Markten waar dan ook hebben iets romantisch. Ze horen bij een wereld die grotendeels is verdwenen, iets om nostalgisch van te worden. Veel markthandel wordt bedreven door families. Zo ook op de Albert Cuyp.
Puk staat zes dagen per week op de markt. Hij verkoopt haring en zuur, bij tij en bij ontij. Hij is geboren in De Pijp, in een groot katholiek gezin. Vanaf zijn twaalfde werkt hij op de Albert Cuyp.
Veel van zijn familieleden zijn ook op de markt te vinden, in verschillende koffiehuizen en bij een van de bloemenstallen.
Bij Puk staat altijd Radio 10 aan, en een enkele keer zingt hij mee. Sitting on the dock of a bay, liedjes uit de jaren zestig. Maar op dit moment, middenin de zoveelste lockdown, valt er weinig te zingen. Op de stal staat een foto van koningin Beatrix die jaren geleden een haring bij Puk kwam eten. Dat waren nog eens tijden. Toen stonden ze op drukke dagen met zijn zessen achter de stal, maar tegenwoordig kan hij het gemakkelijk alleen af. Eigenlijk wat al te gemakkelijk. Vaak vraagt hij zich af: is het ‘einde verhaal’ voor de markt? ”We zien het wel’“, zegt Puk. Hij blijft op zijn post. Ga eens bij hem langs, en koop een haring. ‘Verantwoord lekker’, zoals de reclameleus het zegt.
(Rineke van Daalen - februari 2022)