Kunst kent geen beperking

Datum: 1 december 2012 / Editie: December 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Kunst gemaakt door mensen met een verstandelijke beperking. Die is te zien, te huur en te koop in de Kunstwerkplaats in De Pijp, gevestigd in een voormalige school in de Lutmastraat. Het pand werd verbouwd en voorzien van schilderen keramiekateliers, een galerie, artotheek, winkel en eetgelegenheid. Het herbergt een multimediaruimte, er wordt aan literaire vorming gedaan en het is de thuisbasis van theatergroep Lebelle.

In het ruime en lichte schilderatelier op de derde verdieping, word ik ontvangen door Josien Vogelaar, een van de begeleidsters. “Hier komen mensen die zelfstandig kunnen werken”, vertelt ze. “Als begeleidster heb je een aantal cliënten onder je hoede. Samen met hen maken we een werkplan en stellen we doelen. In het begin kan het komen op zich al een doel zijn. En het kost cliënten tijd om zich te oriënteren op de materialen en technieken. Maar de mensen komen hier met de bedoeling zich verder te ontwikkelen. We vragen hen wat ze zouden willen leren en bieden ook lessen aan. Als een doel bereikt is, richten we ons op een volgend doel.”

Al snel trekt ons gesprek de aandacht van Regilio Benjamin (38), die vlakbij ons zit, achter zijn schildersezel. Hij schuift bij ons aan en legt een vuistdikke map op tafel, zijn portfolio. “Ik vind schilderen wel leuk”, zegt hij, “maar ik ben geen Rembrandt hoor.” Het liefst werkt hij met acrylverf en zijn favoriete onderwerp is sport. “Ik ben zelf atleet geweest en heb veel wedstrijden gelopen, ook in het buitenland”, vertelt hij trots. Als hij zijn map openslaat, valt op hoe kleurrijk zijn werk is en dat sport niet zijn enige inspiratiebron is. Ook de jungle van Suriname, zijn land van herkomst, is op het doek vereeuwigd.

Ik kom een lijst van exposities tegen, onder andere in de Nieuwe Kerk en de Mozes & Aäronkerk. En een foto van Regilio met prinses Annette Sekrève en Job Cohen, gemaakt op een expositie in Sevilla, bij het grootste werk dat Regilio ooit maakte ‘Zwevende Mensen’. Annette Sekrève, getrouwd met prins Bernard, werkte toen als begeleidster in de Kunstwerkplaats, in die tijd onderdeel van Stichting AGO (Arbeidsinstelling voor Geestelijk Onvolwaardigen). Nu valt de Kunstwerkplaats onder zorgaanbieder Cordaan. Ook kom ik een foto tegen van Regilio met sprintster Nellie Cooman, die een expositie van hem opende in het stadsdeelkantoor in Amsterdam Noord.“Soms worden ook werken van mij verkocht”, vertelt Regilio. Op mijn vraag wat Regilio met het geld van de verkoop doet, springt Josien bij: “De makers krijgen niets”, zegt Josien, “omdat ze in een specifieke zorgsituatie zitten. De opbrengst vloeit terug naar de Kunstwerkplaats, voor de aanschaf van materialen. Maar het is wel een discussiepunt.”

Josien Vogelaar neemt me mee naar de tweede verdieping. Hier werken mensen die intensieve begeleiding nodig hebben. Ik maak kennis met Ina Hartman (64), die in deze tijd van het jaar kerstkaarten maakt en kerstdecoraties van vloeipapier. “Moeilijk omdat het papier zo dun is”, zegt Ina.

“Eigenlijk werk ik liever in de tuin”, gaat ze verder, “maar in de winter kan dat niet”. Ze zit met haar gezicht naar het raam, dat uitzicht biedt op het atelier van de wereldberoemde schilderes Marlène Dumas.

In een andere ruimte worden in opdracht van een bedrijf kartonnen dozen beplakt en beschilderd. Ze worden gebruikt voor kerstpakketten. Saber (19 jaar) maakt minikaartjes, voor bij een cadeautje bijvoorbeeld.

Weer een verdieping lager komen we in het keramiekatelier. Hier is meer reuring dan in het schilderatelier, waar in stilte individueel gewerkt wordt. Hier wordt heen en weer gelopen, gepraat en gelachen. Vier meiden zitten samen aan een tafeltje en beschilderen kommen. Ze lijken het heel gezellig te hebben met elkaar. Met de kerstdagen in het vizier wordt hier momenteel hard gewerkt aan de productie van kerststallen en kerstdecoraties. Heleen van Wier, begeleidster op deze afdeling, stelt me voor aan Romano Lugthart (39), die bezig is van klei engeltjes te maken, die later op een schaal geplaatst zullen worden. ‘Bengelen’, noemt Romano ze, ‘want engelen bestaan niet’. Giovanni Felter (25) maakt sterretjes van klei. Hij rolt klei uit, zoals je deeg uitrolt, en steekt daar dan met een vormpje sterretjes uit en prikt er een gaatje in. Daarna worden ze geglazuurd en gaan ze de oven in. Klaar om opgehangen te worden!

