Bericht uit een bruine kroeg

Datum: 1 oktober 2017 / Editie: October 2017 / Auteur(s): Gillis Kersting

De bruine kroeg, eens de parel van Amsterdam, verdwijnt. Een voor een sluiten traditionele café’s hun deuren. In onze buurt zijn Café De Punt bij de Sweelinckpassage en Café De Kroeg in de Ferdinand Bolstraat al gevallen. Het wachten is op de volgende.

De naar alcohol en nicotine stinkende en met ouderwets behang beklede dranklokalen maken plaats voor moderne bars voor jong en trendy publiek. De woordvoerder van Koninklijke Horeca Nederland erkent de trend: “Consumenten nemen geen genoegen meer met een biertje in het café. Willen kroegen overleven, dan moeten ze meegaan met de tijd. Denk aan: hapjes, sportwedstrijden op een groot scherm of karaoke.” Cafés met een toekomst hebben, volgens de KHN, vaak een thema: ”Rock cafés bijvoorbeeld, een sportsbar of een Ierse pub.”

Is zijn boodschap overgekomen in café De Plakhoek, op het Cornelis Troostplein? Met het zicht op uitgelaten studenten bij het hippe café aan de overkant hebben de stamgasten van de Plakhoek een eigen pleziereiland gebouwd. In de kroeg toont een groot scherm voetbalwedstrijden. Mannen, met bier in de hand hangen aan de bar en zitten voor de gokkast. De bardame, stijlvol opgemaakt, verwelkomt de gasten met een spontane lach en hartelijke woorden.

“De bar mag vandaag dan niet te druk zijn”, zegt ze, “de omzet is prima. Die studenten aan de overkant drinken alleen maar sapjes.” Ze spoelt een glas en reikt naar een fles whisky: “Hij alleen al”, wijst ze naar de stamgast voor de gokkast, “drinkt meer dan al die studenten bij elkaar.” Met een knal zet ze shotglaasjes op de bar. “Deze is van het huis”, knipoogt ze. De heren verzamelen voor de bar, heffen het glas en wensen elkaar geluk en gezondheid. Om de beurt worden rondjes uitgedeeld. “Weet je wat het is”, vertellen de stamgasten aan de bar: “Je wordt door iedereen getrakteerd op drank. Zo doen we dat hier. Het is een en al liefde.”

Ook de verslaggever deelt mee in de liefde. Rijkelijk vloeien de borrels over de toog. Nieuwe gasten krijgen direct een drankje voorgeschoteld. ’Kost niets, die shotjes”, lacht de bardame de financiële consequenties weg. Met de drank in de man, komen de verhalen los. Turbulente jeugdverhalen en anekdotes over sportieve ervaringen vullen het dranklokaal. Het uitbundige gelach van de klanten overtreft bijna het geluid van populaire disconummers. Als de studenten hun sapjes op hebben, trekken de stamgasten van de Plakhoek nog eens aan de bel. De verslaggever gaat ervandoor: de borrels hebben er flink ingehakt, vooral financieel. Maar hij weet: als je goedkoop wilt drinken, moet je thuisblijven.

Indonesische bewegingen in De Pijp

Datum: 1 september 2017 / Editie: September 2017 / Auteur(s): Gillis Kersting

Met opengevouwen handpalmen verwelkomt Chas Cooman zijn leerlingen in de oefenzaal van Huis van de Wijk De Pijp. In de nevel van wierook en begeleid door traditionele muziek neemt de meester zijn leerlingen bij de hand en voert ze langs de wegen van de eeuwenoude Indonesische gevechtskunst pentjak silat.

De vechttechnieken zijn waarschijnlijk ontwikkeld door Indonesische krijgers die alle wapens inzetten in hun strijd tegen de Mongoolse aanvallers op Java eind dertiende eeuw. De bewegingen namen zij over van dieren. Zij sloegen als met de klauwen van een tijger, ze trapten als met de poten van een os en imiteerden de grondbewegingen van een slang. In de krijg hanteerden zij zwaarden, stokken, kettingen en bijlen.

Vandaag in de oefenzaal, doen we het rustig aan. Chas gaat de studenten voor in de siap: een meditatieve houding – ogen dicht, lichaam recht, vuisten gebald – waarin de pentjak silat-beoefenaar zijn geest klaarmaakt voor de les. Met het openen van de ogen begint de uitleg van Chas. Hij vertelt over de oorsprong van pentjak silat en neemt ondertussen de basishouding aan. Zijn studenten volgen. Sierlijk houden zij hun benen licht gebogen en leunen zij op de linkerknie, zodat het rechterbeen in stelling staat voor een trap. De linkerhand beschermt het gezicht. De rechterhand, in een vuist gebald, gaat voor het kruis. Sterk als een os, soepel als een slang.

