"Ik ben een piraat"

Metje Blaak

Wie heeft haar nog nooit zien lopen in De Pijp, met haar twee hondjes in de kinderwagen? Metje Blaak lijkt zich te verschuilen achter een grote bril met getinte glazen, maar niets is minder waar. Ze maakt graag contact en zit vol verhalen waar ze heel mededeelzaam over is. De hondjes blaffen fel als ik heb aangebeld, maar hernemen zich snel; de grootste van de twee is vooral geïnteresseerd in aaiende handen. “Hij komt uit Moldavië”, vertelt Metje, “en was een verwaarloosd mager scharminkel.” Het is niet het enige dier dat zij heeft gered. Een van haar drie katten is bij haar naar binnen gegooid met ernstige blaasproblemen. Met geld van vrienden is het dier geopereerd en “nu een vrouwtje”. Volmaakt gezond en tevreden.

Het naambordje van Metje Blaak vermeldt vier voorletters. Van katholieken huize?
Metje: “Haha, nee. Ik was de eerste dochter. Mijn vader was zo zenuwachtig toen hij mij moest aangeven bij de burgerlijke stand, dat hij de twee namen die mijn moeder had opgegeven vergeten was. Toen noemde hij achter elkaar de namen van alle acht tantes op. Maar de ambtenaar vond dat vier wel genoeg waren. ‘U bent toch niet van koninklijke bloede?’ Zo kreeg ik er vier en mijn jongere zusje de twee namen die eigenlijk voor mij bedoeld waren.”

Uitstervend ambacht
Metje is al vanaf haar achtste bezig als fotograaf. Ze heeft haar creatieve talenten op verschillende manieren ingezet: als fotograaf, maar ook als performer, als prostitué en als filmmaker. Ze wilde actrice worden. Nu speelt ze de hoofdrol in de films die zij zelf regisseert en produceert. “Ik maak ook graag kleine documentaires van kunstenaars in De Pijp en van mensen die een uitstervend ambacht uitoefenen. Zoals die schoenmaker in de Rustenburgerstraat die nog zelf schoenen maakte. Je kreeg je schoen van hem mooier terug dan die ooit was. Hij is er helaas niet meer. Ik heb nu net een docu gemaakt over kunstenares Clementine Oomes.“

Piratenpartij
“Ik vind de ideeën van de piratenpartij heel goed: niks gek vinden, alles kan, tot op zekere hoogte, natuurlijk. De mens moet centraal staan. Je mag best veel geld hebben, maar het doet er vooral toe wat je ermee doet. Als ik echt veel geld had, zou ik een fonds oprichten dat arme mensen gewoon geld geeft om een leven op te bouwen. Geld en begeleiding samen, want veel mensen hebben meer ondersteuning nodig. Armoe moet de wereld uit. Zolang arme mensen naar de voedselbank moeten, kunnen ze niks opbouwen. Ze blijven afhankelijk. Daarom ben ik ook voor een basisinkomen. Ik ben niet tegen de voedselbank hoor, maar die moet er niet hoeven zijn. Mensen moeten er onafhankelijk van zijn. Ja, ik ben een piraat!“

Kip met de gouden eieren
Zestien jaar lang was Metje woordvoerster van De Rode Draad, de belangenvereniging van prostituees: “Onze leus was ‘hoeren voor hoeren’. Ik was niet ang, kende het milieu goed uit ervaring en was niet op mijn mondje gevallen. Ik was al een beetje een bekend figuur en dat gaf protectie. Daarom vroegen ze mij als woordvoerder op te treden. Ik schrok van hoe enorm beschimpt en letterlijk bespuugd ik werd in die rol. Ik zeg wel eens dat ik meer genaaid ben buiten de peeskamer dan erin.”

“De hele wereldpers is bij mij geweest. Interviewers vonden het maar vreemd dat Amsterdam de wallen wilde sluiten: ‘Amsterdam slacht de kip met de gouden eieren’ werd er gezegd. Ik heb het altijd een heel slecht idee gevonden de ramen naar een onbestemd weiland te verplaatsen. Vaste plekken in de binnenstad bieden veel meer bescherming dan een zwervend bestaan. Want dat gaat dan gebeuren. Femke Halsema wil ze nog steeds weg hebben uit het centrum. Maar het is wel cultureel erfgoed. Het ‘Red Light District’, dat zijn de wallen! De overlast wordt vooral ervaren door nieuwkomers daar. De meeste bewoners vinden het prima. Het gebied zou juist weer uitgebreid moeten worden, zoals het vroeger was. Dan is er veel meer spreiding van bezoekers en dus minder geconcentreerde drukte. En er moet gewoon goed gehandhaafd worden.”

Dames op ezels en paarden
“De Ruysdaelkade is veel lokaler, met veel vaste klanten. Je weet: vandaag komt Pietje en dan doe ik dus dat speciale jurkje aan. De Pijp zat vroeger vol met bordelen. Zo was er een soort manege bij het Sarphatipark, daar reden de dames binnen op ezels en paarden. Dat was kennelijk opwindend.
De Pijp is veranderd van een volksbuurt naar een yuppenbuurt. Rijkeren kopen de boel op. Het is goed om met mensen uit verschillende lagen samen te wonen. Maar straks is er geen sociale woning meer over en dan is er echt een heel andere sfeer. Oudere mensen die bijvoorbeeld naar Almere zijn verhuisd, hebben heimwee. Wat er nog wel is wil ik echt graag behouden. Oude kroegen als Scholten, van Wou en Hermes.”

Sloeries
“Er is te veel schaamte rond prostitutie. Op een snikhete dag zat ik in het park naast een oudere vrouw met een hondje. Dat hondje en de mijne gingen met elkaar spelen en de vrouw begon te praten. Ze vertelde dat ze vroeger hier in zo’n kroeg had gewerkt. Zo kende ze Pistolen Paultje, een bekende in de buurt. Ze verhuurde vibrators aan ‘dames die voor de bar hingen; dat waren sloeries’. Ze benadrukte zelf natuurlijk áchter de bar te staan. Ik vroeg of ze die vibrators dan na inleveren ook schoonmaakte. ‘Nee, dat moesten die dames maar zelf doen’. Toen ik vertelde dat ik ook zo iemand was die aan de bar hing, pakte ze haar hondje en verdween.”

(24 oktober 2022)