Vincent van Goghstraat

In de jaren twintig werden maar liefst 62.000 nieuwe woningen gebouwd in Amsterdam.

Nooit eerder en later evenmin was de productie in één decennium zo hoog. Amsterdam telde wel vijftig verschillende woningbouwverenigingen. Hun voornaamste doel was het bouwen van betere arbeiderswoningen.

In het sterk verzuilde Nederland had iedere politieke en religieuze groepering zijn eigen woningbouwvereniging. Zo bouwde het rooms-katholieke Het Oosten in 1923 honderden woningen in de zuidwesthoek van De Pijp.

Om in aanmerking te komen voor zo'n woning moest je katholiek zijn.

Daardoor ontstond hier een overwegend katholiek buurtje met eigen (katholieke) voorzieningen zoals scholen, winkels, buurthuizen en een kerk. Het werd ook wel Papendorp genoemd en het was een bijzonder kinderrijke buurt.

Op deze fotokaart, verzonden in 1938, zien we de woningen van Het Oosten, ontworpen door architect Lippits. We kijken vanaf het kruispunt met de Pienemanstraat in het rustige en doodlopende deel van de Vincent van Goghstraat. Hier kwamen zelden auto's, behalve tijdens de Autorai. Dan parkeerden bezoekers graag hun automobiel in de buurt van het toenmalige RAI-gebouw aan de overzijde van de Ferdinand Bolstraat.

Links, op nummer 38, zien we de groentewinkel van de heer Poelstra. Zijn zaak droeg dezelfde naam als de woningbouwvereniging. Rechts zat kruidenier Putman.

Wat verder opvalt, zijn de voortuintjes. Frans Hofstra woonde hier als kind in de jaren vijftig en kan zich die nog goed herinneren: “Elke tuin had een Japanse kers, zodat de straat in het voorjaar een prachtige roze aanblik bood. Later zijn de tuintjes opgeofferd voor het oprukkende autoblik”.

 

(Ton van der Tas, november 2014)