Elektrisch deelrijden in De Pijp

Datum: 5 juni 2023 / Editie: Juni 2023 / Auteur(s): Marianne Grunell (foto: Rob Godfried)

De bouw van een parkeergarage onder het Willibrordusplein is definitief van de baan. Eind april ontvingen omwonenden de brief van de gemeente waarin dit wordt bevestigd. Veel omwonenden slaakten een zucht van verlichting. De strijd tegen de parkeergarage is gestreden. Maar het aantal parkeerplaatsen in de buurt blijft afnemen. Vergroening, verstilling en verbetering van de verkeersveiligheid verminderen het aantal parkeerplaatsen. De garage zou dat verlies aan plaatsen compenseren. Wat nu? Daar is een oplossing voor. Meer doen met minder auto’s: auto’s delen. In 2022 is de vereniging Elektrisch Deelrijden De Pijp (EDdePijp) van start gegaan. We spraken met initiatiefnemers Harry Kappelhof en Bas Groot.

Initiatiefgroep
De initiatiefgroep startte in 2018. Vier jaar later reed de eerste auto. In de tussentijd was er veel vergaderd en was er samenwerking gezocht met Stadsdeel Zuid en het (Chef Technology Office) CTO team van de gemeente. Er kon een contract met de gemeente worden getekend, nadat Diks, als commerciële partij, de auto’s zou gaan leveren. Elektrische auto’s worden steeds belangrijker en de initiatiefgroep onderneemt veel om bewoners te verleiden. Zo is het lidmaatschap van de vereniging voorlopig gratis, zijn er informatieflyers, is er een goodiebag en zijn er proefrijdagen georganiseerd. Dit elektrisch deelrijden is een initiatief van bewoners die gemak en duurzaamheid willen combineren. Het delen van auto’s en andere vervoermiddelen bestaat al lang – denk aan Greenwheels -, maar nu worden ze elektrisch aangedreven. Het initiatief is bedoeld om een aantrekkelijk alternatief te bieden voor de eigen auto. Parkeerplaatsen kunnen dan op termijn verdwijnen. Dat blijkt een majeure operatie. Er moet weerstand worden overwonnen: je eigen auto wegdoen is geen makkelijk besluit, maar ook elektrisch rijden zonder contactsleutel stelt nieuwe eisen aan de chauffeur. Zelfs de initiatiefnemers hebben wel eens stil gestaan, niet bij machte de auto aan de praat te krijgen. De ruim 220 leden van de Vereniging Elektrisch deelrijden vinden nu alleen nog vijf auto’s in de Willibrordusen Hemonybuurt. Maar uitbreiding naar andere buurten is gepland.

Ouderen
Belangrijke doelgroep van het project zijn ouderen, die weinig rijden maar hechten aan een eigen auto, het liefst voor de deur. Voor deze groep is het belangrijk dat de parkeervergunning drie jaar behouden blijft, dan kan men nog van mening veranderen. De initiatiefgroep probeert de elektrische auto dichterbij te brengen en heeft verschillende acties bedacht, zoals het uitdelen van een strandtas om drankjes koel te houden ‘we gaan naar zee’, om de drempel te verlagen en de elektrische deelauto publieksvriendelijker te maken. ’Elektrisch’ vraagt een andere manier van rijden dan op fossiele brandstof. Er is daarom een instaphandleiding gemaakt voor ‘nieuwe elektrische chauffeurs’.

Gebruikerservaring
Nathalia, een enthousiaste gebruiker, is erg blij met de elektrische deelauto’s: “De auto’s rijden fijn, en zijn vaak beschikbaar. Het is ideaal om snel ergens heen te gaan. Ook voor een dagtrip met mijn twee kinderen. De kosten zijn ook goed te doen. Ik vind het handig dat je alleen betaalt voor het gebruik. Ook vind ik het fijn dat je weet dat je de auto’s deelt met buurtbewoners en er dus samen voor zorgt dat de auto’s in goede staat blijven en dat je er samen voor ‘zorgt’.”

“Als ik een auto had”, zo concludeert ze, “zou ik die nu zeker wegdoen.”

Veel leden van de vereniging zijn geen (pre)pensionado, ze zijn veelal jonger en vaker expat. Niet in het bezit van een auto zijn zij sneller over de drempel te trekken met het financieel aantrekkelijke nulurenabonnement: je betaalt pas als je rijdt. Bovendien blijkt dat met aftrek van de vaste lasten van een eigen auto, een elektrische deelauto over een jaar bezien, niet duurder is dan een eigen auto.

Nog altijd zijn er teveel, vaak inefficiënt gebruikte auto’s in De Pijp. De initiatiefgroep blijft daarom enthousiast werken aan de uitbreiding van het elektrisch deelrijden.

 

Diks verstrekte ons de volgende gegevens.
In april zijn de deelauto’s 1115,5 uur in gebruik geweest. Er zijn in die tijd 8248,3 kilometers gereden, in één maand dus.

