De Pijp kent heel wat kroegen. Niet toevallig zijn veel van de al lang bestaande kroegen op een hoek: een kruispunt van wegen waar mensen elkaar ontmoeten. Een van die oude kroegen wordt al 31 jaar gerund door Frank Mansro. Met werk bij Fokker spaarde hij genoeg om na een studie aan de sociale academie het café over te nemen. Hij is 74 en van Surinaamse komaf en niet alleen bekend als kroegbaas. Zijn kleur speelt een belangrijke rol in het gesprek.
Café Mansro is nog zonder klanten als ik op de afgesproken tijd binnenloop. Agnes staat achter de bar en belt Frank dat zijn afspraak er is. Hij woont boven het Café en zegt “zich klaar te maken”. Statig komt hij kort daarna de ruimte binnen…
Pietluttige dingen
Was jij de eerste zwarte kroegbaas in Amsterdam, vraag ik. Frank: “Nee, zeker niet. Maar wel de langst zittende. De eerste die ik me herinner was Café Para in het centrum, en hier had je Café Neutraal op de Albert Cuyp. Ik ben wel een van de oudste ondernemers hier in de straat. En de Libanees, die is er ook al heel lang.”
“Toen ik na mijn studie de kroeg overnam, wilde ik wat ik had geleerd daar inzetten: mensen verbinden is wat ik altijd wilde. Maar ik had er vorig jaar geen lol meer in. Dat kwam niet alleen door corona. Ik had het gevoel dat ze me hier weg wilden hebben. Ik werd gewoon weggepest door het Stadsdeel. Al 28 jaar had ik een vergunning en geen enkel probleem. Ineens kwamen er handhavers die over pietluttige dingen gingen zeuren, zoals een stoel die net even te ver op de stoep stond. Mijn vergunning is zelfs afgenomen en ik moest een nieuwe aanvragen. Na 28 jaar! Omdat er een paar kleine overtredingen waren, terwijl ik me altijd heb ingezet voor verbinding in de buurt. Het heeft me ook handenvol geld gekost. Bovenop de coronasluiting was ik ook nog dicht vanwege de nieuwe vergunningaanvraag. Ben er nog zo boos over!”
Verbinder
“Nee, ik heb nooit het gevoel gehad om mijn kleur gediscrimineerd te worden. Maar ik kan niet tegen onrecht. En ik kan me niet aan het gevoel onttrekken dat er mensen waren die me niet vonden ‘passen’ in de omgeving omdat er sprake zou zijn van ‘overlast’. Terwijl er van andere kroegen veel meer aantoonbare (geluids) overlast was. Het enige verschil is toch echt mijn kleur. Ik wordt nog steeds in de gaten gehouden. Is lastig werken zo hoor.“
“Toen ik hier begon in 1991 zetelde de Marokkaanse vereniging hier tegenover in het gebouw waar nu de muziekschool is. Ik was nieuw, mensen kenden me niet en het was moeilijk om de loop erin te krijgen. Maar de mensen van de overkant kwamen langzamerhand allemaal hier en zo kwam de loop op gang en kregen we klandizie uit verschillende culturen. Ellen van Langen haalde in 1992 een gouden plak op de Olympische spelen. Ze woonde hier om de hoek in de Govert Flinck. We haalden haar hier naar binnen en het werd een groot feest.”
“Ik heb altijd een verbinder willen zijn. Ik zie het als een plicht om het goede te doen en bij te dragen aan kennis van het verleden en van verschillende culturen. Daarom vertel ik aan jongeren in het project ‘Sporen van het koloniaal verleden’ over mijn afkomst en het slavernijverleden in Suriname. Samen met ‘Dialoog in actie’ organiseerden we in het café ‘dialoogtafels’ met mensen van verschillende achtergronden. Het werd enorm gewaardeerd. Eddy Linthorst – rond 2008 wethouder Amsterdam Oud-Zuid, toen de stadsdeelbesturen nog zeggenschap hadden – was een van de deelnemers. We zaten samen in het bestuur van ‘Dialoog in Actie’ en we organiseerden elke zomer een verbroederingsfeest op straat. Alle culturen en kleuren samen. Dat kunnen we dit jaar eindelijk weer doen!”
Spelen voor Mandela
“Muziek brengt veel plezier in het leven. Een café zonder muziek is niks. Zo ontstond er een muziekgroep hier. ‘Si-nabribi’ heetten we, zien is geloven. We speelden ‘kawna-muziek’. Toen Mandela een bezoek aan Amsterdam bracht, kregen we de eer voor hem te spelen. Zo stond ik ineens oog in oog met Mandela op het bordes van de stadsschouwburg!
(25 april 2022)