Op het commando van Chas maken de leerlingen een slaande beweging, zowel links als rechts, in hoog tempo. Hierna volgen de grepen. “Belangrijk voor op straat, of in een café”, weet de meester: “Stel, je loopt op straat met je vrouwtje en iemand komt tegen je zeiken. Dan wil je snel klaar zijn. Je wilt naar huis.”

Met een blik door de zaal vertelt de oefenmeester zijn verhaal: “In Suriname woonde ik als enige gekleurde tussen de Javanen. Ze maakten in de bomen de sierlijkste bewegingen, en ik wist meteen: dit wil ik ook.”

Zijn kans kreeg hij in Nederland, waar hij in 1960 belandde, dankzij zijn oude leermeester. Eerbiedig toont Chas de foto van zijn vroegere leraar. Een krijger, gehuld in donker pentjak silat gewaad, kijkt vervaarlijk vooruit. Hij is getooid met scherpe dolken en draagt een fijnzinnige snor. “Hij was echt goed”, denkt Chas terug: “Ik zag hem eens in actie en bleef staan. Hij vroeg me of ik bij hem wilde trainen. Een uitnodiging die ik aanvaardde.”

Zijn technieken leven voort in Chas, die ze iedere zondag uitdraagt: “De entree voor het buurthuis is een euro, maar voor de lessen hoef ik geen geld. Ik heb een pensioen en werk ernaast. Lesgeven vind ik leuk. Graag zou ik de groep groter willen maken, bezoekers zijn welkom.”

Pentjak Silat
2e, 3e en 4e zondag van de maand, 16:00 – 18:00 uur, € 1,00 per keer.
Huis van de Wijk De Pijp, Tweede van der Helststraat 66.
Kom langs of meld je aan bij Chas Cooman 06 17155848

Ramadan in de Pijp: een innerlijke zoektocht

Datum: 1 juli 2017 / Editie: July 2017 / Auteur(s): Gillis Kersting

De halve maan staat boven de Van Ostadestraat, als de verslaggever de Moskee Arrahman, Markez Dawat Tableegh binnentreedt. Het is vrijdagavond 2 juni 2017. Een reportage en terugblik nu de vastenmaand achter de rug is.

Geruisloos beweegt de verslaggever door de donkere gebedszaal, waar mannen in gewaden bidden in rustgevende stilte. Hij komt precies op tijd, het vasten wordt gebroken. In de eetzaal wachten de moskeebezoekers kommen pittige soep en tajine met Marokkaanse lamsschotels.

Zittend aan de maaltijd, komen de moeilijkheden van het vasten voorbij. Het is lastig deze maand, waar je in Nederland alleen mag eten van 22:00 tot 03:00 uur. Wat doe je tussen de maaltijden door, midden in de nacht? De moskeebezoekers antwoorden eensgezind: “Slapen en vroeg opstaan” en “wakker blijven”, klinken door elkaar heen.

Imam Said, gekleed in lang blauw gewaad, neemt na het eten plaats op een stoel in de gebedzaal. Het wordt drukker. Jonge moskeebezoekers betreden de ruimte, groeten elkaar en kijken op hun telefoon. Sommigen duiken op de grond en geven zich over aan een gebed.

Said merkt dat jongeren serieuzer omgaan met de ramadan: “Ze worden geprikkeld door verlokkingen van de samenleving. Degenen die hier komen zoeken rust en willen een vredig bestaan. Tegelijkertijd zijn ze angstig zich helemaal over te geven aan de islam.” De imam vouwt zijn handen op schoot en kijkt door de zaal: “Ze denken dat de islam saai is. Dat je moet trouwen en kinderen moet krijgen, en daarmee je leven afgelopen is.” Ten onrechte, vindt hij: “De islam schenkt je vertrouwen. Een geloof dat je kan vasthouden. Het geeft je kracht, liefde en steun.”

De moskee werkt samen met andere islamitische organisaties: “We steunen elkaar, ook financieel. Laatst kwam hier een delegatie van een Somalische moskee uit Amsterdam Noord. Ze vroegen om een donatie voor de hongersnood in hun land. Deze brengen we hier bij elkaar.” De islamitische hulp reikt verder: “Ook burgemeester Van der Laan schreef ons een brief met de mededeling dat longkanker bij hem is geconstateerd en is uitgezaaid. Hij vroeg ons voor hem te bidden.”

Voor de imam is de moskee geen debatclub. Hij besteedt geen aandacht aan de onrust in Marokko, waar Riffijnen bijna dagelijks protesteren tegen sociale ongelijkheid. “In de politiek strijdt iedereen voor zijn eigen belangen. Het leidt alleen maar tot conflicten. Rel schoppen in de stad en stenen gooien, wat heb je eraan?” De imam krijgt een knuffel van een oudere moskeebezoeker en vertelt verder: “De islam is juist voor vrede. Om deze reden drukken we de mensen hier op het hart. Houd je rustig.”

