Aardige mensen

Genietend van het voorjaarszonnetje op een bankje aan de Jozef Israëlskade, mag ik tevens meegenieten van de radio die de man op het bankje naast me bij zich heeft. ‘Aardige mensen, hoe ga je er mee om?’, klinkt het uit de ether. De slogan van de nieuwste Sirecampagne. De vraag zet mij aan het denken en brengt herinneringen boven aan persoonlijke ervaringen met ‘aardige mensen’.

Zo werd ik eens voor mijn deur aangesproken door een toevallig passerende wildvreemde fietser, net op het moment dat ik met een wasmachinelekbak onder mijn arm naar binnen wilde gaan. Mijn wasmachine was met een enorme klap vastgelopen, met een flinke overstroming tot gevolg.

“Sorry mevrouw dat ik u zo overval, maar ik zie u met die bak, heeft u die net gekocht? Ik heb op zolder namelijk net zo’n lekbak staan en die kunt u zo van mij krijgen”. “Ja, maar ik heb deze nu al”, zeg ik. “Oh, maar met de bon neemt de winkel hem zo terug, hoor. Ik breng hem morgenochtend op weg naar mijn werk wel even langs, om een uur of zeven, is dat goed?” “Een beetje vroeg”, aarzel ik, enigszins overrompeld door deze bliksemactie. “Nou dan zet ik hem toch voor de deur!” antwoordt hij op een manier van ‘noem mij één goede reden waarom je niet op dit aanbod in zou gaan’. Nou, goed dan, graag. Diezelfde avond nog gaat de bel. Het is de gulle gever die de lekbak toch maar even persoonlijk komt brengen, want wie garandeert dat de bak morgenochtend blijft staan? Net zo snel als hij de trap is opgekomen loopt hij hem weer af. “Hartelijk bedankt nog hoor”, roep ik hem na. Aardige man, bijzonder aardige man.

Zelf probeer ik ook wel eens aardig te zijn. Toen ik ooit een oude dame een zware boodschappentas zag zeulen, bood ik haar in het voorbijgaan mijn hulp aan: ‘zal ik die tas voor u dragen?’ Met angstige ogen drukte zij de tas zo dicht mogelijk tegen zich aan en beet me toe: “nee, dat kan ik zelf wel hoor!” Zag ik er zo onbetrouwbaar uit? Ook kreeg ik ooit een snauw van iemand, die ik mijn zitplaats in de tram aanbood, maar die zwaar gepikeerd was dat ik hem zo oud inschatte.

Ik denk niet dat de wereld bestaat uit aardige en onaardige mensen. Kunnen de meeste mensen niet op z’n tijd aardig of onaardig zijn? Voor mij is de vraag dan ook niet ‘Aardige mensen, hoe ga je er mee om?’ of ‘Onaardige mensen, hoe ga je er mee om?’, maar meer ‘Mensen überhaupt, hoe ga je er mee om?’


depijpinbeeld.blogspot.com