De kerststallen blijken vooral van de hand te komen van Arend Jan Talstra (33) en Joost de Langen (50). Zij zitten tegenover elkaar aan een tafel en zijn geconcentreerd bezig met het beschilderen van figuren voor de kerststal. Tegen de muur staat een kast met Jozefs, Maria’s, engelen, koningen, herders, schapen en ezels, die wachten op verdere verwerking. Joost, (doopnaam Jozef, zijn zus heet Maria), maakt bij voorkeur koppen van bekende mensen, aan de hand van foto’s die hij uit tijdschriften knipt. Op dit moment hangen op de muur naast zijn werktafel foto’s van acteurs uit de televisieserie Het Huis Anubis. Maar die moeten wachten tot na de kerst. Joost heeft een imposante lijst van exposities, er heeft zelfs werk van hem in Singer in Laren gestaan, vertelt hij. Arend Jan werkt aan de hand van een kerstprentenboek dat voor hem op tafel ligt: “ik maak de figuren na, dan moeten ze drogen en gaan ze de oven in. Daarna verf ik ze en worden ze geglazuurd. Dan weer de oven in en dan zijn ze klaar”.

Op een tafel staan een paar van Arend Jan’s kerststalletjes, klaar voor vervoer naar zorgcentrum d’Oude Raai in de Ferdinand Bolstraat, waar ze geëxposeerd zullen worden. Ze zijn ook te koop. Heleen laat me op haar mobiel een foto zien van een enorme kerststal, met figuren van wel vijftig centimeter hoog. Die wordt verhuurd, dit jaar aan het hoofdkantoor van C & A in Zuid-Oost. Helaas ben ik te laat om hem in het echt te zien, de stal is net die ochtend opgehaald. De rest van de productie wordt verkocht in de eigen winkel op de begane grond, net als de andere kerstartikelen. De prijzen variëren van twaalf euro vijftig voor een kleine stal tot vijfenveertig euro voor een grote. Dan heb je wel een uniek exemplaar, van een unieke kunstenaar!

De Kunstwerkplaats is een van de vele werkplaatsen voor mensen met een verstandelijke beperking van zorgaanbieder Cordaan. Zo is er o.a. ook een kinderboerderij, een houtwerkplaats, een kwekerij en tuincentrum en een garage waar aan auto’s en boten gesleuteld kan worden. De Kunstwerkplaats is gevestigd in de Lutmastraat 181-183. Op de begane grond bevinden zich de galerie, de artotheek, de winkel en een (eet)café. Vrij toegankelijk voor publiek. In de artotheek is kunst te huur vanaf een bedrag van 30 euro per jaar. In de galerie en winkel zijn, behalve kunstobjecten, ook ansichtkaarten te koop met afbeeldingen van in de Kunstwerkplaats gemaakte kunst.

Iedere maand is er een speciale aanbieding. U kunt er een kopje koffie drinken en in eetcafé Van de Kook kan iedere vrijdagavond tussen 18.00 en 19.30 uur een driegangenmenu genuttigd worden voor 9 euro. Wel reserveren.

Openingstijden Kunstwerkplaats: maandag t/m vrijdag van 10.00 – 17.00 uur.
www.kunstwerkplaats.nl en www.eetcafevandekook.nl

Mijn Buurt Mijn Stad

Datum: 1 december 2012 / Editie: December 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Eind november vond de tweede editie plaats van Mijn Buurt Mijn Stad. Een intieme muziek- en vertelvoorstelling door kinderen, jongeren, ouderen, kunstenaars en musici uit De Pijp.

Dit keer was het thema familie. Korte verhalen en gedichten over familiebanden en onvergetelijke momenten. Mijn Buurt Mijn Stad is een initiatief van CultuurCluster Asscher. Dit is een samenwerkingsverband van de IVKO-school, Ostadetheater, OBA Cinétol, Amsterdamse JeugdteJaterschool en Combiwel. Dit jaar deden er kinderen mee van de Derde Daltonschool en de Oscar Carréschool.