Zeker in de vastenmaand hebben de moslims het al druk genoeg. Vanwege de zomer begint het bidden vroeg. Al voor vier uur. “Ramadan moet je ervaren”, weet de imam: “Wil je weten hoe het wordt beleefd? Vast dan mee. Voel het, beleef het.”

Jongerencomité 4 en 5 mei strijdt voor vrijheid

Datum: 1 mei 2017 / Editie: May 2017 / Auteur(s): Gillis Kersting

Er zijn steeds minder bewoners in De Pijp die de Oorlog hebben meegemaakt. Het Jongerencomité 4 en 5 mei houdt de herinnering in leven.

Met succes nemen de jongeren de regie in handen. Ze flyeren in de buurt, praten met leeftijdgenoten, houden een stille tocht, en organiseren een debatavond. Ook Bevrijdingsdag is hun toevertrouwd. Ze helpen, eten en praten mee met de bevrijdingsmaaltijd voor alle buurtbewoners.

Verlegen maar vastberaden zitten enkele comitéleden aan tafel in buurthuis de Edelsteen. De handen zijn gevouwen, de blikken zelfverzekerd. Wandana Jaiwan denkt na en weegt haar woorden: “Wij vinden het belangrijk dat de Oorlog herdacht wordt. Mensen moeten beseffen dat de vreselijke gebeurtenissen die toen plaatsvonden, nooit meer mogen gebeuren.” De groep knikt instemmend. Kim Rai valt haar bij: “Tegelijkertijd willen we graag dat mensen inzien dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Wij zijn dankbaar voor onze vrijheid, en we willen anderen graag inspireren.”

Wat vrijheid inhoudt? “Dat je kunt zijn, wie je wilt worden”, zegt een zachte stem. De jonge groep is voorbereid op lastige vragen van de verslaggever. “Vrijheid betekent ook dat je kunt studeren, kunt gaan waar je wilt en vrij bent in je gedachtes”, het klinkt bijna verlegen. “En dat je gewoon naar de winkel kunt gaan, zonder dat je wordt gebombardeerd.”

De jongeren kijken uit naar de activiteiten. De herdenking begint met een stille tocht om 19:35 vanaf het Van der Helstplein naar de van Woustraat 149. Op dit adres stond ijssalon Koco, de verzamelplaats van joodse knokploegen die op de vuist gingen met NSB’ers en fascisten. De eigenaren van de ijssalon betaalden de prijs en werden door de nazi’s vermoord.

Op deze gedenkwaardige plek wordt om 20:00 een minuut stilte gehouden voor de oorlogsslachtoffers, waarna Job Cohen het woord neemt. De aanwezigheid van de voormalige burgemeester is een ander succes van het jongerencomité dat Cohen speciaal voor de gelegenheid heeft opgetrommeld. De volgende dag, op Bevrijdingsdag, volgt in Buurthuis De Edelsteen aan het Smaragdplein een vrijheidsmaaltijd en een debat. De dames beloven de aanwezigen enige pittige thema’s voor te schotelen.

Het goede voorbeeld van de jongeren heeft overigens de interesse gewekt van filmmakers. Zij hebben hun activisten vastgelegd in een documentaire die eind mei zal verschijnen.

Plaatsen gedenksteen / hondendrinkplaats in Sarphatipark leidt tot wrevel

Datum: 1 oktober 2016 / Editie: October 2016 / Auteur(s): Gillis Kersting

Een marmeren plaat leidt tot opschudding in het Sarphatipark. Bewoners en bezoekers hebben geen idee waarom er opeens een marmeren object in het Engelse landschapspark is geplaatst.

De steen is een geschenk van de weduwe van een naar Canada geëmigreerde Amsterdammer die een gedenkteken wilde nalaten aan zichzelf en aan alle vertrokken Nederlanders. De steen verwijst naar hem, de geëmigreerde Nederlanders en, om het nog ingewikkelder te maken, dient de marmeren bak waarin de gedenkplaat staat, nu als drinkwaterplaats voor honden.

Wat het ook is, Henk Vrolijk, projectleider van het GroenGemaal in het Sarphatipark is er niet blij mee: ”Een misser van formaat. De steen staat midden in een Engels landschapspark. Bovendien is mij volstrekt onduidelijk wat de bedoeling is van het bouwsel. Ik kan geen enkel verband ontdekken tussen de naar Canada vertrokken heer, geëmigreerde Nederlanders en een drinkwaterplaats voor honden. Ik zie er trouwens nooit een hond uit drinken, maar dat kan toeval zijn. De vraag is: kan iedereen zomaar een gedenksteen plaatsen?”

