Wie fotografeert er nu hondendrollen? Ik dus. Voor De Pijp Krant, wel te verstaan. Het is geen ziekelijke neiging of zo. Zie ik een ‘goeie’ drol dan ga ik door de knieën en maak een close-up. Met enige gêne, dat wel. Je hoopt toch dat niemand je ziet, maar in een drukke buurt als De Pijp is dat zelden het geval. Dan maar doen of het de gewoonste zaak van de wereld is. Bukken, richten, scherpstellen, klikken en doorlopen.Soms klinkt er een lach en kijk je toch waar die vandaan komt. Ik lach dan wat verlegen terug en heb de neiging om uit te leggen waarom ik dit doe. Je denkt toch dat de ander denkt dat er een steekje aan je los is.
Zo stond ik gebogen over een drol in de Mesdagstraat. Ik had wel gezien dat er een man en vrouw aankwamen. Precies ter hoogte van de drol bleek het stel op de plaats van bestemming. Ik hoorde ze wat smoezen en lachen en ik liep naar hen toe. “Ja, ik maak foto’s voor…”
Verder kwam ik niet. “Wat moet je” kreeg ik toegesnauwd. Zo’n reactie had ik niet eerder gehad. Enigszins beduusd, maar blijkbaar toch ook weer niet zo uit het lood geslagen, reageerde ik op z’n Amsterdams met een quasi grappig bedoeld “Oh, wacht even, is dit misschien van uw hondje”?
“Bemoei je met je eigen zaken” werd er geroepen. En de deur werd dicht gesmeten. Op de achtergrond hoorde ik een hond blaffen.
Ineens ging mij een lichtje op. Had ik de spijker misschien onbedoeld op z’n kop geslagen? Dachten deze mensen dat ik van de milieupolitie was en als rechercheur van de afdeling ernstige hondendelicten bewijsmateriaal aan het verzamelen was?
Ik groeide uit tot de held van mijn eigen fantasie. The name is Poo, Inspector Poo. U bent gewaarschuwd!