Dons dappere luier-billen

De hippe Pijp mist zijn bedrijvige dans. We zitten binnen, lijden in stilte omdat een virus ons fanatiek tot kluizenaar heeft gedoopt. De zon knipoogt sporadisch en mijn schaterlach speelt verstoppertje. Maar laatst kwam die tevoorschijn. Mijn moeder en ik begroeten elkaar 2020 style: billenwrijvend, neuzen ver de andere kant op. We lopen een rondje door het Sarphatipark. Langs het nieuwe speelparadijs. Kinderen storten zich in avontuur. Fanatiek rennen ze heen en weer, schreeuwen en gillen. Wat een zorgeloos bestaan, ik mis het. Haak binnenkort maar eens aan, denk ik.

Don, voor het gemak noem ik hem even zo, niet ouder dan twee, komt aanhollen. Hij slingert een been over zijn toffe loopfiets. Zelfbewust rolt hij richting een grote modderplas. Voorwiel ontmoet water. Ik werp de man waarvan ik denk dat het zijn vader is een veelbetekende blik toe. Dons korte, driftige pootjes hebben er zin in en zetten zich voor de laatste keer af. Het wiel zakt in de modder en daar gaat Don. Zijn kleine lichaampje duikelt achter een bos naïeve krullen aan. Vol in de plas. Vol. In. De. Plas. Paps redt zijn zoon en parkeert hem naast het poeltje. Nog nooit heb ik een kind zó onthutst zien kijken. Mijn mondhoeken willen omhoog. Dons blonde krullen hebben een bruine gloed en zijn schattige broekje is doorweekt. Ik houd het niet meer en barst in lachen uit. Er is geen stoppen aan, mijn buikspieren verkrampen en mijn moeder zakt van het brullen door haar benen. En met ons komt het hele park niet meer bij. Don vind het niet zo grappig, maar huilen doet hij ook niet. Paps geeft hem zijn fiets en dapper ploffen Dons luier-billen op het zadeltje. Zijn maatje 25 trappelt op de grond en alsof er niks is gebeurd rijdt hij ervandoor. Dank je, Don.

(december 2020)