Dat kan, verzekert de gemeente, die benadrukt dat de marmeren steen geen monument is, maar een watermuur. Volgens de woordvoerder staat het iedereen vrij zijn naam in marmer te vereeuwigen. In dit geval heeft de weduwe een voorstel ingediend bij de burgemeester, die de bal heeft doorgespeeld naar Stadsdeel Zuid. De behoefte aan een drinkwaterplaats voor honden en de financiële bijdrage vanuit Canada waren voor het stadsdeel voldoende om de steen te laten plaatsen.

De locatie, laat de gemeente weten, is gekozen door de ontwerper. Vanwege het internationale karakter van het Sarphatipark staat de verwijzing naar geëmigreerde Nederlanders er in het Engels op. Er is ook een poging ondernomen een Nederlandse vertaling van de Engelse tekst op de plaat te zetten. Jammer genoeg, slaagden de vertalers niet in hun opdracht. Het opschrift luidt nu: ‘in herinnering van …‘, waar het moet zijn ‘ter herinnering aan …‘

De gemeente vindt de taalfout geen probleem, maar erkent dat er een taalkundige discussie kan worden gevoerd over de schrijfwijze. Dit punt zal aan de orde komen op de volgende vergadering van de bestuurscommissie Zuid waar ook de Vereniging Vrienden van het Sarphatipark zijn onvrede kenbaar wil maken. Jan Willem Brals van de vereniging: “Gewoonlijk wordt ons standpunt gevraagd in zaken die het park betreffen. Nogal vreemd dat de gemeente ons dit keer niet op de hoogte heeft gesteld. Is hiermee een precedent geschapen? Wij vinden de plaatsing van de steen in ieder geval geen mooi initiatief en dan druk ik me nog voorzichtig uit.”

Stadsbank van Lening houdt ermee op

Datum: 1 juli 2016 / Editie: July 2016 / Auteur(s): Gillis Kersting

De gemeente sluit de deuren van de Stadbank van Lening in De Pijp op 14 november. Het loket in de Gerard Doustraat is het slachtoffer van de gemeentelijke bezuinigingen.

Amsterdam heeft vier stadsbanken van lening en de vestiging in De Pijp is de kleinste, met de minste omzet. Het gevolg van veryupping in de buurt? ”Welnee”, zegt gemeentewoordvoerder Peter Ekkers, ”er worden geen gebruiksgoederen meer aangenomen. Juwelen en sieraden zijn interessant, iPhones niet. Daarvan zijn er teveel in omloop. Je kon hier ooit een tv belenen van zeg maar 500 euro, maar die was na een tijdje sterk verouderd en niets meer waard. Daar leden we dus verlies op.”

Het filiaal in de Gerard Doustraat blijkt weinig aantrekkingskracht uit te oefenen op de buurtbewoners. De loketmedewerkers zagen het aantal klanten de laatste jaren afnemen, ook omdat zij verlenging van hun belening eenvoudig via internet kunnen regelen. Met alle gevolgen voor de ‘gezelligheid‘ van de stadsbank. Ooit hadden ambtenaren achter glazen loketten het druk met het ordenen van alle papieren, zaten in de wachtruimte de klanten verveeld op de plastic stoeltjes. Schreeuwende, opgewonden beleners, die het oneens waren over de bedragen die ze voor hun spullen konden vangen en woeste beveiligers die de boel in toom moesten houden, het is allemaal verleden tijd.

De taxateurs kijken op hun gemak naar de sieraden, ze bepalen de prijs en de man aan het loket legt de klant uit wat zijn inbreng waard is. Andere klanten zitten te wachten tot ze worden opgeroepen. Dit geldt ook voor de 26-jarige Leroy. Hij heeft een basketbalpetje schuin op het hoofd, tatoeage in de nek en een slecht humeur: ”Pfff… gaat deze ook al dicht. Ik kom hier juist graag, lekker dicht in de buurt.” Hij heeft zojuist 150 euro betaald aan een loketmedewerker om zijn sieraden op te halen. Een gebruikelijke gang van zaken aan de Gerard Doustraat, waar ruim 80% van de klanten zijn spullen weer ophaalt.

Het is dan ook een misvatting dat het pandhuis bedoeld is om arme mensen uit de nood te helpen. ”Integendeel” zegt gemeentewoordvoerder Ekkers, ”je helpt mensen juist aan een schuld.” Tweederde van de beleners zit niet in de armoede. Deze mensen hebben alleen harde contanten nodig. ”Het komt voor dat ze hun juwelen afgeven, geld innen en meteen doorlopen naar de Bijenkorf voor de aanschaf van nieuwe sieraden.” Buurtbewoners zullen in de toekomst iets verder moeten lopen. De dichtstbijzijnde Stadbank van Lening zit op de Nes. Dichter bij de Bijenkorf, dat wel.