Hoe Stadgenoot een ecologisch tuinhuis verkwanselde

Het tuinhuis in staat van afbraak

Een ecologisch tuinhuis in de Diamantbuurt is door Woningbouwvereniging Stadgenoot afgebroken, ondanks protest van de bewonerscommissie.
Hoe kan dat?

Het begon toen huurder en bouwer van een ecologisch tuinhuis ging verhuizen. Jarenlang had hij aan het tuinhuis gewerkt en buurtbewoners waren er verrukt over. Een voorbeeld-tuinhuis: ecologisch verantwoord, met grasdak, goede isolatie en herbruikbaar opgevangen regenwater. Geschilderd in de kleuren van de omliggende woningen. Kortom: een juweel voor de buurt.

Toch moest het tuinhuis worden afgebroken, vond Stadgenoot. De bewonerscommissie van de woningbouwvereniging kreeg daar lucht van en klom in de pen om het tuinhuis te behouden.

Stadgenoot stelde aanvankelijk dat het tuinhuis “in slechte bouwkundige staat verkeerde…. Een houten tuinhuis met piepschuim op de wanden…”. Maar toen er geen bouwkundig rapport bleek te zijn en er in het hele tuinhuis geen piepschuim te vinden was, moest Stadgenoot het wel over een andere boeg gooien.

Dit soort bouwwerken
De Pijp Krant nam contact op met Stadgenoot om meer te weten te komen over de achtergrond van het besluit. Wat waren de afwegingen pro en contra afbraak?

Stadgenoot: “Opties voor en tegen zijn zorgvuldig tegen elkaar afgewogen. Stadgenoot heeft er in het geval van ( …) voor gekozen om het tuinhuis te laten verwijderen omdat het betreffende tuinhuis buitenproportioneel groot is en meer weg heeft van een woonruimte/gastenverblijf dan van een opslagruimte. De ervaring met andere tuinhuizen van deze omvang is dat meerdere van dergelijke huizen gebruikt worden voor onderverhuur of als AirBnB. Daarnaast moeten dit soort bouwwerken juist gebruikt en onderhouden worden en dit bleek in deze casus voor Stadgenoot niet mogelijk. Tevens is er voor de plaatsing van het tuinhuis geen toestemming aan Stadgenoot gevraagd.”

En hoe is er omgegaan met de bezwaren van de bewonerscommissie?

Stadgenoot: We hebben de afdeling woonfraude om een oordeel gevraagd (wat is in deze specifieke casus het risico op woonfraude/oneigenlijk gebruik, heeft een andere afdeling een oordeel gevormd over de staat van de opstal en de daarmee samenhangende risico's voor Stadgenoot en een nieuwe huurder, en is de gebiedsbeheerder die verantwoordelijk is voor dit gebied ook gevraagd vanuit zijn kennis van deze buurt een inschatting van de kansen/risico's te maken). Mijn collega van de afdeling verhuur is de situatie nogmaals op locatie gaan bekijken en heeft contact geprobeerd te zoeken met de bewoner die de vraag ingediend heeft. Hopelijk laat dit zien dat we - ondanks dat het uiteindelijke besluit niet meegaat in het verzoek van de bewonerscommissie - het signaal van de bewoners wel degelijk serieus hebben genomen en hebben meegewogen in ons oordeel.”

Circulaire bouwstroom
Deze reactie van Stadgenoot kan de indruk niet wegnemen dat een eenmaal genomen besluit slechts is voorzien van nieuwe argumenten om het tuinhuis af te breken. Redenen om het te laten staan – het ecologische karakter, de voorbeeldfunctie voor de buurt, de extra voorziening voor nieuwe huurders, de wens van de bewonerscommissie – komen in de antwoorden van Stadgenoot nergens voor. Van een zorgvuldige afweging lijkt dan ook geen sprake.

Zou dit kunnen samenhangen met een toezegging van Stadgenoot aan de aannemer om met het tuinhuis te doen wat hij wil? Het blijkt namelijk dat het tuinhuis, immers in prima technische staat, al is doorverkocht aan een nieuwe eigenaar die het elders weer gaat opbouwen.

Desgevraagd, reageert Stadgenoot:
“Stadgenoot heeft onze vaste aannemer de opdracht gegeven om het tuinhuis te verwijderen en af te voeren. Uiteraard maken wij met onze vaste aannemers afspraken over de manier waarop dat gebeurt, maar wat de aannemer na verwijdering met de materialen doet, is aan hen. Dat is dan verder niet meer aan Stadgenoot. In dit geval is het tuinhuis blijkbaar elders weer opgebouwd en teruggekeerd in de circulaire bouwstroom, wat mooi is om te horen, maar nogmaals, dat is dan de verantwoordelijkheid van de aannemer.“

Circulaire bouwstroom klinkt mooi, maar Stadgenoot kwam dat pas te weten nádat er bezwaar was aangetekend tegen de sloop. Dat Stadgenoot geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor de werkwijze van een aannemer is om nog een andere reden vreemd. Stadgenoot laat zich erop voorstaan duurzaamheidsbeleid te voeren, met name door middel van steeds betere woningisolatie en overstap op duurzame energie. Uit het beleidsplan: ‘Het uiteindelijke doel is een CO2-neutrale woningvoorraad in 2050.’ Bij de afweging een prima geïsoleerd tuinhuis af te breken, is dit beleid blijkbaar even vergeten. Het “risico op woonfraude/oneigenlijk gebruik” legt dus een groter gewicht in de schaal dan alle andere argumenten, inclusief het duurzaamheidsbeleid van Stadgenoot zelf. Wat in de toekomst een probleem zou kúnnen opleveren vindt Stadgenoot erger dan het afbreken van iets moois dat er al is. En o ja, er is iemand die door de beslissing over het tuinhuis een mooie financiële slag heeft geslagen.


Reactie Stadgenoot:
Wij herkennen ons niet in dit artikel. Er is hier een zorgvuldige afweging gemaakt van álle belangen, waarbij de argumenten van de bewoners zeer serieus zijn genomen. Wij begrijpen de emoties rond dit onderwerp, echter wogen andere argumenten (zoals hierboven genoemd), zwaarder. De belangen van onze huurders staan centraal bij alles wat we doen. Wij staan voor het huisvesten van mensen die een steuntje in de rug nodig hebben, voor zo lang dat nodig is. Dit doen we zonder selectie aan de poort, in alle delen van Amsterdam.