We spreken Pierre Valkering (57) aan de keukentafel in de spaarzaam verwarmde pastorie van de Vredeskerk, zoals de kerk in de volksmond heet. Officieel heet de kerk, die in 1924 is gewijd en in gebruik is genomen door de parochiegemeenschap, ‘Onze Lieve Vrouw Koningin des Vredes’. Pierre Valkering is sinds 1994 pastor van de Vredeskerk. Hij is een markante verschijning: ongeschoren en een knotje. Een hipster-pastor.
Pierre Valkering: “Ik heb heel wat bijzondere mensen gekend. Een ervan was Herman Fontijn, de slagerszoon van de slagerij Ferdinand Bol hoek Rustenburgerstraat. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was hij een van de oprichters van een verzetsgroep uit de parochie. Die bestond uit 24 mannen. Na verraad zijn ze allemaal naar Duitsland gedeporteerd en er kwamen er maar negen terug. Herman was er een van. Het heeft hem nooit rancuneus gemaakt, hij was een liefdevol mens. Hij beoordeelde mensen niet naar hun nationaliteit, ook vlak na de oorlog niet.”
“Niet generaliseren, maar verbinden. Dat is zo belangrijk in deze tijd. Wij organiseren in de adventstijd daarom een ontvangst in de kerk voor de Selemye moskee. Zij nodigen ons ook altijd uit tijdens de ramadan, net als de moskee aan de Weesperzijde. Die heeft ons ook een keer uit de brand geholpen toen wij met Kerstmis de kerkklokken niet konden gebruiken: We vroegen de muezzin of hij van onze toren de dienst zou willen aankondigen en dat heeft hij gedaan. Het bracht een golf van verbazing en verwondering teweeg. De Liberaal Joodse Gemeente heeft ons ook al een paar keer uitgenodigd voor een gast-seiderviering, een Joods paasmaal. Het zijn kostbare initiatieven die bruggen slaan.”
“Tot voor een paar jaar had ik op de pastorie een eetgroep met zo’n tien vrienden. Op een avond arriveerde een taxi met twee jonge mensen uit een ZuidAmerikaans land. Ze stapten uit en vertelden dat ze zo van Schiphol kwamen. Ze waren naar Rome gevlogen, maar daar niet toegelaten en teruggestuurd met een vlucht die een tussenstop maakte op Schiphol. Daar kwamen ze er wel doorheen en eenmaal buiten hadden ze de taxichauffeur gezegd: “Rij maar naar een kerk.” Zo kwamen ze hier en konden meteen aan tafel!”
“In de loop van de jaren heb ik de parochie steeds internationaler zien worden. Mensen uit de hele wereld en van alle leeftijden bezoeken de Vredeskerk en komen vreedzaam samen. Aan velen van hen bewaar ik onvergetelijke en dierbare herinneringen. Antoon Hollak, bijvoorbeeld, de grote voorlezer in de kerk. Hij had een stem als een kerkklok. Als hij voorlas was het net alsof je God zijn eigen boek hoorde voorlezen. En die lieve mevrouw Rie Klepper, oud-onderwijzeres in de Spaarndammerbuurt. Ze hinkte, maar dat belette haar niet om nog af en toe naar Noorwegen te gaan, haar lievelingsland. Daar zag ze een keer een mooie bloem staan. ‘Zal ik ‘m plukken?’, had zij zich afgevraagd. ‘Nee, ik doe het niet, dan kan een ander er ook nog van genieten.’ Of Joke Reith die ik leerde kennen door de jaarlijkse dierenzegening op 4 oktober. Dik in de tachtig was ze. Van top tot teen gehuld in een tijgerpak kwam ze naar de kerk, samen met haar twee katten, waaronder Prinses Laila, die wereldkampioen was. Ik voel mij een bevoorrecht mens om zoveel mooie mensen te kennen."
(december 2018)