EDdePijp heeft 212 leden aangemeld. Actief gebruik van de auto’s door 39 leden. Deze actieve leden waren goed voor 144 boekingen in april en 422 boekingen vanaf 1 januari t/m 30 april 2023.

In aanmerking moet worden genomen dat het project nog maar zeer kort loopt en aan deze gegevens dus nog geen conclusies kunnen worden verbonden. Het kan worden gezien als een stand van zaken per 1 mei 2023.

De Pijp als Europese vrijplaats voor pornografie

Datum: 21 februari 2023 / Editie: Februari 2023 / Auteur(s): Marianne Grunell (foto: Rob Godfried)

Pornografie is van alle tijden. Tegenwoordig wordt het woord “porno” voor van alles gebruikt. Zoals in “gereedschappenporno”. Gebruikt als iemand verslaafd is aan het kijken naar YouTubefilmpjes over allerlei gereedschappen, zoals waterpomptangen. Echt waar. Ook echt waar is dat De Pijp eind 19e eeuw het centrum was van verspreiding van porno.

In 1885 was Amsterdam een vrijplaats voor pornografische uitgaven. Deze zogenoemde ‘vliegende blaadjes’, dun en daarmee onherkenbaar te versturen door afwezigheid van kaften en dergelijke, bleken veelal te worden gedistribueerd vanuit De Pijp. Parijs had, naast culturele hoofdstad van Europa, ook de naam van de Europese broedplaats van zedeloosheid. Voorafgaand aan Amsterdam gold Brussel als hoofdstad van plezier en verderf. Maar vanaf 1885 trok Amsterdam pornohandelaren uit het buitenland. Zij vestigden zich in De Pijp. De liberale wetgeving in Nederland bood hen nieuwe kansen.

Pornografie uit De Pijp
Zo vluchtten na 1885 de Franse Auguste Brancart en François van Crombrugge met hun gezinnen uit het repressieve Brussel naar de Amsterdamse Pijp. Brancart woonde op de Ferdinand Bolstraat 44 hs. De buurt deelde hij met uitgevers als Dirk Buijs, Tweede Jan van der Heijdenstraat 20 en Carl Wilhelm Max Paul Shorter in de Frans Halsstraat 24. In de Tweede Jan van der Heijdenstraat, op nummer 26 en 30, hielden verschillende Europese vluchtelingen kantoor. Ook Oost-Europese uitgevers trokken naar Amsterdam, zoals Carl Gustaf Bellak uit Belgrado. Bellak woonde op de Albert Cuypstraat nr 69.

Werden de dunne pornografische drukwerkjes anoniem of verhuld tegen betaling verstuurd, sommige titels en illustraties laten weinig over aan de fantasie: Pomme d‘ amour, Liefdesappel, met zicht op een kloek getekende vagina. Gedrukt in Montreal, Canada in 1893, om vervolgens het Europese publiek te inspireren of vermaken. August Brancart tekende voor de druk en de distributie. Zijn naam komt terug als drukker en verkoper van titels als A story of a dildoe. Een catalogus geeft ondubbelzinnige titels als: New Model Photos of Young Girls: 6 to 12 Years of age, in all positions imaginable of Sool-stirring Amusements of a White Woman with a brute African-Negro in 25 attitudes. We schrijven ongeveer 1890. Vanuit De Pijp worden deze titels aangeboden: meisjes tussen 6 en 12 jaar in alle denkbare houdingen, blanke vrouw speelt met een brute zwarte Afrikaan, en wel 25 keer anders. Al meer dan een eeuw kennelijk constanten in de fantasie van veel mannen.

Liberale zedelijkheidswetgeving
Wat zochten deze boekhandelaren en handelsagenten in Nederland en wat vonden ze in de Amsterdamse Pijp na 1885? Deze zogenoemde ‘Amsterdam gang’ werd aangetrokken door het liberale klimaat en de tolerante zedelijkheidswetgeving in Holland. In 1886 trad, na de keizerlijke Franse Code Pénal, nieuwe wetgeving in werking. In artikel 240 van het nieuwe Wetboek werd het drukken en verspreiden van pornografie in ‘de vliegende blaadjes’ strafbaar gesteld. Maar in de toelichting stond dat de wetgever het niet tot zijn taak rekent om burgers te beschermen tegen vrijwillig gezocht zedenbederf. Zo is liberale tweeslachtigheid in de wet verankerd. Individuele consumptie mag, maar productie en verspreiding niet. Vraag blijft: hoe komen de consumenten aan de blaadjes?

