repareren of klanten aan een tweedehands fiets helpen.

De fietsenstalling annex ‘rijwielservice’ is al ruim 70 jaar een vertrouwd onderdeel van de Diamanstraat. Menko heeft de fietsenstalling in 1999 overgenomen van zijn voorganger Ruud en zijn vader, van wie nog allerlei herinneringen aanwezig zijn. Hij trekt een la open van een antiek bureautje en haalt een vergeeld schrift tevoorschijn. Het is een handgeschreven verkoopboek. De log op de eerste pagina begint in het jaar 1953. Dat jaar verkocht ‘De Fíetserij’ acht fietsen en één brommer. Met een piekjaar in 1978 toen er maar liefst 82 fietsen werden verkocht.

Ook vandaag de dag lopen de winkel en de stalling goed. Er is nog wat plek over in de stalling, maar fatbikes worden niet geaccepteerd en voor brommers is er een ‘sterfhuisbeleid’, legt Menko uit. “De paar brommers die we nog hebben, mogen blijven maar we nemen geen nieuwe meer aan. Daar is geen plek voor.”

Menko en Sven wisselen elkaar af en werken op doordeweekse dagen van 10 tot 14 uur en van 15 tot 18 uur in de winkel en werkplaats. Klanten van de fietsenstalling kunnen 24 uur per dag met een eigen sleutel naar binnen.

Dat ging vroeger anders. Ruuds vader begon iedere dag ’s ochtends om 06.00 uur en deed voor iedereen open. Soms sliep hij op de zaak. Dan stond hij letterlijk met de kippen op, want achter de stalling in de tuin stond een kippenren. In de tuin had hij ook nog een bijenkast staan. “Vroeger plukten we zoveel appels en pruimen,” vertelt Sten, “dat we bij de poort een kruiwagen vol fruit neerzetten die de klanten mochten pakken.” Soms jaren wat mager omdat de bijen er niet meer zijn. Zonder bestuiving komen er geen vruchten.

“Onder de mensen zijn”
Sten en Menko hebben veel klanten en vrienden zien komen en gaan. In het verleden hadden ze een vaste klant die ’s ochtends iedere werkdag op zijn ‘lijk van een fiets’ aan kwam rijden om zijn goeie fiets op te halen. Daarmee ging hij naar zijn werk en ’s avonds stalde hij zijn goeie fiets weer om op zijn rammelbak terug naar huis te fietsen. Hun oude buurman had zijn vaste stoel – een grote, oude, fauteuil – in de winkel waar hij iedere dag in neerstreek. Zijn ogen waren zo slecht dat hij niet verder kon lopen dan het einde van de straat, maar de winkel was vlakbij. “Hier kon hij onder de mensen zijn,” zegt Sten. “Bertus en ouwe Joop gingen hem voor, maar nu zijn ze allemaal overleden. Onze vaste bezoekersstoel is op zoek naar een nieuwe bewoner.”

Aan de muur van de werkplaats hangt een poster met een dwarsdoorsnede van een wielnaaf. “Handig voor de klant,” zegt Menko. Zo kan hij uitleggen hoe de onderdelen in elkaar zitten. In principe proberen Menko en Sten elke fiets te repareren, tenzij de staat zo slecht is dat er weinig baat bij is.

Tegen lunchtijd loopt er een aardige dame de poort binnen om haar rollator te parkeren. Ze heeft een bakje soep meegenomen voor Sten, die het dankbaar aanneemt. Zo zorgt iedereen goed voor elkaar en ‘De Fíetserij’ zorgt er vooral voor dat de fietsen in de Diamantbuurt goed gesmeerd blijven lopen.

Menko en Sten - Foto: Rob Godfried