"De onbezorgdheid is eraf. Dat is jammer."

Martin Colmans - Foto: Rob Godfried

De dag is nog jong. het leven op de Cuyp komt traag op gang. Er lopen wat mensen over de markt. Winkeliers staan buiten op de eerste klanten te wachten. Maar in Buitengewoon, de zaak van Martin Colmans, lopen buitenlandse klanten al af en aan. Zoon Sharon helpt ze in het Engels hun weg te vinden en wijst ze op de bezorgmogelijkheden.

Als je Buitengewoon binnengaat, kom je langs een 2,5 meter lange antieke motorfiets, kleurige kasten en een fraai spiegelglas barmeubel. Een museum van rariteiten tussen oude inboedels. Martin vraagt om belet, want hij is druk bezig op zijn computer met een belangrijke kwestie. Er is contact met een advocaat. Het gaat over een rechtszaak.

Goed contact
“In maart zijn we hier neergestoken door een geradicaliseerde buurwinkelier. We hadden altijd goed contact. Hij had wel zo zijn buien, maar verder een prima man. Hij ging zes weken op vakantie naar Egypte. Toen hij terugkwam was hij veranderd. Hij droeg andere kleren, schreef ‘Arab for Arabs’ op zijn pui en begon voor onze zaak uit de Koran te reciteren. En wij zijn een Joodse familie.“

“We hebben natuurlijk alle relevante instanties op de hoogte gebracht. Die zeiden: ‘Ja, we houden het in de gaten.’ Maar daar hebben we niets van gemerkt. Tot die man buiten met een mes op ons afkwam en mij en mijn zoon neerstak. Niemand greep in. Gelukkig waren er een paar Marokkaanse jongens die bij ons beiden de aderen hebben afgebonden, anders waren we doodgebloed, we konden zelf niets meer. We danken ons leven aan ze.”

“Nu is er eindelijk de rechtszaak. Het Openbaar Ministerie vindt terrorisme moeilijk te bewijzen en gaat uit van poging tot doodslag.
De verdediging houdt het met een psychiatrisch rapport op ‘ontoerekeningsvatbaar’; een verwarde man. Het wordt TBS of na korte tijd vrij. Ik ben nooit bang geweest, maar mijn gevoel is veranderd. Er zijn zo veel aanslagen. Bang ben ik nog steeds niet, maar ik ben wel veel alerter geworden. De onbezorgdheid is eraf. En dat is jammer.”

Over Messen
”Eén keer ben ik wel echt bang geweest. Alweer een hele tijd geleden. Ik deed toen veel inboedels. Er belde een vrouw om voor een inboedel langs te komen, een oudere vrouw alleen. Die deed niet zomaar open. Dus we spraken af dat ik twee keer zou aanbellen. Dan zou zij uit haar raam kijken. Dus ik bel twee keer. Het duurt even en zij kijkt uit haar raam: ‘Wie is daar?’ ‘Ik ben het, Martin Colmans van Verkoophuis Gerard Dou.’ Komt die vrouw naar beneden en doet de voordeur op een kier: ‘Wie bent u?’ Ik meld me weer. We kunnen naar boven. Daar blijf ik netjes staan voor de deur naar de woning. De vrouw gaat me voor en ik kom in de donkere woning, alleen verlicht door een fietslampje. Achter me sluit de vrouw de deur met meerdere sloten af. We lopen door en dan zie ik een groot slagersmes liggen. ‘Nou, u bent wel voorbereid’, zeg ik nog. ‘Ik ben niet bang hoor’, zegt de vrouw dreigend met het mes. ‘De deur is op slot!’ Die vrouw is 70 en ik ben 35 en als er iets gebeurt, hoe lul ik me daar dan uit? Enfin, weer terug in de auto had ik wel wat sigaretjes nodig om weer kalm te worden.
In die tijd had ik een loods op de Gerard Dou en junks gingen daar wel eens heen om hun shotje te nemen. Daar had ik geen trek in. Ik gooide ze eruit. Een keer bleek er weer iemand in te zitten. Dus ik naar achter om hem weg te jagen. Zit daar een ruige kerel vol tattoos met een naald nog in zijn arm. Ik zeg hem te vertrekken. Haalt ie een groot mes achter zijn rug vandaan. Zeg ik: ‘Blijf maar lekker zitten’.”

Burgemeester
“Op de Gerard Dou had ik twee winkels, tegenover elkaar. Op een dag kreeg ik een invalidenwagentje binnen. Mooi dacht ik, daarmee steek ik vandaag over. Terwijl ik dat doe, komt er een auto aan en ik moet remmen. Maar de rem blokkeert en ik sla over de kop. De bestuurder stapt paniekerig uit om te helpen. Maar ik sta gewoon op en loop weg. Die man zijn ogen vielen bijna uit zijn kop! Ik wil nog wel even zeggen dat er zó veel mensen zijn geweest die ons na die aanslag gesteund hebben. Enorm. Heel veel uit de buurt. Ons huis stond vol met bloemen, er kon geen bloemetje meer bij! En onze burgemeester, Femke Halsema, is ook langsgekomen. Zonder pers. Het was een warme ontmoeting. Er wordt wel gezegd dat ze afstandelijk is. Nou, ik vond haar heel oprecht, ze steunde ons echt, een mentale steun, net als die van vele andere Amsterdammers.”

Uitspraak rechtbank Amsterdam op 2 december 2019
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan tweemaal poging tot doodslag. Een terroristisch of racistisch motief acht de rechtbank niet bewezen, wel dat de dader in psychose verkeerde en geleid werd door wanen. De bewezen geachte feiten kunnen verdachte wegens een ziekelijke stoornis echter niet worden toegerekend. Verdachte dient volgens de rechtbank dan ook te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank kiest voor TBS met voorwaarden. Hij is verplicht zich in een forensisch psychiatrisch kliniek te laten opnemen, echter zonder dwangverpleging, zoals door het OM was geëist. Daarnaast moet hij €11.000 schadevergoeding betalen aan de slachtoffers. De familie Colmans is zeer teleurgesteld over de uitspraak en vreest dat dader binnen afzienbare tijd weer vrij is.

(9 december 2019)