Hun gedichten werden door Lotte van Dijck samengevoegd tot een lied over onze buurt, waarmee de voorstelling werd afgesloten:

Ik ken je naam niet / Maar ik ken je gezicht / Doe je ogen / Maar even dicht / Dan neem ik je mee Op avontuur / En vertel ik je / Over mijn buurt

Daar loop ik dan / De wereld in / Op zoek naar avontuur / De regen stort / Er is geen hond / De wind is veel te guur / Maar ik geef niet op / Ik ga door / Ik moet weten waar ik hoor

Hoor ik hier, hoor ik daar / Kijk we horen bij elkaar / Zie je mij, zie ik jou / Kijk eens goed, jong en oud / Mensen komen, mensen gaan / Maar het hart van de buurt / Blijft altijd slaan

Familie zijn / Wat houdt dat in / Is een familie een gezin / Of horen er ook mensen bij / Die niet echt familie zijn / Een lieve buurvrouw / Een vriendin / Familie zijn / Wat houdt dat in

Daar loop ik dan / De wereld uit / Ik ben al bijna thuis / Maar ook als je binnen bent / Dan hoor je het geluid / Zet de ramen open / Luister naar de straat / Luister naar het hart / Dat altijd slaat

Hoor ik hier, hoor ik daar / Kijk we horen bij elkaar / Zie je mij, zie ik jou / Kijk eens goed, jong en oud / Mensen komen, mensen gaan / Maar het hart van de buurt / Blijft altijd slaan

Debby stopt ermee

Datum: 1 oktober 2012 / Editie: October 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Na een slepende rechtszaak in hoger beroep heeft Debby Daems van snackbar Mash aan het Gerard Douplein de handdoek in de ring gegooid.

“Ik kan niet meer”, aldus Daems. Onlangs haalde ze de snackbar leeg om deze op te leveren. Ze onthoudt zich van verder commentaar, maar wil wel kwijt dat ze de buurt enorm dankbaar is voor alle steun die ze de afgelopen jaren heeft gekregen.

Houd geveltuinen binnen de perken

Datum: 1 oktober 2012 / Editie: October 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

De Pijp telt ruim 1700 geveltuinen. Zij dragen bij aan het groene imago van de buurt. Bewoners die graag een geveltuin willen, kunnen dit kenbaar maken aan het Natuur- en Milieuteam De Pijp in het Wijkcentrum Ceintuur.

Het stadsdeel zorgt voor de aanleg (verwijderen van stoeptegels en aanbrengen rand), de bewoners voor de beplanting. Voorwaarde is dat de beplanting geen overlast bezorgd aan voetgangers op het trottoir.

Ook mogen er geen bomen in geveltuinen geplant worden. Op dit moment zorgt zo’n tien procent van de geveltuinen wel voor hinder. Vooral door overhangende takken en te grote struiken. De redenen dat deze geveltuinen dus onvoldoende onderhouden worden zijn divers. Soms komen er nieuwe bewoners, die niet dezelfde interesse hebben als de vorige bewoners.

Soms zijn bewoners door ziekte niet meer in staat het nodige werk aan de geveltuin te verrichten. Er kunnen allerlei redenen zijn. Hoe dan ook, het is tijd voor actie. In de maanden oktober en november kunnen eigenaren van geveltuinen die de perken te buiten gaan, een brief verwachten met het verzoek iets aan de overlast te doen. In de brief wordt ook gewezen op de mogelijkheid om advies te krijgen en zo nodig hulp van vrijwilligers van het Groen Gemaal in het Sarphatipark. Zo kan er bijvoorbeeld gereedschap geleend worden. Het Natuur- en Milieuteam hoopt dat er gebruik zal worden gemaakt van dit aanbod, zodat deze mini stukjes groen behouden zullen blijven voor de buurt.

Want als de overlast niet wordt ingeperkt zal het stadsdeel overgaan tot het opheffen van de betreffende geveltuinen.

Voedselbank, meer dan voedsel alleen

Datum: 1 september 2012 / Editie: September 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Voedselbanken in Nederland? Er zijn mensen die er schande van spreken, wij leven immers in een van de welvarendste landen ter wereld. Voedselbanken zouden overbodig moeten zijn. De Socialistische Partij bijvoorbeeld ziet het als een gevolg van falend overheidsbeleid. Opeenvolgende regeringen zouden te weinig aan armoedebestrijding hebben gedaan. Anderen geven de schuld aan de cliënten van de voedselbanken zelf. ‘Ze zullen het wel aan zichzelf te wijten hebben’, is het meest gehoorde vooroordeel. Feit is dat de voedselbanken in Nederland op volle toeren draaien en meer doen dan alleen voedselpakketten verstrekken. Ook de voedselbank in Amsterdam Zuid, opererend vanuit De Pijp.

