daMagda Gastronomia van Magda en Gianni Belardi

Elise Fikse, bewoonster van de Van Woustraat, schrijft een serie over mensen in haar sterk veranderende straat. Van oud-gedienden tot nieuwkomers. In deze tweede aflevering bezoekt ze Magda (56) en Gianni (60) Velardi van daMagda Gastronomia op nummer 21.

Zonder enige horeca-ervaring maar met zin in avontuur kwamen ze vorige zomer vanuit Turijn naar Amsterdam. Het plan: zelfgemaakt Italiaans eten verkopen. Ze waren toe aan iets nieuws; Magda was docent Engels, Gianni werkte bij een bank. Magda hield van koken en deed dat vaak voor vrienden en familie. Dat is natuurlijk wel wat anders dan een traiteur runnen, maar daar maakten ze zich niet zoveel zorgen over. Een bevriend stel had iets vergelijkbaars gedaan. En zonder er al teveel over na te denken zijn ze gewoon begonnen. Een soort Ik Vertrek, maar dan met meer mazzel dan de meesten.

De keuze voor Amsterdam was snel gemaakt. Door de vele vakanties in Nederland waren ze hier al redelijk bekend. Even twijfelden ze nog over Leiden, maar dat was ze toch iets te klein: een mooi centrum, maar daarbuiten was weinig te doen. Amsterdam is energiek en jong. Bovendien spreekt iedereen hier Engels, wel zo handig want Nederlands spreken ze niet.

Het was min of meer toeval dat ze in De Pijp terechtkwamen. Ze huurden een appartement via Airbnb tot ze een locatie en woonruimte zouden vinden. Het lag in De Pijp, maar het had net zo goed in de Jordaan kunnen zijn. Ze waren al snel verkocht; het was hier lekker druk, met een fijne sfeer en veel jonge mensen. De Van Woustraat leek ideaal: veel passanten, kantoren in de buurt, flink wat toeristen. In hun zoektocht naar een geschikte locatie stonden ze op een dag door het raam van een leegstaand pand te turen, waar inmiddels snckbr zit. Een man die voorbij liep, vroeg ze: zoekt u een pand? Hij wees ze op nummer 21, aan de overkant van de straat. Ze hadden niet gezien dat het leegstond, er hing nog geen te huur-bord. De makelaar was op vakantie, maar die had zijn koffer nog niet uitgepakt of het was geregeld. Er zat ook nog woonruimte boven, dus ze konden hun geluk niet op. De voorbijganger met de gouden tip bleek de eigenaar van het Indiase restaurant op de hoek van de Stadhouderskade. Hij is nu een van hun beste vrienden en heeft ze in het begin veel geholpen.

Ze kregen sowieso hulp van alle kanten; Amsterdam heeft een grote Italiaanse gemeenschap. Daar hadden ze geen idee van, maar de ene na de andere Italiaan stapte bij ze binnen om kennis te maken en de espresso te testen. Van hen kregen ze veel tips en advies.

In principe kookt Magda wat ze altijd al voor vrienden en familie maakte – pasta, aubergine parmigiana, lasagne, tiramisu – maar in het het begin bleek dat best een shock. Professioneel koken is toch wel even wat anders dan thuis voor de lol in de keuken staan. Inmiddels is ze eraan gewend en Gianni springt bij waar nodig. Een aantal gerechten heeft ze iets aangepast aan de Nederlandse smaak. Italianen eten bijvoorbeeld eerst een gang pasta en daarna een gang vlees of vis, maar Nederlanders willen graag alles-in-één. Dus serveert ze de gehaktballen die ze altijd al maakte nu met tagliatelle. Koken doet ze vooral ’s avonds, na sluitingstijd. Ze zijn tot 21.00 uur open, dus vroeg naar bed is er niet meer bij. Op zondag zijn ze dicht, dan hangen ze samen weer de toerist uit. Naar het strand, een dagje naar Leiden; je bent overal zo. Toch kan ze zich voorstellen dat ze ooit teruggaan naar Turijn, naar familie en vrienden en de Alpen. Maar voorlopig zitten ze hier goed.