De ogen en oren van de buurt

Datum: 16 oktober 2020 / Editie: Oktober 2020 / Auteur(s): Ella Santhagens Ella Santhagens (foto: Ella Santhagens)

Wijkagenten uit middelgrote steden zijn overbelast. Door het gebrek aan mankracht moeten zij steeds vaker bijspringen bij hun collega’s van de noodhulp. Hierdoor is er minder ruimte voor het oplossen van lokale problematiek. Geldt dit ook voor de wijkagenten in De Pijp?

Met zijn schouders achteruit en kin omhoog, loopt wijkagent Gertjan Visser met grote stappen richting de ingang van het Sarphatipark. De mensen op het nabijgelegen terras kijken allemaal even op. De reflecterende gele strepen van zijn politie-uniform trekken de aandacht. Alles aan zijn houding straalt gezag uit. Alsof de wijk van hem is. In feite is het gebied tussen de Ferdinand Bolstraat, de Ceintuurbaan, de Gerard Doustraat en de Van Woustraat ook ‘echt’ van hem. Sinds 2018 is Gertjan wijkagent van dit sub-gebied in De Pijp, oftewel de ‘Sarphatiparkbuurt.’

Werkdruk in De Pijp
“In Amsterdam zijn we gelukkig gezegend met het feit dat we best wel veel wijkagenten hebben,” meldt Gertjan. Per wijkagent zijn circa 5000 inwoners ingedeeld. De Pijp is onderverdeeld in acht sub-buurten, die allemaal een eigen wijkagent hebben. Aan wijkagenten geen gebrek dus. Maar Gertjan merkt ook dat er een leegloop is van ‘gewone’ agenten. “Dat is 15 jaar geleden ontstaan. Het geld wat er toen was werd aan andere dingen besteed, maar niet aan politieopleidingen.” Volgens Gertjan is dit de reden dat er nu geen vervanging is voor zijn collega’s die met pensioen gaan. Dit leidt tot een fors tekort aan agenten terwijl de noodhulp wel gewoon moet doorgaan. “Toch gebeurt dat landelijk veel vaker dan hier in Amsterdam. Onze teamleiding probeert de wijkagenten wel echt vrij te houden voor het wijkagenten werk. Maar soms lukt dat niet. Dus af en toe spring ik ook in de auto.”

Taak van de Wijkagent
Terwijl we door het Sarphatipark lopen begroet Gertjan meerdere mensen; het meisje achter de koffiekraam en verschillende mensen die hun hond uitlaten. Ze lijken hem allemaal te kennen en groeten hem enthousiast terug. “Als wijkagent kijk je eigenlijk samen met andere belanghebbenden, zoals de gemeente, buurtbewoners en ondernemers naar hoe je een buurt veilig kan maken en kan houden.” Wanneer bewoners een structureel, langdurig probleem ervaren wat niet met een 112 belletje verholpen kan worden, kan een wijkagent als Gertjan worden ingeschakeld. “Bijvoorbeeld als er op langdurige basis jongeren hangen op dezelfde plek, zou ik eventueel samen met de gemeente kunnen kijken hoe we dit probleem kunnen verhelpen. Kijken wat de mogelijkheden zijn. Dat is de rol van de wijkagent.”

Belang van een bekend gezicht
“Ik vind het echt belangrijk dat ik zichtbaar ben. Dat mensen voelen dat ik aanspreekbaar ben. Wanneer je dat contact dan hebt met mensen, gaat het praten nog makkelijker. Wanneer buurtbewoners zich openstellen kan ik ze ook beter en sneller helpen.”

Tips voor bewoners van De Pijp
“Er komen de laatste periode ontzettend veel meldingen binnen van fietsendiefstal. Het probleem is wel dat lang niet iedereen aangifte doet! Wij hebben namelijk lokfietsen. Daar zit een zendertje in. Die worden dan op plekken gezet waarvan wij veel aangiftes krijgen. Wanneer mensen dus geen aangifte doen, denken wij dat het goed gaat op bepaalde plekken in De Pijp terwijl dat dan helemaal niet zo is.” Dus als je fiets gestolen is: doe aangifte!

“Wat ook nog voorkomt is flipperen.” Hij ritst een vak van zijn politiepak open en haalt er een grijs plastic vierkant uit. “Dit stop je gewoon tussen de deur en het kozijn in en schuif je naar het slot toe. Als de deur niet op het nachtslot zit hoef je alleen de schoot naar binnen te drukken. Zo simpel is het! Dus wanneer dit bij mensen gebeurt laat ik zien hoe makkelijk het gaat. Daarom zeggen wij ook altijd: doe je ramen dicht en deur op slot als je boodschappen gaat doen. Dus niet alleen dichttrekken maar écht op slot!”

Toekomst
Alhoewel de leegloop van agenten landelijk een groter probleem lijkt dan in Amsterdam, maakt Gertjan zich toch enigszins zorgen over de toekomst. “Het dieptepunt hebben we hier nóg niet bereikt, maar ik denk dat het echt erger wordt. We zien nu al dat er collega’s met pensioen gaan en dat er geen vervanging is. Al helemaal omdat een opleiding tegenwoordig ook 3 jaar duurt. Vroeger maar 1 jaar. De drempel om te beginnen ligt dus hoger.” Om die reden wordt er nu nagegaan of de opleiding ingekort kan worden zodat er sneller instroom mogelijk is, meldt een woordvoeder van de politie.

