Inloophuis Makom in coronatijd
Het is een van de eerste warme lentedagen van 2020. De Van Ostadestraat wordt beschenen door zonnestralen die als laserlichten door mijn zwarte wollen jas heen branden. Door alle chaos rondom corona heb ik aandacht voor allerlei dingen gehad, behalve voor de weersverwachting. Zwetend van de hitte sta ik voor het inloophuis Makom. Voor veel buurtbewoners is dit een mysterieuze plek: stiekem vraagt men zich af wat er zich achter die grote deuren afspeelt, maar tegelijkertijd durft niemand er naar binnen te gaan.
Al 26 jaar worden hier daklozen en verslaafden opgevangen. Ze kunnen hier terecht voor een warme maaltijd, om een babbeltje met elkaar te maken of om te filosoferen over het leven. Normaal gesproken werken er ongeveer 35 vrijwilligers en worden er wekelijks diverse activiteiten georganiseerd om de ‘bezoekers’ te stimuleren om hun leven weer op orde te krijgen.
Komst van corona
Dit veranderde echter toen ons land werd getroffen door de pandemie. In een paar weken tijd heeft de uitbraak van een virus de gehele samenleving ontwricht. Uiteraard had dit ook consequenties voor Makom. Om erachter te komen hoe Makom met de huidige situatie omgaat, ging ik in gesprek met Kathleen Denkers, die hier al 16 jaar werkzaam is.
Vredige sfeer
Wanneer ik samen met Kathleen naar binnen stap bij Makom, komt een walm van etenslucht me tegemoet. We lopen voorbij de balie en komen uit in een soort grote kantine. Er zitten enkele mensen aan tafels te lezen, te schaken of voor zich uit te staren. Aan de muur hangen kleurrijke schilderijen en hier en daar staan wat plantjes. Een erg vredige sfeer. De man achter de bar merkt me op en vraagt, terwijl hij me van top tot teen bekijkt, of ik iets wil drinken. Als ik hem vraag of hij vrijwilliger is, vertelt hij trots dat hij ‘meewerkend bezoeker’ is, oftewel een dakloze die vrijwillig meehelpt.
Terwijl ik in gesprek ben met de barman, maakt Kathleen even snel contact met verschillende mensen. Haar betrokkenheid spat er vanaf. Nadat ze meerdere mensen begroet heeft, loopt ze terug naar mij. “Dit is dus de inloopruimte”, vertelt ze. “Hier kunnen bezoekers tot rust komen of wat eten en drinken. Boven is de kunstsuite, daar kunnen ze schilderen of knutselen. Maar het belangrijkste wat hier gebeurt, is dat ze hier aangesproken worden met hun naam. Wij behandelen ze voor wie ze zijn, niet voor wat ze zijn.”
Hebben jullie in verband met corona overwogen om de deuren te sluiten?
“Nee. De GGD heeft juist nadrukkelijk gevraagd of wij open wilden blijven. We gaan zelfs extra uren open. Ook bieden we nu slaapplekken aan. Dat was eerst niet. Per nacht kunnen hier nu 8 mensen slapen.”
Hoe gaan jullie momenteel om met de coronamaatregelen?
“We laten nu de mensen in setjes van drie een voor een binnen. Dit in verband met de rij die er meestal staat voordat we opengaan. Iedereen moet daarna meteen zijn handen wassen. We timen dit ook. Hiermee proberen we te controleren dat het ook echt goed gebeurt. Ook mogen er nu in totaal niet meer dan 32 mensen in het gebouw zijn. Vroeger was er meestal 70 man aanwezig. Daarnaast gaan er verschillende groepsactiviteiten niet meer door, zoals karaoke en de veegploeg.”
Zijn jullie bezorgd om zelf besmet te raken?
“Sommige vrijwilligers zijn angstig en hebben besloten niet meer te komen. Dat snappen wij volledig. Er wordt tijdens de inloop wel heel goed gelet of mensen ziekteverschijnselen vertonen. Als we dat zien, worden ze gelijk in een aparte ruimte gezet. Dan krijgen ze een mondkapje op en moeten ze zelf hun temperatuur meten. Als die te hoog is, wordt er meteen een verpleegkundige gebeld.”
Merk je dat de bezoekers zich anders opstellen?
“Onze bezoekers stellen zich zó tof op. Ze zijn zo blij en dankbaar dat wij nu gewoon open zijn. Het is echt wel een gevoel van voldoening, met zijn allen samen. Dat samenhorigheidsgevoel voel ik nu heel erg in de inloop. Dat gevoel is er altijd al geweest, maar is nu sterker. Samen strijden.