Arachnofobie

Stap voor stap, met de rollator, zo kwam ze dichterbij. Mijn bejaarde buurvrouw was het tempo kwijt. Het was nog een klein eindje naar haar huis. Bij mijn voordeur stopte ze even, zette de rollator op de rem en leunde er tegen aan. Ze bewoog haar gezicht naar mijn geveltuin en kwam eerst op adem, voor ze wat zeggen kon: “Mooi, die gele narcissen!”

Met moeite richtte ze zich op en las de tekst op het affiche dat voor mijn raam hing: Zondag 20 april, geveltuinendag, vraag een geveltuin aan vóór 13 maart. “Lijkt u dat geen goed idee voor uw onderburen?” Ik had de vraag nog niet gesteld of ze begon moeilijk te kijken.
“Een geveltuin bij de onderburen, dat is toch ook leuk voor u?”

Haar gezicht vertrok.“Bij de overburen vind ik het een goed idee, maar liever niet onder mijn huis”. Ik snapte haar niet. “Als ze een mooie klimplant nemen, die zich een weg naar boven baant en uw balkon siert met bloemen, wat is daar nu mis mee?” Ik zag haar blik verstarren.

“Maar u houdt toch van bloemen?” Ze knikte: “U hebt gelijk buurman, ik vind bloemen prachtig.” Ik begreep haar niet en kon er de vinger niet op leggen. Het duurde even voor ze iets ging zeggen.“Luister”. Ze ademde nog een keer diep. “Het zijn niet alleen de planten die naar boven klimmen, maar ook de spinnen. Ik ben niet snel bang, maar voor spinnen als de dood en dat al mijn hele leven!”