De buitenlandse handelaren kwamen hier enige jaren mee weg. Boeken waren geen object van zorg en de dunne boekjes en pamfletten, de ‘vliegende blaadjes’ waren niet strikt als strafbaar gedefinieerd. Het was aan justitie om aan te tonen dat de drukwerkjes niet ‘onbedoeld’ onder de ogen van onschuldige burgers zouden komen. Daar maakte justitie wel werk van. De handelaren werden in de loop der jaren in de gaten gehouden. Zo werd in 1895 bij boekhandelaar François van Crombrugge boekjes met een geschatte waarde van 30.000 gulden in beslag genomen en vernietigd. Van Crombrugge en ook Brancart werden veroordeeld, maar deze oordelen werden weer vernietigd. Tenslotte werden ze echter alsnog toegewezen door de Hoge Raad. De interpretatie van verspreiding werd strikter, waardoor ook verspreiding door verzending ‘op verzoek’ strafbaar werd. Deze uitspraken zouden pas in 1911 leiden tot een herziening van artikel 240 van het Wetboek. En daarmee hield De Pijp voorlopig op verspreider van pornografie te zijn.


Bron: Bert Sliggers, ‘Amsterdam als porno hoofdstad van Europa, 1885-1900’, De Boekenwereld.
Blad voor bijzondere collecties, 35-2/2019, p. 78-83

BLIK OP EEN BUURT: Theo Jeuken over de Gerard Doubuurt

Datum: 22 augustus 2022 / Editie: Augustus 2022 / Auteur(s): Marianne Grunell (foto: Rob Godfried)

Een halve eeuw in De Pijp

Zijn vader kon een mooie betrekking krijgen bij het House of England, een prestigieuze kledingwinkel aan het Koningsplein. Uit Amsterdam-Zuid herinnert Theo zich de dure aankleding van de huizen, de hoge plafonds en donkere inrichting. Die eerste beelden lijken het begin te zijn van een levenslange occupatie met interieurs en in het bijzonder lampen.

Als jongeman ging hij naar de kunstnijverheidsschool, nu Rietveld academie. Hij studeerde er gebonden grafiek. Sindsdien schildert en tekent hij en creëert hij lampen en kijkkastjes. Op zijn 27e, kwam hij na wat omzwervingen in de Gerard Doubuurt wonen en ging er niet meer weg. Hij zegt over die jaren nadat hij als 20-jarige na zijn studie eerst voor een reclamebureau had gewerkt: “Wij kunstenaars zijn toen verwend met regelingen als de BKR en de opvolger WIK. Die financiële erkenning door de overheid missen jonge mensen tegenwoordig.”

Een woning met een lage huur paste goed bij dat weliswaar erkende maar financieel bescheiden bestaan. Alhoewel: Theo gaat jaarlijks naar New York en doet daar de nodige inspiratie op.

Van auto naar fiets
In De Pijp voelde hij zich in 1972 direct thuis. Bomen waren er niet en alles had een grijze kleur, maar toch leefde de buurt op een gemoedelijke manier. Er waren nogal wat Jordanese gewoonten: “Hier was het heel gewoon dat de buurvrouw links op een kussen uit het raam hing om te kletsen met de buurvrouw aan de andere kant: kletsen en luchten tegelijkertijd. Op een dag ontstond er een geweldige ruzie op straat tussen twee automobilisten. De buurman van driehoog had er genoeg van en gooide een volle vuilniszak op een van de auto’s. Die zak scheurde natuurlijk. Maar de ruziezoekers hielden hun mond en bliezen de aftocht.”

Theo houdt niet van valse nostalgie, maar gevraagd naar de verschillen tussen toen en nu: “Indertijd was de auto het grote probleem in de buurt. Ik weet niet meer of het hier tweerichtingsverkeer was, maar de auto was overal. Dat is op de een of andere manier verminderd, maar nu hebben we dus de fiets als grootste vervuiler van stadsgezicht en stadsruimte. De buurvrouwen van indertijd zijn er niet meer, en de buurvrouwen die er voor terug zijn gekomen zijn anders, vaker hoogopgeleid, vaker koper in plaats van huurder, al dan niet een yup. Ook de markt is veranderd, divers geworden op een andere manier. Waar eens de aardappelboeren stonden, staan nu de kraampjes met Italiaanse kruiden of Aziatische specerijen. Wij kenden indertijd alleen het Chinese restaurantje van tante Mia op de Gelderse kade.”

Arm is rijk geworden
De verandering die Theo Jeuken schetst is relatief, maar de grondtoon is wel dat arm in de buurt rijk is geworden: veel bewoners verdienen nu waarschijnlijk boven gemiddeld. Theo: ”Al kan ik het goed vinden met mijn buren – dat is niet veranderd – kom ik toch teveel mensen uit mijn straat tegen, die gevangen lijken door hun telefoonschermpje. Mij kennen ze niet. En dat gaat dus ook niet meer gebeuren. Ook de hoeveelheid afval is toegenomen, maar tevens de kwaliteit ervan. Zwerfafval en gedumpte spullen hebben soms een bijzondere potentie. Ik maak er bijvoorbeeld lampen van. De gewoonte om je stoep te vegen en het stukje straat voor je deur schoon te houden, bestaat helaas niet meer. “Dat heeft allemaal toch iets van onbetrokkenheid.”