“Improviseren en mensen op sleeptouw nemen”

Cok Oostveen

Cok Oostveen

Mijn fiets geparkeerd naast een boomspiegeltuintje – goed onderhouden, door Cok naar later blijkt. We maken coronaruimte voor elkaar om ons voor een gesprek te settelen, koffie komt meteen op tafel. Cok Oostveen is 75. Opgeleid als natuur- en scheikundige en na vier jaar voor de klas er de brui aan gegeven: “De muren sloten me veel te veel op. Ik kon mijn ei beter kwijt in een jongerencentrum. Daar kon ik tenminste improviseren en mensen op sleeptouw nemen."

Het plafond van zijn huis is laag in een kamer waar de wanden volbehangen zijn met een verzameling hoeden en petten, meegebracht uit de vele landen waar Cok gefietst heeft. Kleine kunstwerkjes van boomschors en ander natuurlijk materiaal. “Op de fiets kan je iets groots niet meenemen.” Een lijst vol vlinders, kevers, een schorpioen en zelfs een gekko. “Van mijn vader. Hij was zeeman en nam dat mee, vooral uit Indonesië. Misschien conserveerde hij ‘m ook zelf; ik heb er een boek over gevonden in zijn nalatenschap.”

Op een kastje staan minibasketbalspulletjes. Kleine friemelwerkjes. Fietsen en basketbal: twee passies van Cok. Nog steeds elke zondag eropuit met een 55+ fietsgroep. Alleen nu noodgedwongen even niet.

Broedplaats avant la lettre
Een leven vol actie. Na een tijd in de Staatsliedenbuurt kwam Cok in de Pijp wonen en dat bleef ook hier niet onopgemerkt.

“Ik ben betrokken geraakt bij de bond van huurders in De Pijp. Ik woonde in de Eerste Jan Steenstraat en daar was ook de melkfabriek. Die maakte een herrie elke dag, dat was vreselijk. Melkbussen die tegen elkaar kletterden en rijen auto’s met draaiende motor. Ook door de OPG, de Onderlinge Pharmaceutische Groothandel verderop. De straat stond dagelijks vol. We hebben er actie tegen gevoerd en uiteindelijk ging de melkfabriek eruit. De OPG is er ook niet meer evenmin als mijn huis. Toen de fabriek leeg was, hebben we die gekraakt. Dat werd een broedplaats avant la lettre, met ateliers en de werkplaats voor witkarren: ‘Buurtcentrum De Melkfabriek’. We probeerden ook in de Gemeenteraad te komen, met de partij AAP: Amsterdamse Aktie Partij. Niet gelukt. Ik ben wel lid van de Deelraad De Pijp geweest, van 1971 tot 1991. Er was veel onzekerheid over wat er in de buurt ging gebeuren met stadsvernieuwing. Ik was betrokken bij de ambtelijke werkgroep. Vaak duurde mijn loop naar de Albert Cuyp een half uur omdat ik steeds buurtgenoten tegenkwam die mij aanspraken op de mogelijke plannen.”

WC-bril
“Hier hebben we die toestand met De Key gehad. Die woningbouwvereniging beweerde dat de zolders nooit kamers waren geweest, alleen berging. Tot we de blauwdrukken konden overleggen waar duidelijk ‘zolderkamer’ ingetekend was en ze overstag moesten. Het is nog steeds niet voorbij: waar niet expliciet bij staat dat het een zolderkamer is – al is het een precies gelijke ruimte – willen ze dat nog steeds niet als zodanig zien. Als er een woning op de tweede etage vrijkomt die een steektrap naar de zolder heeft, halen ze die onmiddellijk weg. Ik vermoed dat ze hier een punt van blijven maken om de zolders los te trekken en apart te verhuren. Of gewoon om geen gezichtsverlies te leiden. Toegeven is moeilijk. Zo heb ik anderhalf jaar moeten wachten op een nieuwe wc-bril. Dat zat zo: in het oorspronkelijke onderhoudscontract dat ik had stond dat daar ook wc-brillen onder vielen. Toen de mijne kapot was vroeg ik dus om een nieuwe. Maar intussen hadden ze wc-brillen uit de contracten weggelaten. Ik kreeg niks. Moest het bij de huuradviescommissie aanhangig maken om mijn wc-bril te krijgen. Nou ja, De Key doet ook goede dingen hoor. In de Poggenbeekstraat staan die twee grote W’s met een kroontje op een lange gevel. Die zijn direct na de bevrijding daar aangebracht door een schilder die nog wat verf over had, ter ere van Koningin Wilhelmina. Een voorstel om die te restaureren werd door De Key goedgekeurd en betaald. Dat is wel al twaalf jaar geleden.”

Fietsparkeerprobleem
“Toen de G250 vanuit het Wijkcentrum startte als experiment om bewoners meer stem in politieke besluitvorming te geven, was ik daar ook bij. Er zijn heel wat werkgroepen uit ontstaan. Zoals de fietswerkgroep, die nu druk houdt op het oplossen van het fietsparkeerprobleem. De werkgroep Wonen stuurde al in het begin een adres naar de Gemeenteraad – zo heet een brief naar de raad – over het dalende aanbod aan sociale huurwoningen. Maar dat heeft helaas niets geholpen. Het wordt steeds moeilijker. Ik denk dat straks nog meer mensen aangewezen zijn op sociale huurwoningen, als zij hun hypotheek niet meer kunnen opbrengen. Oplossingen zijn in belangrijke mate afhankelijk van Den Haag. Dit jaar is op de Zuidas bijvoorbeeld het Europees Geneesmiddelenbureau gevestigd. Mooi voor de werkgelegenheid, maar waar moeten al die medewerkers wonen?

“Er gaan nu verhalen dat de subsidie aan het Wijkcentrum per 2021 wordt gestopt. Maar wat dan? Als coördinator en startpunt van buurtinitiatieven is het onmisbaar. Je kunt het erover hebben of het misschien een beetje anders moet. Maar stoppen? Zonder alternatief betekent dat het stilvallen van bijvoorbeeld de G250. Goed functionerende activering en ondersteuning van ideeën uit de buurt valt weg. Zo is De Schone Pijp ontstaan. Alle huidige leden van de stadsdeelcommissie voor Pijp- en Rivierenbuurt zijn partijgebonden. Waar komt dan nog politiek onafhankelijke informatie vandaan?”