'Klootzakken!'

Het hoort er bij in De Pijp: muizen. ‘Verbouwingen en de Noord-Zuid lijn,’ legt de GGD uit, ‘jagen muizen uit hun nesten en ja, dan zoeken ze het hogerop.’ Alsof ze er niet altijd al waren. Ik ben waarschijnlijk niet de enige, die een niet aflatende strijd tegen het ongedierte voert. Met wisselend succes. En soms met gevolgen die ik niet voorzag.

Muizen zijn supermonsters, die vanaf de begane grond naar duizelingwekkende hoogtes kunnen klimmen. Een buurvrouw vertelde dat ze een muis van twee hoog naar beneden had gegooid en dat hetzelfde exemplaar, met mank pootje, jawel, diezelfde middag weer triomfantelijk op tafel zat. Ze kunnen door onwaarschijnlijk kleine gaatjes van roosters, zelfs, weet ik, door de achterkant van de magnetron.

Ze racen langs de plinten en wonen achter muren van waaruit ze je ’s nachts wakker maken met dat irritante geknaag. Ze zullen kortom niet rusten om je het leven tot een hel te maken

Ze leven op kruimels en als die er niet zijn, vreten ze droge thee en aluminiumfolie. Wat ze per se niet eten is muizengif. Ook niet dat van de GGD. Muizendelicatessen als kaas en chocola in zowel klassieke als elektrische muizenvallen laten ze liggen. Ze racen langs de plinten en wonen achter muren van waaruit ze je ’s nachts wakker maken met dat irritante geknaag. Ze zullen kortom niet rusten om je het leven tot een hel te maken. Klootzakken!

Een kat nemen is de oplossing. Zegt iedereen. Maar ik houd niet van katten. Vandaar dat ik tot brute moord ben overgegaan. Niet met voorbedachte rade, dat zeg ik er nadrukkelijk bij.

Ik trof het beestje op mijn aanrecht aan. Hij schoot de spoelbak in en om te voorkomen dat hij daaruit ontsnapte, pakte ik in een reflex een slagersmes. Wat volgde was gruwelijk. Met de bedoeling de muis een snelle dood te bezorgen, wilde ik hem onthoofden. Ik hakte genadeloos op hem in. Het mes in zijn nek stuitte op weerstand, op hele taaie spiertjes. Psychopaat!

Los van het lemmet, vocht hij zich in doodsnood een weg naar een uitgang die er niet was. En weer kwam het mes neer. Ik draaide de kraan open in een poging het dier dan in godsnaam te verdrinken. Een klein nat zielig muisje was het nu, glibberend op zijn muizenpootjes in zijn eigen bloed, in een laatste ademnood, een laatste zuchtje…

Trillend, met tranen in mijn ogen, stond ik daar in mijn keuken. Een moordenaar! Een psychopaat! Een dierenbeul! Dat is wat muizen van je maken. Klootzakken! 

(1 februari 2015)