Oproep aan de jeugd
Aangezien het voor zowel bewoners, ondernemers als de gemeente van groot belang is dat er genoeg agenten zijn, moedigt Gertjan de jeugd aan om zich aan te melden bij de politieopleiding: “Het is een mooi, afwisselend en spannend beroep, waarbij je niet van tevoren weet wat er staat te gebeuren! Zeker de moeite waard!”

Inloophuis Makom in coronatijd

Datum: 28 april 2020 / Editie: April 2020 / Auteur(s): Ella Santhagens Ella Santhagens (foto: Ella Santhagens)

Het inloophuis Makom in de Pijp is een van de acht inloophuizen van de Regenboog Groep, een organisatie die zich inzet voor kwetsbare Amsterdammers. Hier kunnen verslaafden, daklozen en mensen met sociale of psychiatrische problemen terecht. Makom werd tot voor kort door ongeveer 120 mensen per dag bezocht. Door de huidige coronamaatregelen kan dit niet meer. Hoe houdt een onmisbare plek als Makom zich staande in deze moeilijke tijd?

Het is een van de eerste warme lentedagen van 2020. De Van Ostadestraat wordt beschenen door zonnestralen die als laserlichten door mijn zwarte wollen jas heen branden. Door alle chaos rondom corona heb ik aandacht voor allerlei dingen gehad, behalve voor de weersverwachting. Zwetend van de hitte sta ik voor het inloophuis Makom. Voor veel buurtbewoners is dit een mysterieuze plek: stiekem vraagt men zich af wat er zich achter die grote deuren afspeelt, maar tegelijkertijd durft niemand er naar binnen te gaan.

Al 26 jaar worden hier daklozen en verslaafden opgevangen. Ze kunnen hier terecht voor een warme maaltijd, om een babbeltje met elkaar te maken of om te filosoferen over het leven. Normaal gesproken werken er ongeveer 35 vrijwilligers en worden er wekelijks diverse activiteiten georganiseerd om de ‘bezoekers’ te stimuleren om hun leven weer op orde te krijgen.

Komst van corona
Dit veranderde echter toen ons land werd getroffen door de pandemie. In een paar weken tijd heeft de uitbraak van een virus de gehele samenleving ontwricht. Uiteraard had dit ook consequenties voor Makom. Om erachter te komen hoe Makom met de huidige situatie omgaat, ging ik in gesprek met Kathleen Denkers, die hier al 16 jaar werkzaam is.

Vredige sfeer
Wanneer ik samen met Kathleen naar binnen stap bij Makom, komt een walm van etenslucht me tegemoet. We lopen voorbij de balie en komen uit in een soort grote kantine. Er zitten enkele mensen aan tafels te lezen, te schaken of voor zich uit te staren. Aan de muur hangen kleurrijke schilderijen en hier en daar staan wat plantjes. Een erg vredige sfeer. De man achter de bar merkt me op en vraagt, terwijl hij me van top tot teen bekijkt, of ik iets wil drinken. Als ik hem vraag of hij vrijwilliger is, vertelt hij trots dat hij ‘meewerkend bezoeker’ is, oftewel een dakloze die vrijwillig meehelpt.

Terwijl ik in gesprek ben met de barman, maakt Kathleen even snel contact met verschillende mensen. Haar betrokkenheid spat er vanaf. Nadat ze meerdere mensen begroet heeft, loopt ze terug naar mij. “Dit is dus de inloopruimte”, vertelt ze. “Hier kunnen bezoekers tot rust komen of wat eten en drinken. Boven is de kunstsuite, daar kunnen ze schilderen of knutselen. Maar het belangrijkste wat hier gebeurt, is dat ze hier aangesproken worden met hun naam. Wij behandelen ze voor wie ze zijn, niet voor wat ze zijn.”

Hebben jullie in verband met corona overwogen om de deuren te sluiten?
“Nee. De GGD heeft juist nadrukkelijk gevraagd of wij open wilden blijven. We gaan zelfs extra uren open. Ook bieden we nu slaapplekken aan. Dat was eerst niet. Per nacht kunnen hier nu 8 mensen slapen.”

Hoe gaan jullie momenteel om met de coronamaatregelen?
“We laten nu de mensen in setjes van drie een voor een binnen. Dit in verband met de rij die er meestal staat voordat we opengaan. Iedereen moet daarna meteen zijn handen wassen. We timen dit ook. Hiermee proberen we te controleren dat het ook echt goed gebeurt. Ook mogen er nu in totaal niet meer dan 32 mensen in het gebouw zijn. Vroeger was er meestal 70 man aanwezig. Daarnaast gaan er verschillende groepsactiviteiten niet meer door, zoals karaoke en de veegploeg.

Zijn jullie bezorgd om zelf besmet te raken?
“Sommige vrijwilligers zijn angstig en hebben besloten niet meer te komen. Dat snappen wij volledig. Er wordt tijdens de inloop wel heel goed gelet of mensen ziekteverschijnselen vertonen. Als we dat zien, worden ze gelijk in een aparte ruimte gezet. Dan krijgen ze een mondkapje op en moeten ze zelf hun temperatuur meten. Als die te hoog is, wordt er meteen een verpleegkundige gebeld.”

Merk je dat de bezoekers zich anders opstellen?
“Onze bezoekers stellen zich zó tof op. Ze zijn zo blij en dankbaar dat wij nu gewoon open zijn. Het is echt wel een gevoel van voldoening, met zijn allen samen. Dat samenhorigheidsgevoel voel ik nu heel erg in de inloop. Dat gevoel is er altijd al geweest, maar is nu sterker. Samen strijden.