Vooroordelen
“Mensen oordelen zo gauw, hebben zo vaak een mening over iets zonder de feiten te kennen. En oordelen is nu net wat wij niet doen”. Aan het woord is Marius Singels, coördinator van de voedselbank Amsterdam Zuid: “Veel mensen denken, zoiets overkomt mij niet, maar onze klantenkring is heel divers. Zeker, er zijn mensen bij uit families die generatie op generatie in de bijstand zitten, er zijn jonge alleenstaande moeders bij en alcohol- en drugsverslaafden, maar ook mensen die altijd midden in de maatschappij hebben gestaan. Door ziekte, echtscheiding, overlijden van een partner, verlies van werk of woning kunnen mensen heel snel in een neerwaartse spiraal terechtkomen. Ze komen in een uitkering en kunnen hun financiële verplichtingen niet meer nakomen. Bovendien raken ze na dergelijke ingrijpende gebeurtenissen vaak uit hun evenwicht,

Je kunt in je leven ook gewoon pech hebben

zoeken niet direct hulp, laten de dingen op hun beloop en raken even helemaal geïsoleerd. De problemen stapelen zich op. En de schulden ook. Dan komen ze uiteindelijk bij ons. Zonder dat wij oordelen over wat er goed of niet goed is gegaan, geven wij ze hulp, vertrouwen, respect en warmte, dat zijn echt dingen die nodig zijn. Dan valt er al een last van hun schouders. Daarna brengen wij hen in contact met de professionele hulpverlening. Wij zijn een schakel in het geheel en betrekken zo veel mogelijk deskundigheid bij de problematiek. Het omgekeerde komt natuurlijk ook voor, dat mensen via de hulpverlening bij ons terechtkomen. Wij krijgen mensen via maatschappelijke organisaties als PuurZuid, via de schuldhulpverlening of de Jellinek” (verslaafdenzorg).

Maatschappelijk draagvlak
Gelukkig wordt de steun voor de voedselbank maatschappelijk breed gedragen. Ook in Amsterdam Zuid. Door particulieren, kerk, politiek en bedrijfsleven. “Regelmatig worden er door particulieren bij ons spullen afgegeven”, vertelt Marius Singels, “en bedrijven organiseren supermarktacties, waarbij men de mensen vraagt bovenop hun eigen boodschappen iets extra’s te kopen voor de voedselbank. Stadsdeel Zuid houdt binnenkort een ‘blikjesdag’, een inzameling van houdbare producten onder het personeel van het stadsdeelkantoor. De Green Business Club Zuidas, (een organisatie die duurzame projecten op de Zuidas initieert, stimuleert en realiseert), organiseert 16 oktober, Wereldvoedseldag, een inzameling voor de voedselbank Zuid.

En de Amsterdamsche Kring, een club van vooraanstaande Amsterdammers die zich inzet voor de ‘groei en bloei’ van Amsterdam, steunt ons babyfonds. Dat klinkt mensen misschien wat vreemd in de oren”, zegt Marius Singels, “we zijn tenslotte een voedselbank, maar als je als alleenstaande moeder met een baby van 40 euro in de week rond moet komen, waar betaal je dan de luiers en de babyvoeding van?”

Nevenactiviteiten
Zo heeft de voedselbank meerdere nevenactiviteiten. Er wordt kleding en speelgoed ingezameld. Er is een wekelijkse kookclub, waar door cliënten van de voedselbank gezamenlijk een maaltijd wordt bereid op basis van het voedselpakket. Behalve dat men hier leert gezond te koken, is het ook goed voor de sociale contacten. Er worden ervaringen uitgewisseld en men geeft elkaar tips. Er ontstaan vriendschappen en er worden initiatieven genomen om elkaar te helpen. Sinds kort is er een kapper die in het Huis van de Wijk gratis cliënten van de voedselbank knipt. Dan is er in een container een winkeltje ingericht met ingezamelde producten, waaronder in toenemende mate toiletartikelen en was- en schoonmaakmiddelen. Daar is goed over nagedacht. De samenstelling van het voedselpakket wordt bepaald door het aanbod, maar sluit niet altijd aan bij iemands leefstijl. En het aanbod van verse producten is vaak beperkt en eenzijdig. Door in het winkeltje bewust voor bepaalde producten te kiezen, kan iemand het weinige vrij te besteden geld uitgeven aan levensmiddelen naar persoonlijke voorkeur. Verder worden er trainingen aangeboden, waar men leert eigen gevoeligheden en kwaliteiten te ontdekken om zichzelf van daaruit verder te ontwikkelen. “Cliënten zijn niet verplicht om mee te doen”, vertelt Marius Singels, “maar als men verwacht dat wij iets voor hen doen, dan verwachten wij dat zij zelf ook iets doen om hun situatie te verbeteren”.

