Tolstraat

De Tolstraat is genoemd naar het tolhek, dat hier vroeger op de Amsteldijk stond. Passanten dienden een klein bedrag te betalen en droegen daarmee bij aan het onderhoud van de weg.

In deze straat lieten de broers Joseph en Abraham Asscher hun nieuwe diamantslijperij bouwen, die in 1907 feestelijk werd geopend. Op de kaart zien we de stratenmakers nog bezig, maar de vlaggen wapperen al op de torens. Het gebouw lijkt wel een kasteel!

De broers behoorden tot de beste diamantbewerkers ter wereld en brachten het bedrijf, in 1854 opgericht door opa Joseph Isaac, tot grote bloei. Maar als de economische crisis uitbreekt in de jaren dertig en Nederland ook nog betrokken raakt bij de Tweede Wereldoorlog ziet het er somber uit voor de familie Asscher.

Veel familieleden en een groot deel van de 300 (veelal joodse) werknemers overleven de concentratiekampen niet. Abraham Asscher wel.

Hij keert terug uit Bergen-Belsen, maar wordt door de joodse gemeenschap medeschuldig bevonden aan wat er met de Nederlandse joden is gebeurd. Als medevoorzitter van de Joodse Raad voerde hij immers de anti-joodse maatregelen van de Duitsers uit. Het zou nooit meer goed komen tussen hem en de joodse gemeenschap.

Na de oorlog was het familiebedrijf zo goed als leeggeroofd en de eens zo trotse Amsterdamse diamantnijverheid vernietigd. Toch gaan de slijpmolens in de Tolstraat weer draaien en weten de zonen van Abraham het bedrijf weer op te bouwen. Tegenwoordig wordt het bedrijf geleid door de zesde generatie. De familie gebruikt slechts een deel van het gebouw. Het andere deel wordt verhuurd aan creatieve bedrijven.

In de nabije toekomst zal dit monumentale gebouw een meer open karakter krijgen met een plein en horeca op de begane grond en bedrijven en woningen op de bovenste verdiepingen.

 

(Ton van der Tas, juli 2014)