Het kan alleen maar beter worden

Datum: 1 maart 2017 / Editie: March 2017 / Auteur(s): Elise Fikse

Elise Fikse, bewoonster van de Van Woustraat, schrijft een serie over mensen in haar sterk veranderende straat. Van oud-gedienden tot nieuwkomers. In deze vijfde aflevering bezoekt ze Ferdau Delea en Bas Groot van de actiegroep ‘Van Woustraat herinrichting’.

Iedereen die wel eens de Van Woustraat moet oversteken zal het herkennen. Fietsers komen in een eindeloze stroom voorbij, scooters zigzaggen tussen het verkeer door, van links en rechts denderen trams onverstoorbaar door, auto’s negeren de 30 km-borden, taxi’s knallen met een noodvaart over de trambaan.

De langverwachte herinrichting van de straat zou hier verbetering in moeten brengen, maar laat al jaren op zich wachten. Bas en Ferdau hebben allebei jonge kinderen, met wie ze dagelijks meerdere keren de straat oversteken. Doodeng en levensgevaarlijk.

Zo’n anderhalf jaar geleden werden ze gevraagd om aan te schuiven bij een groepje buurtbewoners en ondernemers, om mee te denken over de herinrichting van de straat. Aanvankelijk hingen de ondernemers volgens Bas nogal aan de huidige 10 cent-zone, die maakt dat je overdag een uur lang voor 10 cent kunt parkeren. Maar zodra duidelijk werd dat die regeling er sowieso aan zou gaan, zeiden veel ondernemers: dan ook maar helemaal autoluw, met hier en daar laad/los-plekken.

Hun vergaderingen zijn altijd behoorlijk productief. Maar het inspreken bij het stadsdeel leek nauwelijks iets op te leveren. Terwijl zij zich toch niet hebben opgesteld als zo’n groepje boze burgers dat overal maar tegen is. In tegendeel, ze waren van meet af aan juist coöperatief.

Auto’s zijn het voornaamste punt van discussie. Bas en Ferdau zeggen: ontmoedigen die hap. Een groot deel van het autoverkeer is doorgaand; iedereen komt zo vanaf de A2 de Van Woustraat in rollen. Waarom kan dat niet via de Amsteldijk of Wibautstraat geleid worden? En op de smalle stukken kunnen de parkeerplekken prima verdwijnen. De Van Woustraat is onderdeel van het Plusnet fiets en voetganger, wat betekent dat fiets en voetganger prioriteit krijgen bij het verdelen van ruimte. Maar in de huidige ontwerpen zien ze daar amper iets van terug.

Wat Bas en Ferdau vooral wonderlijk vinden, is de korte termijnvisie van het stadsdeel. Een herinrichting doe je voor 25 jaar, maar er wordt geen rekening gehouden met demografische ontwikkelingen in de buurt of met trends in autobezit. Of met de extra parkeercapaciteit van de aanstaande Boerenweteringgarage en de garage van het Asscherkwartier, die voor honderden extra plekken gaan zorgen. Nee, het stadsdeel overweegt doodleuk een parkeergarage onder het Willibrordusplein, dat daarvoor volledig op de schop moet. Terwijl die binnen een paar jaar compleet overbodig kan zijn.

Toch zijn Ferdau en Bas vol goede moed. Het kan ten slotte alleen maar beter worden dan het nu is. En er is recent een onderzoek gestart door de Gemeente Amsterdam naar een zogenaamde knip in de Van Woustraat. Zo’n knip zou het stuk tussen Ceintuurbaan en Stadhouderskade alleen nog toegankelijk maken voor bestemmingsverkeer en dus een groot deel van de auto’s weren. Zou er dan toch geluisterd worden?

Nr. 158, van Woustraat. Lunchroom De Koffieketel van Mary Gallinagh

Datum: 1 oktober 2016 / Editie: October 2016 / Auteur(s): Elise Fikse

Elise Fikse, bewoonster van de Van Woustraat, schrijft een serie over mensen in haar sterk veranderende straat. Van oud-gedienden tot nieuwkomers. In deze derde aflevering bezoekt ze Mary Gallinagh van Lunchroom De Koffieketel op nummer 158.

Het is twaalf uur op zaterdagmiddag en Mary heeft het druk. Koffie maken, eieren bakken, bestellingen opnemen, tafels afruimen. Feitelijk runt ze De Koffieketel in haar eentje, keuken en bediening tegelijk.

De lunchroom zit al bijna 19 jaar in de Van Woustraat. Het is een plek waar je zomaar aan voorbij zou kunnen lopen; van buiten is de zaak niet erg opvallend. Mary’s home from home staat er boven de menukaart. Een fles HP brown sauce staat op tafel, op de toiletdeur hangt een bordje met Erin go Bragh: Ierland voor altijd.

