De straat is vernoemd naar de gebroeders Pieter en Francois Hemony. Zij leefden in de 17e eeuw en waren de belangrijkste klokkengieters van Nederland.
'Er viel niets te zien in de verlaten straat, waar de huizen donkernat treurden over het bemodderd plaveisel vol plassen, die bleek glansden of rimpelden onder een windvlaag'.
Zo beschreef Frans Coenen in zijn novelle 'Zondagsrust' uit 1902 een zondag in de Hemonystraat.
Als je nu door de Hemonystraat loopt, langs de statige woonhuizen met de hoge plafonds en de prachtige gevels, valt het op hoe rustig het er is. Net als op die zondag in het boek, maar de grote ramen op de begane grond verraden dat hier vroeger veel meer bedrijvigheid moet zijn geweest.
Deze prentbriefkaart van net na 1900 bevestigt dat beeld. Rechts op de hoek met de Ceintuurbaan zien we een kruidenierswinkel met een fraaie gevel. Hier zit nu een vestiging van Taco Mundo, de afhaalmexicaan. Het is te hopen dat de oude gevel nog altijd onder de huidige betimmering aanwezig is. Iets verder op nummer 51 zien we een varkentje op een ijzeren uithangbord. Hier kon je varkensslachter J. Appelboom aan het werk zien.
De ijzeren haak van het uithangbord hangt er nu nog steeds!
Aan de linkerkant zat op nummer 66 vleeschhouwer Peters en op 68 konden dames een hoed uitzoeken bij Maison De Boer: 'chapellerie pour dames'. Maar het meeste bekijks trok toch de winkel van de heer Kempe, op de hoek, waar nu Café Bloemers zit. Hij handelde in Engelse rijwielen. In Engeland waren ze al wat verder met de ontwikkeling van de fiets. Het was een nieuw fenomeen. In 1901 bezat nog maar 1 op de 38 Nederlanders een rijwiel. 'Jan met de pet' kon het zich niet veroorloven. Toch staan daar op de stoep wel een aantal 'Jannen met petten' te dromen ooit zo'n rijwiel te mogen bezitten. Het was immers hét symbool van moderniteit en vrijheid.
(Ton van der Tas, december 2013)