Locatie
In de strenge vorstperiode afgelopen winter, waarbij de temperatuur in de uitgifteloods van de voedselbank daalde tot -20° en de koelinstallatie kapot vroor, realiseerde het stadsdeel dat het zo niet langer kan. Er is extra geld vrijgemaakt voor de huur van een inpandige ruimte tegenover de loods. Marius Singels is hier dolgelukkig mee. Ook omdat dan activiteiten van de voedselbank daar geconcentreerd en uitgebreid kunnen worden. “Mijn grote wens is dat in die ruimte klanten kunnen leren kleding te herstellen en te verstellen”, zegt Marius Singels, “en ook om wekelijks een kledingdag te hebben. Als iemand een jas of een broek nodig heeft, is het natuurlijk wel fijn dat je niet zes weken hoeft te wachten totdat er weer eens een kledingdag is”. Ook ziet hij mogelijkheden om op de binnenplaats een moestuintje te beginnen.

Marius Singels probeert zijn boodschap ‘het met elkaar dragen van maatschappelijke verantwoordelijkheid’ zo breed mogelijk uit te dragen. Hij houdt spreekbeurten in kerken en op scholen en begeleidt scholieren bij hun maatschappelijke stage bij de voedselbank. Hij wil vooroordelen wegnemen en laten zien dat je in je leven ook gewoon pech kan hebben. Bang dat klanten van de voedselbank te veel gepamperd worden is hij niet. “Ik wil dat mensen in beweging komen, daar spreek ik ze op aan, de meeste van onze klanten hebben ook een taak in onze activiteiten. En we toetsen tussentijds. Bovendien, zeg nou zelf, wie wel er nou graag bij de voedselbank komen?”.

Voedselbank Zuid
De voedselbank Zuid telt momenteel 127 cliënten, 74 vrouwen en 53 mannen, een kleine meerderheid alleenstaand. Om in aanmerking te komen voor een voedselpakket van de voedselbank mag een alleenstaande niet meer dan 180 euro per maand vrij te besteden hebben aan voeding en kleding, voor meerpersoonshuishoudens wordt daar 60 euro per volwassene en 50 euro per kind bijgeteld. Per jaar komen er ongeveer net zoveel mensen bij als er af gaan. Ongeveer de helft van het aantal klanten. Een cliënt kan maximaal drie jaar gebruik maken van de voorziening. De voedselbank Zuid kreeg in 2012 23.000 euro subsidie van het stadsdeel. Het grootste deel daarvan gaat naar de Centrale Voedselbank Amsterdam, voor logistieke kosten. Wat rest zijn telefoon- en administratiekosten. De voedselbank Zuid draait volledig op vrijwilligers.

Om voedselhulp aan te vragen kan men van maandag t/m vrijdag tussen 10.00 en 16.00 uur bellen naar 020 638 44 77 of mailen naar info@voedselbank.org

Weg met het wegwerpen!

Datum: 1 augustus 2012 / Editie: August-2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Kapotte spullen niet direct aan de kant van de straat zetten, maar een tweede leven gunnen. Dat is de gedachte achter het Repair Café. Kapotte kleding, haperende apparatuur, roestige fietsen, stilstaande horloges. Je kunt ermee naar het Repair Café, waar buurtbewoners met twee rechterhanden er alles aan doen om u mét een gerepareerd object huiswaarts te doen keren. Lilian Voshaar, drijvende kracht achter het Repair Café in De Pijp, vond het tijd voor een aparte computer-editie.

Woensdagavond, 11 juli, was het zover. Bij binnenkomst in het Wijkcentrum Ceintuur, even over aanvangstijd half acht, waren de aanwezige drie reparateurs al bezet.

Er lijkt behoefte aan zo’n laagdrempelige hulp bij computerproblemen. De koffie en thee staan klaar en ik luister en kijk mee naar de computerproblemen van anderen; een pc waarmee het niet meer lukt om het internet op te gaan en twee laptops zonder beeld (één vertoont nog slechts een groen scherm en de ander een zwart-wit scherm).

De sleutelaars gaan al pratend aan de slag en vertellen ondertussen over de mogelijke oorzaken van het probleem. Het innerlijk van de pc en de laptops wordt blootgelegd en moederbord, harde schijven en videokaarten worden zichtbaar gemaakt. Hart en geheugen van de machines worden onderzocht, op zoek naar de juiste diagnose. Ook onderling wordt er door de reparateurs overlegd in soms onbegrijpelijk jargon. Ze willen niets over het hoofd zien en er alles aan doen om het probleem te verhelpen.

Een inmiddels gearriveerde vierde helper, gaat weer terug naar huis en komt terug met een compressor, waarmee de ventilator van een computer met perslucht schoongeblazen kan worden. Geen moeite is te veel. Inmiddels komen er druppelsgewijs meer ‘klanten’ binnen. Voor iedereen wordt de tijd genomen. Sommige problemen zijn eenvoudig te verhelpen, soms is het een kwestie van een enkel per ongeluk geblokkeerd knopje of het opschonen van het beperkte werkgeheugen van een tien jaar oude laptop. In het geval van een niet te repareren beeldscherm van een laptop wordt de voorbereiding getroffen voor het gebruik van een extern beeldscherm, zodat de laptop toch nog te gebruiken is.