Mary is Ierse, maar woont al meer dan dertig jaar in Amsterdam. Ze was hier op vakantie toen ze een baan kreeg aangeboden bij het Schiller Hotel op het Rembrandtplein. Ze bleef er twaalf jaar werken. Uiteindelijk vond ze zich wat te oud worden voor de bediening; ze wilde wel iets voor zichzelf beginnen.

De Van Woustraat, wat moet ik daar, dacht ze aanvankelijk toen iemand haar wees op dit pand. Maar ze ging kijken en vond het eigenlijk toch wel leuk. Het was destijds een totaal andere straat. Veel rustiger, er was haast niks. Twee snackbars en bakkerij Leeman, dat was het wel. De laatste jaren is het steeds hipper en drukker geworden. Ineens zit overal horeca; het lijkt haast wel of de hele Van Wou uit horeca en kappers bestaat. Niet te geloven hoeveel kappers er in een straat kunnen zitten. Ze vindt het wel leuk dat het zo verandert. Het is nou eenmaal een andere tijd dan 19 jaar geleden. De straat verandert mee.

Ze heeft veel vaste gasten, veel mensen kent ze bij naam. De meesten komen uit de buurt. Aardige mensen, ze doen alles voor je. Zelf woont Mary in de Govert Flinckstraat, bij de Albert Cuyp. Eigenlijk vindt ze het daar nog leuker dan in de Van Woustraat. Iedereen loopt lekker buiten en de Albert Cuyp is altijd gezellig en druk.

Ook Britse toeristen weten De Koffieketel te vinden. Die komen massaal op het full English breakfast af. Beans on toast, black pudding, alles erop en eraan. Hoe ze bij haar terecht komen, weet ze eigenlijk niet. Mond-tot-mond waarschijnlijk, want reclame maken doet ze nauwelijks. Naast een lunchroom is De Koffieketel ook een mini-winkel met Engelse producten. Ze heeft een kast vol. Althans, de kast is nu bijna leeg, maar volgende week komt er weer een lading binnen. Witte bonen in tomatensaus, pakjes gravy, vleeskruiden voor een roast, dat soort dingen. Een man loopt binnen voor een pakje gravy. Geen vegetarische alsjeblieft, dat past niet bij zijn zijn kangoeroe steak. Twee Engelsen bestellen een laat ontbijt. Mary verdwijnt het keukentje in. Boven de bar hangt een bordje met ‘A balanced diet is a cookie in each hand’.

daMagda Gastronomia van Magda en Gianni Belardi

Datum: 1 september 2016 / Editie: September 2016 / Auteur(s): Elise Fikse

Elise Fikse, bewoonster van de Van Woustraat, schrijft een serie over mensen in haar sterk veranderende straat. Van oud-gedienden tot nieuwkomers. In deze tweede aflevering bezoekt ze Magda (56) en Gianni (60) Velardi van daMagda Gastronomia op nummer 21.

Zonder enige horeca-ervaring maar met zin in avontuur kwamen ze vorige zomer vanuit Turijn naar Amsterdam. Het plan: zelfgemaakt Italiaans eten verkopen. Ze waren toe aan iets nieuws; Magda was docent Engels, Gianni werkte bij een bank. Magda hield van koken en deed dat vaak voor vrienden en familie. Dat is natuurlijk wel wat anders dan een traiteur runnen, maar daar maakten ze zich niet zoveel zorgen over. Een bevriend stel had iets vergelijkbaars gedaan. En zonder er al teveel over na te denken zijn ze gewoon begonnen. Een soort Ik Vertrek, maar dan met meer mazzel dan de meesten.

De keuze voor Amsterdam was snel gemaakt. Door de vele vakanties in Nederland waren ze hier al redelijk bekend. Even twijfelden ze nog over Leiden, maar dat was ze toch iets te klein: een mooi centrum, maar daarbuiten was weinig te doen. Amsterdam is energiek en jong. Bovendien spreekt iedereen hier Engels, wel zo handig want Nederlands spreken ze niet.

Het was min of meer toeval dat ze in De Pijp terechtkwamen. Ze huurden een appartement via Airbnb tot ze een locatie en woonruimte zouden vinden. Het lag in De Pijp, maar het had net zo goed in de Jordaan kunnen zijn. Ze waren al snel verkocht; het was hier lekker druk, met een fijne sfeer en veel jonge mensen. De Van Woustraat leek ideaal: veel passanten, kantoren in de buurt, flink wat toeristen. In hun zoektocht naar een geschikte locatie stonden ze op een dag door het raam van een leegstaand pand te turen, waar inmiddels snckbr zit. Een man die voorbij liep, vroeg ze: zoekt u een pand? Hij wees ze op nummer 21, aan de overkant van de straat. Ze hadden niet gezien dat het leegstond, er hing nog geen te huur-bord. De makelaar was op vakantie, maar die had zijn koffer nog niet uitgepakt of het was geregeld. Er zat ook nog woonruimte boven, dus ze konden hun geluk niet op. De voorbijganger met de gouden tip bleek de eigenaar van het Indiase restaurant op de hoek van de Stadhouderskade. Hij is nu een van hun beste vrienden en heeft ze in het begin veel geholpen.

