Het Henriëttehofje

Als je in de buurt op zoek gaat naar dit hofje zul je het niet vinden. Het werd gebouwd in 1867 en stond aan de Singelgracht, de latere Stadhouderskade.

Het gebied was nog zeer landelijk; de bewoners keken aan de achterkant uit over weilanden en zagen de molens, die langs de Zaagmolensloot stonden.

Die landelijke rust is echter van korte duur. In hetzelfde jaar wordt de eerste steen gelegd voor de bierbrouwerij van Heineken iets verderop. De stad Amsterdam maakt zich op voor zijn tweede Gouden Eeuw. De industrialisatie komt op gang, mensen trekken massaal richting stad en uitbreiden wordt noodzakelijk. De weilanden en molens moeten plaatsmaken voor huizen en de eerste straten worden aangelegd in een nieuwe buurt: De Pijp.

De stichter van het hofje was Jacob de Vos Jacobszoon, zakenman en kunstliefhebber. Hij vernoemde het naar zijn vrouw Henriëtte Wurfbain en zo ontstond het Henriëttehofje.

Het bood onderdak aan tien oudere alleenstaande dames.

Naast het Henriëttehofje vestigde zich de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Die staat er na bijna 140 jaar nog steeds, in tegenstelling tot het Henriëttehofje, dat in de jaren vijftig werd afgebroken wegens bouwvalligheid.

In 1959 kwam er een nieuw gebouw, ontworpen door architect Mart Stam. Achter de pui van staal en glas zetelde de Geïllustreerde Pers, uitgever van o.a. Margriet en Donald Duck. Later vestigde het Bevolkingsregister zich in het pand en nu wordt het door verschillende bedrijven en instanties gebruikt.

Tegenwoordig is de Stadhouderskade door de verkeersdrukte een van de smerigste straten van Amsterdam. En mocht je je weer eens ergeren aan al die drukte en viezigheid, keer dan met dit beeld van het Henriëttehofje voor ogen terug naar de tijd dat Amsterdam nog zwanger was van De Pijp en de buurt een polder was, met zijn molens, herbergen, paden, sloten, vee en polderhuisjes...

 

(Ton van der Tas, mei 2014)