Op twee computers wordt opnieuw de software geinstalleerd waarmee men het internet op kan. En in het geval van de laptop die niet te repareren blijkt, worden alle gegevens van de harde schijf in veiligheid gebracht, zodat er niets verloren gaat. De kapotte aansluiting van het door mij meegenomen externe geheugen wordt gesoldeerd, tevergeefs. Maar ik krijg een adres mee van een specialist op dit gebied en advies waarop te letten bij een volgende aanschaf. Er valt veel te leren deze avond. En het is ook nog eens heel gezellig.

De deskundigen blijken overigens geen computer-professionals, maar loodgieter / fietsenmaker, psycholoog / marktonderzoeker en directeur van een verpleeghuis. Hun computerkennis lijkt meer het gevolg van een uit de hand gelopen hobby. Alle hulp is gratis, op tafel staan potjes voor een vrijblijvende tegemoetkoming in de materiaalkosten. Een half uur na de aangekondigde sluitingstijd is er nog volop actie in de tent en ga ik wijzer de deur uit.

Maar ook enigszins bedrukt, in het besef dat de pc die ik twee maanden geleden als grof vuil op de stoep heb gezet, waarschijnlijk nog te redden was geweest.

Word vrienden met je computer met Buddieklik

Datum: 1 mei 2012 / Editie: May 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Gaat u 60 op de digitale snelweg, waar 130 is toegestaan? Dan wordt het tijd om gas te geven! U kunt de computer opstarten, met de muis overweg, patiencen en een website bezoeken? Mooi. Maar waarom niet doorschakelen naar een hogere versnelling? U wilt wel, maar durft niet? Buddieklik helpt u veilig op weg.

Gineke Gorter (22) en Jeffrey Martina (24) studeren Culturele Maatschappelijke Vorming aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze lopen stage in het Wijkcentrum Ceintuur en bedachten Buddieklik. Computerles voor iedereen die heeft besloten voortaan meer uit zijn computer te halen. Met het accent op sociale media als Facebook, Skype en Twitter. Maar Buddieklik is er zeker ook voor andere vragen.

“Ik kwam op het idee door mijn oma”, vertelt Gineke. “Zij heeft een dochter in Thailand. Ik kreeg een telefoontje: ze had een skypetelefoon gekocht, maar wist niet hoe Skype werkte. Of ik haar even kon helpen. Voor mensen met familie of vrienden in het buitenland is skypen natuurlijk een mooie manier om contact met elkaar te hebben.”

“We willen ook de angst voor de computer bij mensen wegnemen”, vult Jeffrey aan. “Men hoort verhalen over de gevaren van internet, over het stelen van gegevens of zelfs je identiteit. Vooral oudere mensen maakt dit bang. Sommigen durven daardoor niks meer. Daarom richten we ons ook op internetveiligheid, wat doe je wel en wat doe je niet.”

Gineke en Jeffrey stelden zelf het lesmateriaal voor Buddieklik samen en vonden onderdak voor de cursus in Het Huis van de Wijk in De Pijp. Er ging een oproep uit om cursisten te werven én vrijwilligers voor de begeleiding. Want als hun stage eindigt aan het eind van het schooljaar, is het natuurlijk de bedoeling dat de cursus wel doorgaat. Gineke en Jeffrey zullen de vrijwilligers die het stokje overnemen eerst zelf trainen. Het loopt nog niet storm, maar er hebben zich al wat deelnemers aangemeld. En ook een paar vrijwilligers om les te geven. De stagiairs hopen dat het aanslaat en goed gaat lopen, met genoeg deelnemers én begeleiders.

“Het is toch hartstikke leuk om kennis over te dragen”, antwoordt Gineke als ik vraag wat dit vrijwilligerswerk aantrekkelijk maakt, “en om het resultaat te zien. Dat je bijvoorbeeld later ziet dat een cursist zich als vriend bij jou op Facebook heeft aangemeld, dat lijkt me nou echt geweldig.” Jeffrey gaat verder: “Als je mensen een drempel over helpt geeft dat veel voldoening.” Wel heb je voor dit vrijwilligerswerk behalve computerkennis ook het nodige geduld nodig, denken ze allebei.

Kort na ons gesprek begint de eerste Buddieklikbijeenkomst in Het Huis van de Wijk. Vanwege het nog lage aantal aanmeldingen hebben Gineke en Jeffrey de cursisten en vrijwilligers dit keer samen uitgenodigd. Maar wat blijkt? Er is maar één cursiste en geen van de aangemelde vrijwilligers is op komen dagen. Teleurstellend, maar is niet alle begin moeilijk? Misschien een kwestie van miscommunicatie, denken de cursusleiders.

