“Iedereen riep dat ik miljonair ging worden”

Diemer Roodenburg

Als ik op één hoog in de Diamantstraat binnen ben gelaten tref ik Diemer Roodenburg aan in de keuken. Hij is telefonisch nog even in gesprek. Het gaat over het afgelopen Bevrijdingsfestival op het Tolplein, door hem georganiseerd. Met hulp van heel wat andere vrijwilligers uit de buurt was dat een groot succes. Sinds 2018 is Diemer actief in De Pijp en vooral in de Diamantbuurt. Hij organiseert en ondersteunt muzikale, feestelijke en poëtische evenementen. Ook een heel festival loopt gesmeerd onder zijn leiding.

Ik ga op de stoel tegenover hem zitten en zie voor me op tafel een fotoboekje liggen getiteld ‘Native Americans’. De prachtige zwartwitbeelden van trotse volken hebben meteen mijn aandacht.

Eenmaal uit het gesprek wendt Diemer zich tot mij: “Ja, dat heb ik voor je neergelegd. Ik dacht: ‘dat is iets voor Rob’. Het komt uit een van de vele boekenkastjes in De Pijp. Je mag het hebben natuurlijk. Ik heb ook al een interview met mezelf op papier gezet, wil je dat hebben? Ook voor de foto heb ik al een plek gemaakt.”

“Nou, laten we eerst maar gewoon wat met elkaar praten”, is mijn antwoord en zo geschiedt.

Wings on Wheels
Diemer: “Al jong was mijn ideaal om op mijn dertigste met pensioen te gaan en op mijn vijfendertigste dood te zijn. Dat laatste is gelukkig niet gebeurd, maar het eerste wel. Ik was opgeleid als geluidstechnicus, maar deed van alles ernaast. Voor mijn dertigste was ik al uitvinder. Ik bedacht een manier om concertvleugels veiliger te transporteren, The Grand Piano Transporter. Patent aangevraagd, bedrijf opgestart, Mercedes voor de deur, je kent het wel. Ik tekende een prototype en liet een productiemodel maken. Op de Frankfurter Musikmesse 1991 kreeg ik officiële geloofsbrieven van Steinway & Sons aangeboden en iedereen riep dat ik miljonair ging worden. Maar in 1992 ging mijn firma Wings on Wheels failliet en raakte ik dakloos. Het patent verkocht ik voor tien dollar.

Het is zo aan me blijven knagen dat ik er ziek van werd. En ik was al geen goede match met de samenleving. Dus daar kwam een uitkering van. Zo was ik al rond mijn dertigste met pensioen. En dakloos.”

De Engelbewaarder
“Ik heb jaren gezworven. Ben bijvoorbeeld in 1985/86 kapitein geweest op een hotelschip in Frankrijk. Toen ik in 1987 in Nederland terugkwam kocht ik een boot om op te wonen. Kwam er op een dag een deurwaarder binnen. Die vertelde me dat ik een enorme belastingschuld had over die afgelopen periode. Maar de boot kon hij niet confisqueren omdat die als mijn huis diende en de inboedel bestond uit niet veel meer dan een houtkachel en een matras, dus daar kon hij ook niet zoveel mee. Enfin de schuld werd geregeld, ik verkocht de boot en kreeg via de gemeente dit huis in de Diamantbuurt in 1994 aangeboden. Dat werd niet meer dan mijn slaapplek. Ik heb al die jaren meer in de Nieuwmarktbuurt gewoond dan hier. Café ‘De Engelbewaarder’ bleef mijn habitat. Daar ‘leefde’ een flinke groep muzikanten en vrienden voor wie en met en via wie ik werkte. Zo is ook mijn netwerk in de muziekwereld ontstaan. Maar toen sommige overleden en anderen afhaakten, was de sfeer weg.”

Diamantbuurtmeiden
“Zo kwam het dat ik me vanaf 2018 in de Diamantbuurt ging inzetten. Ik heb nog nooit zo lang op een en dezelfde plek gewoond en ik wil hier nooit meer weg. De buurt wordt steeds groener, ik hou van haar stilte midden in de stad, ik vind haar bewoners vriendelijk. Al die negatieve pers over overlast. Ja, die is er natuurlijk ook. Jammer dat we voor deze buurtjongeren, vooral jongens, nog geen alternatief hebben. Thuis worden ze gek, op straat veroorzaken ze overlast en hun kansen op de arbeidsmarkt zijn aanmerkelijk kleiner. We moeten hun angst voor de toekomst wegnemen, hun angst voor gezichtsverlies. Als samenleving zijn we daar verantwoordelijk voor, omdat zij deel van die samenleving zijn. En vergeet de Diamantbuurtmeiden niet! Ze vallen misschien minder op, maar ook daar zit veel verdriet. Vastgeroeste rollenpatronen dragen bij aan een verdere tweedeling van de samenleving. Dat moeten we zien te voorkomen.

Gewoon een basisinkomen
Ik zet mijn kennis en ervaring graag in voor de buurt. Ook als anderen actief willen zijn in hun buurt help ik ze graag. Zo kwam ik op straat Jelle tegen van het Van der Helstplein en die vroeg ondersteuning bij hun pleinfestival. Natuurlijk! Met Mark het festival “Poëzie op Pleintjes”. En onlangs, het Bevrijdingsfestival dus, op het 'Tolplein'. Ik was misschien niet zo’n goede match met de samenleving, maar die heeft er toch maar mooi voor gezorgd dat ik dit allemaal kan terugdoen. Op wat ik gewoon een basisinkomen noem.”