Het natuurspeelbos in het Sarphatipark:

Kleindochter klimt en klautert met opa als rugdekking

Ontdekkertjes, challenges en prikplantjes

Twee jochies lopen met hun ouders buiten op een grindpad. De zon schijnt niet, maar het is gelukkig wel droog en niet koud. Als de jongens de grond onder hun voeten voelen veranderen, verandert ook hun tempo: ze sprinten weg. De voorste van de twee roept: “Kom mee! Er zijn hier heel veel paadjes. Zullen we ontdekkertje gaan spelen?” En voordat de ouders nog maar iets tegen ze kunnen zeggen, verdwijnen ze tussen de bomen en de van natuurlijk materiaal gemaakte speeltoestellen.

Het natuurspeelbos in het Sarphatipark is een jaar geleden geopend. De makers, ‘De Twee Heren’, hadden voor ogen onze leefomgeving te vergroenen, zodat volwassenen en kinderen er met andere ogen naar kijken en meer aandacht en respect krijgen voor de natuur. Het natuurspeelbos is erg populair. De kinderen maken gretig gebruik van alle mogelijkheden die de speeltuin biedt en waar vermaak niet de enige functie is.

Michel, een afgestudeerd planoloog en ex-Pijpbewoner, vertelt dat bij stadsplanning tegenwoordig meer gekeken wordt naar dubbelfuncties van openbare gelegenheden. “Een speeltuin waar ook ruimte is voor groen, zodat kinderen meer over planten kunnen leren, hoort daar zeker ook bij.” En dat is precies wat in het natuurspeelbos ook gebeurt. Ik zie een vader aan zijn dochtertje het verschil uitleggen tussen brandnetels en dovenetels: “Deze prikplantjes doen ‘au’ en die halen de ‘au’ weer weg.” Wijze les.

Spelen is leren
In de tijd van jagers en verzamelaars stond spelen gelijk aan leren. De vaardigheden die kinderen ontwikkelden bij het maken van een pijl en boog, beestjes vangen of dierengeluiden nadoen, kwamen later allemaal van pas. Rutger Bregman (van 'de Correspondent') schreef dat kinderen die spelen, zelf nadenken. ‘Ze trainen hun fantasie en motivatie. Ze nemen risico’s en kleuren buiten de lijntjes.’ Spelen stimuleert dus de ontwikkeling van creativiteit in een kind.

Volgens de Deense landbouwarchitect Carl Theodor Sørensen gaat dat makkelijker in een speeltuin zonder de gebruikelijke schommel, wipwap of glijbaan. Hij ontwierp een speelplaats met kapotte auto’s, brandhout en oude banden, zodat de kinderen zelf hutten konden bouwen, in bomen klimmen of een vuurtje stoken. Onder toezicht.

Stokken rapen tussen de bosjes
Zover gaat het nog niet in het natuurspeelbos, maar dat het anders is dan de meeste speeltuinen staat vast. Behalve spelen op de speeltoestellen, kunnen de kinderen namelijk ook stokken rapen tussen de bosjes, achter elkaar aan rennen of ontdekkertje spelen. Ook de wat oudere kinderen kunnen lekker hun gang gaan. Een tweetal wat oudere jongens doet in het natuurspeelbos altijd ‘challenges.’ Ze dagen elkaar uit om van de kabelbaan te gaan zonder vast te houden of om bovenop de boomhut te klimmen buiten het vaste parcours om.

Voor ouders en grootouders is het ook een fijne plek. “Wij komen zelf uit Brabant en daar is enorm veel ruimte”, vertelt een oma. ”Maar als ik hier met mijn kleinkinderen ben, heb ik niet het idee dat ik in de stad zit. We halen ze vaak op uit school en komen dan hierheen.”

Niet alle bezoekers zijn dus Pijpbewoners. Een Indiaas stel dat bij het Amstelpark woont, komt hier ook graag met hun dochter. Onder andere vanwege de fijne natuurlijke ondergrond. Dat natuurgevoel is ook een belangrijke reden voor een moeder van vier kinderen uit de Weteringbuurt. Terwijl ik met haar sta te kletsen, komt haar jongste dochter aangerend: “Mama, mag ik nog een keer?” “Oh, we gaan blijkbaar nog een rondje”, zegt ze tegen mij en loopt achter haar kinderen aan. Op naar een nieuw avontuur in het natuurspeelbos.