Die enige leerling heeft in ieder geval over aandacht niet te klagen en krijgt antwoord op al haar vragen. Als ze vertelt dat ze zo’n moeite heeft met het vinden van de juiste toetsen, heeft Jeffrey in een mum van tijd een gratis online typecursus voor haar gevonden.

“Ik moet solliciteren”, zegt mevrouw, “en moet dus wel. Zonder computer ben je tegenwoordig nergens meer. Maar ik wil het ook, anders kom ik overal buiten te staan. Volgende week kom ik weer, ik ben blij met deze mogelijkheid. En het is nog gratis ook!”

Aanmelden voor Buddieklik (deelnemers en vrijwilligers om les te geven) kan via info@wijkcentrumceintuur.nl
De lessen zijn op woensdagmiddag van 13.00 tot 14.00 uur in Het Huis van de Wijk in De Pijp, Tweede Van der Helststraat 66

Van alle markten thuis!

Datum: 1 april 2012 / Editie: April 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Acteur, zanger, drummer, kunstschilder, bouwvakker. Josef van Hetten was het allemaal. Maar nu is hij mondharmonicaspeler. Al acht jaar lang blaast hij zijn partijtje op de Albert Cuypmarkt. Op zijn vaste stek bij de hoek met de Eerste Van der Helststraat.

“Acht jaar geleden werkte ik in de bouw en raakte ik arbeidsongeschikt door een bedrijfsongeval. Daarbij liep ik derdegraads brandwonden op en ik verloor een been. Toen moest ik iets anders en ben ik straatmuzikant geworden.”

Zes dagen per week komt Josef met metro, tram en de rollator vanuit zijn verzorgingshuis in Zuid-Oost naar de Albert Cuyp. De buurt kent hij als zijn broekzak. Jarenlang woonde Josef hier in De Pijp, eerst in de Govert Flinckstraat en later in de Gerard Dou.

Josef (Paramaribo, 1950) kwam in 1975 vanuit Suriname naar Nederland, trouwde met actrice Coby Stunnenberg, van wie hij ook weer scheidde, en ging als artiest aan de slag. Hij begon met acteer- en zanglessen. “Vroeger heb ik in De Engelenbak op de planken gestaan, in Op Hoop van Zegen en in Othello. Ook deed ik mee in de musical The Kingdom, ik speelde soldaat en marktverkoper.” Maar dat is allemaal alweer zo’n vijfentwintig jaar geleden.” Regelmatig ziet hij op de markt nog ‘gasten’ uit die tijd, met wie hij samen heeft opgetreden.

Josef leerde zichzelf drummen. “Maar dat gaat nu niet meer met dat been, dus heb ik maar voor mondharmonica gekozen’. Een stuk of acht instrumenten heeft ie, maar het liefst speelt hij toch op zijn Hohner, “vanwege de mooie klank”.

Het repertoire bestaat uit blues en Nederlandstalige nummers. Aan de Amsterdamse grachten is zijn lievelingsnummer, maar ook I’ll be there before the next teardrops fall is een favoriet. Josef componeerde zelfs een eigen nummer: Come to my island. En voor kinderen speelt hij maar al te graag de tunes van Sesamstraat en Pippi Langkous. Josef is namelijk dol op kinderen. Zelf heeft hij er geen, en van de kinderen op de Albert Cuyp kan hij echt genieten. “Kinderen vind ik hartstikke leuk, weet je, ze komen naar mij toe.”

Voor hem op de grond liggen in een piepschuimen bakje zijn instrumenten en het geld dat hij verdient. Daarnaast een paar knuffelbeestjes, een soort mascottes. Allemaal van kinderen gekregen. Josef deelde zelfs een keer handtekeningen uit aan een complete schoolklas!

Van het geld dat hij met zijn muziek ophaalt koopt hij schildersbenodigdheden. “Ik hou van sparen, al die muntjes breng ik naar de bank. Ik spaar voor verf, kwasten, doek. Want ik mag graag tekenen en schilderen, in de avonduren of zondags”.

Aan het einde van de dag, als de markt wordt opgebroken, klapt ook Josef zijn parasol in en laadt zijn boeltje op de rollator om weer naar huis te gaan. In zijn voertuig liggen ook de boodschappen van de markt. “Voor de helft van de prijs hoor, de marktmensen matsen mij. Maar ik breng voor hen altijd de Metro mee, die haal ik even op het Centraal Station”.

Morgen zal Josef er weer staan. Hij geniet er gewoon van. “Ik ken hier zo veel mensen. Zolang er markt is blijf ik doorgaan”!

Vreemde valuta in de bus!

Datum: 1 februari 2012 / Editie: February 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Wie kent ze niet? De ‘Brinkiebussen’, de melkbussen bij kinderboerderijen en winkels in Amsterdam waarin buitenlandse munten en biljetten gedoneerd kunnen worden.

