Een korte vooruitblik: Portret van de Albert Cuyp

Puk (in het wit) van de Vlaardingse Haringhandel is een van de geïnterviewden in het boek

De Pijp dooft nooit, zo staat te lezen op de affiches van de ondernemersvereniging en het stadsdeelbestuur. Het is een campagne om Amsterdammers te stimuleren om lokaal te winkelen.

Het is waar, De Pijp dooft nooit, maar De Pijp is wel erg veranderd. Dat zag je op de Albert Cuyp, voordat de coronacrisis begon en tijdens de crisis komen die veranderingen nog scherper in beeld. Als ik daar na de eerste coronalockdown weer boodschappen ga doen, hoor ik van marktkooplieden dat een aantal van hun collega’s gaat stoppen. Oudgedienden die al plannen hadden om op te houden, maar die door corona nog een extra zetje hebben gekregen. Veel van deze mensen ken ik al een kleine veertig jaar. Dit gesprek was voor mij het begin van een plan om een historisch portret van de markt te maken, gebaseerd op een reeks meer of minder formele gesprekken met kooplieden en op mijn eigen ervaringen als klant. Ik heb vooral gesproken met handelaars in traditionele artikelen zoals groenten, fruit, kaas en vis; maar ook met anderen zonder wie de markt de markt niet zou zijn: de mensen van de koffiehuizen en de karrenbazen.

Halve eeuw op de markt
Het boek wordt een momentopname van 2020, met als centrale figuren de kooplieden die twintigers waren in de jaren 1960 en 1970. Die generatie staat inmiddels ongeveer een halve eeuw op de markt. Ze zijn in een periode begonnen waarin het steeds beter ging, de naoorlogse tijd van de wederopbouw, de opkomst van de verzorgingsstaat, de toegenomen welvaart. In hun verhalen blikken ze terug op hun familiegeschiedenis en ze filosoferen over de toekomst van de markt. Corona heeft zeker invloed op hoe het er nu voor staat, maar de veranderingen waarover zij vertellen bestrijken een veel langere periode.

Ze vertellen over hun jeugd en en passant geven ze een beschrijving van de levens van hun ouders en grootouders. Hun familie heeft hun loopbaan sterk beïnvloed. Een vader werd ziek, en het was vanzelfsprekend dat de oudste zoon zou inspringen. ‘Dus uiteindelijk ben ik ook op de markt terecht gekomen. Het was niet mijn voorkeur, nee.’ Maar hoe ze ook begonnen zijn, ieder van hen is aan de markt verknocht. De markt is voor hen hun leven en ‘alles voor de markt’ is het motto dat daarbij hoort.

Ze maken zich zorgen over de Albert Cuyp en denken er hardop over na wat er allemaal is veranderd. ‘Heeft de markt nog wel bestaansrecht?’, zo vragen zij zich af. Een van hen zegt: ‘Als ik eerlijk ben, heb ik geen idee wat er met de markt moet gebeuren.’

Dodelijke concurrentie
In De Pijp komen verleden en toekomst samen. In de gebouwen en in het stratenplan is nog steeds de negentiende eeuw herkenbaar. Toen werden de eerste huizen gebouwd. Het waren goedkoop gebouwde woningen, kleine huizen, die vaak ruggelings tegen elkaar stonden en waar families opeengepakt bij elkaar woonden. De eerste bewoners behoorden tot de lagere middenklasse en konden de huren alleen betalen als ze huurders en kostgangers in huis namen.

Maar de negentiende eeuw is inmiddels ver te zoeken in de buurt zoals die nu is. De huizen zijn zelfs voor Amsterdamse begrippen duur geworden. De Pijp is een gewilde plek om te wonen, te winkelen, cafés te bezoeken of uit eten te gaan. Er zijn talloze restaurants en koffiegelegenheden, er is een levendig winkelbestand, een gevarieerd aanbod van zaken waar je modieuze kleding en schoenen kunt kopen, hebbedingetjes, feestartikelen en spullen voor verjaarspartijtjes. En niet te vergeten: bijna op iedere straathoek is een supermarkt te vinden. Voor de Albert Cuyp is die concurrentie dodelijk, terwijl ook het internet veel handel heeft weggenomen. IJzerhandel De Haan uit de Gerard Doustraat, bijna negentig jaar een instituut, heeft bijvoorbeeld zijn deuren moeten sluiten. Andere oude firma’s zijn al eerder weggetrokken, zoals Rembrandt Glas uit de Jacob van Campenstraat, die in 1948 is opgericht.

Geboren en getogen
De kooplieden die ik heb gesproken zijn bijna allemaal in De Pijp geboren en getogen. Ze houden van hun buurt en kunnen er nostalgisch over vertellen. Een enkeling woont er nog steeds, maar de meesten zijn de stad uitgetrokken naar Diemen, Amstelveen of Purmerend.

De huidige bewoners van De Pijp vormen een veel gevarieerder gezelschap dan toen zij er woonden. Veel mensen komen uit andere landen: expats en immigranten.

Eerbetoon
Het boekje, dat in het voorjaar zal verschijnen is een eerbetoon aan de markt zoals die was. Het is ook een poging om verandering te begrijpen, om de levens en ervaringen van de kooplieden te verbinden met de ontwikkelingen op de markt. En vanaf dat punt uit te zoomen, naar De Pijp, naar Amsterdam, naar Nederland en de wereld.


Het boek zal te koop zijn via bol.com.
rineke@rinekevandaalen.nl
www.rinekevandaalen.nl