Ze kregen sowieso hulp van alle kanten; Amsterdam heeft een grote Italiaanse gemeenschap. Daar hadden ze geen idee van, maar de ene na de andere Italiaan stapte bij ze binnen om kennis te maken en de espresso te testen. Van hen kregen ze veel tips en advies.

In principe kookt Magda wat ze altijd al voor vrienden en familie maakte – pasta, aubergine parmigiana, lasagne, tiramisu – maar in het het begin bleek dat best een shock. Professioneel koken is toch wel even wat anders dan thuis voor de lol in de keuken staan. Inmiddels is ze eraan gewend en Gianni springt bij waar nodig. Een aantal gerechten heeft ze iets aangepast aan de Nederlandse smaak. Italianen eten bijvoorbeeld eerst een gang pasta en daarna een gang vlees of vis, maar Nederlanders willen graag alles-in-één. Dus serveert ze de gehaktballen die ze altijd al maakte nu met tagliatelle. Koken doet ze vooral ’s avonds, na sluitingstijd. Ze zijn tot 21.00 uur open, dus vroeg naar bed is er niet meer bij. Op zondag zijn ze dicht, dan hangen ze samen weer de toerist uit. Naar het strand, een dagje naar Leiden; je bent overal zo. Toch kan ze zich voorstellen dat ze ooit teruggaan naar Turijn, naar familie en vrienden en de Alpen. Maar voorlopig zitten ze hier goed.

99HS DE VAN WOU – De Gathershop van Jessica Chapman

Datum: 1 juli 2016 / Editie: July 2016 / Auteur(s): Elise Fikse

Elise Fikse, bewoonster van de Van Woustraat, schrijft een serie over mensen in haar sterk veranderende straat. Van oud-gedienden tot nieuwkomers. In deze eerste aflevering bezoekt ze haar benedenbuurvrouw Jessica Chapman uit Londen.

In 2012 kwam Jessica Chapman (28) vanuit Londen voor een stage naar Amsterdam. Vlak voordat ze terug zou gaan, ontmoette ze Jeroen. Ik blijf nog even, dacht ze, kijken wat dit is. Nu, vier jaar later, wonen zij en Jeroen in Sloterdijk en heeft ze een winkel in de Van Woustraat.

De Gathershop heet de kleine concept store, die ze eind 2014 opende op nummer 99hs. Jessica verkoopt spullen van ontwerpers uit de hele wereld. Ragfijne sieraden uit Singapore, linnen schorten uit Litouwen, keramieken koffiekopjes uit Frankrijk, leren tassen uit Arnhem. Maar ook piepkleine cactussen en vintage kleding. Eigenlijk verkoopt ze gewoon wat ze zelf mooi vindt.

Jessica werkte hier als interieurontwerper, maar droomde van een eigen winkel en nam ontslag. Om te oefenen huurde ze een kraam op de Sunday Market in het Westerpark en begon ze een webshop. Vervolgens ging ze op zoek naar een winkelpand. De Van Woustraat 99hs stond al maanden leeg, niemand wilde er in. Maar Jessica redeneerde: ik ben mijn eigen doelgroep en veel mensen in De Pijp lijken op mij. Bovendien zit er een Marqt op de hoek en die hebben heus wel locatie-onderzoek gedaan. Er was op dat moment vrij veel leegstand, maar de Gathershop was nog niet open of de straat liep vol. Als ze een paar maanden later was geweest, had ze het misschien niet eens kunnen betalen.

Ze schuimt Pinterest en Instagram af naar dingen die ze mooi vindt. Simpele ontwerpen en mooie materialen, daar houdt ze van. Vervolgens zoekt ze ontwerpers die dat soort dingen maken. Die e-mailt ze dan gewoon: mag ik dit verkopen in mijn winkel? Dat mag eigenlijk altijd. Makers benaderen haar ook wel zelf, en soms doen vrienden suggesties: is dit niet iets voor je? Ik snap waarom je dat denkt, zegt ze vaak, maar het is het nèt niet. Wat het precies wel moet zijn, is lastig te omschrijven, maar ze weet het als ze het ziet.

Onlangs werd de Gathershop genoemd in de New York Times. Dat leverde zoveel aanloop op, dat de winkel na een week bijkans leeg was. Metro publiceerde een stuk over het effect van zo’n vermelding in de NYT. Toen waren de planken helemaal zo goed als leeg.

De geplande herinrichting van de Van Woustraat baart haar wel enige zorgen. Maandenlang een opgebroken straat en omgeleid verkeer kunnen een groot probleem zijn voor een kleine winkel. Kijk maar naar de Ceintuurbaan of de Ferdinand Bolstraat. Voorlopig wacht ze het maar even af. Die vermelding in de New York Times had ze per slot van rekening ook niet aan zien komen. Je weet gewoon nooit hoe het gaat lopen.