Die worden ingewisseld voor euro’s. In 2011 werd er ongeveer 30.000 euro opgehaald, waarvan 1.830 euro in De Pijp. Toon Borst, alias ‘de muntenman van Amsterdam’, begon dit project in 2001 om de noodlijdende kinderboerderij ‘t Brinkie in de Bijlmer te redden. Nu delen alle kinderboerderijen in Amsterdam in de opbrengsten, maar als er zich grote rampen als de aardbeving in Haïti of de tsunami in Japan voordoen, krijgt giro 555 prioriteit.

Kinderboerderij De Pijp ontving dit jaar 729 euro uit de Brinkiebussen. Toon gaat het wat rustiger aan doen en het is de bedoeling dat in de komende jaren de kinderboerderijen in Amsterdam deze inzamelfunctie zelf gaan overnemen. De associatie ‘buitenlands geld is Brinkie’ wordt dan ‘buitenlands geld is buurtboerderij’.

In Duitsland, Ierland, Oostenrijk en Spanje is nog steeds geen einddatum vastgesteld voor het inwisselen van marken, ponden, schillingen en pesetas (zowel munten als biljetten) voor euro’s. Hetzelfde geldt voor Belgische en Luxemburgse francs-biljetten. Daarnaast blijven alle buitenlandse munten en biljetten uit niet-eurolanden ook van harte welkom in de – nu nog – Brinkiebussen.

In De Pijp staan de bussen bij de kinderboerderij aan de Lizzy Ansinghstraat, de AH-filialen aan het Cornelis Troostplein en de Stadhouderskade, schoenenzaak Otten aan de Eerste Van der Helststraat en de coöperatie Eerste Jan Steenstraat 5.

Deining aan de Amstel

Datum: 1 februari 2012 / Editie: February 2012 / Auteur(s): Christine Westerveld

Wonen op de Amstel, de rivier die onze stad haar naam gaf. Uitzicht over het water, het gevoel van vrijheid, het geluid van de wind, de vogels, de geur van houtkachels, geen boven- of onderburen waar rekening mee gehouden moet worden…

Wonen op het water. Zo in trek, dat door de jaren heen de kades en oevers van de Amsterdamse wateren, waar mogelijk, vol kwamen te liggen met woonboten. Zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt zag in te grijpen met beleids- en bestemmingsplannen. Maar in de overgang van gedogen naar regelgeving gaat wel eens iets mis, zo ook in De Pijp, aan de Amsteldijk, tussen Jozef Israëlskade en Ceintuurbaan.

Foutje
In het bestemmingsplan De Pijp 2005 stelde het toenmalige stadsdeel Oud-Zuid, vanuit ‘stedenbouwkundig en historisch perspectief,’ te willen waken over de aanblik van de Amsteloever en het zicht op de rivier. Daarom werd de voorkeur uitgesproken voor woonschepen boven woonarken. De toen bestaande situatie aan de Amsteldijk werd in kaart gebracht aan de hand van luchtfoto’s. En daar ging het mis, althans volgens een aantal bewoners, waarvan sommigen al zo’n veertig jaar aan de Amsteldijk wonen. Bij de indeling in waterkavels zouden ok niet bewoonde kavels (plezierboten en terrasboten), zogenaamde objectkavels, als woonkavel zijn aangeduid.

Dit in combinatie met het feit dat de voorkeur voor woonschepen boven woonarken indertijd ‘ten onrechte niet vertaald is in voorschriften’, zoals het stadsdeel zelf ook toegeeft, heeft ertoe geleid dat in de jaren daarna op bepaalde gedeelten langs de Amsteldijk het aantal woonarken alleen maar is toegenomen en het zicht op de Amstel verder is afgenomen.

Weg uitzicht
Een aantal bootbewoners heeft namelijk de leemtes in het bestemmingsplan aangewend om op de aanvankelijke objectkavels die in het bestemmingsplan 2005 tot woonkavel bestempeld werden, nu legaal een woonark te bouwen, waarmee het tegenovergestelde werd bereikt van wat het stadsdeel wilde. Ter hoogte van de Diamantbuurt is het uitzicht op de Amstel er alleen maar minder op geworden, de boten liggen daar drie rijen dik. En bezwaarschriften van omwonenden hebben – tot hun spijt – het tij niet kunnen keren.

Omdat het stadsdeel deze ontwikkeling ook als zeer ongewenst ziet, is in maart 2010 de bestaande situatie ‘bevroren’ en een nieuw bestemmingsplan, Water in De Pijp, opgesteld. Hierin zijn de mazen door scherpere regelgeving gedicht. In augustus 2011 is het plan in werking getreden, zodat een dergelijke situatie zich niet kan herhalen.