De Plug 35 jaar

Datum: 28 oktober 2022 / Editie: Oktober 2022 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Aan de Ruysdaelkade bevindt zich op een hoek gitaarwinkel “De Plug”. Voor velen een bekende hoek. De winkel bestaat nu 35 jaar. De Pijp Krant ging eens praten met de eigenaar.

Peter Boelen (68) steekt zijn sleutel in het slot, zwaait de deur open en stapt zijn ‘De Plug’ binnen. “Het is hier een beetje een troep hoor, ik was op een gitarenbeurs in Veenendaal en heb zaterdagavond gewoon alles naar binnen gegooid.” Hij lacht verontschuldigend en doelt op de versterkers en gitaren die het looppad deels blokkeren. “Maar kom maar hoor.” Hij wurmt zich langs de spullen en loopt verder de winkel in. Tientallen, misschien wel honderd gitaren vullen de ruimte, aan het plafond schittert een discobal en bier staat in de koelkast die er van buiten uitziet als een muziekversterker. “De winkel werkt als een tijdmachine: je wordt teruggebracht naar de jaren veertig en vijftig. En de discobal zorgt voor eighties en nineties vibes.”

Handel
Boelens winkel aan de Ruysdaelkade bestaat dit jaar 35 jaar. De liefde voor gitaren keek hij af van zijn oudere broer. Al op jonge leeftijd begon Boelen met het opknappen van het instrument. Daar had hij veel plezier in. Toch koos hij in eerste instantie voor een andere carrière. Hij werd onderwijzer, maar na een jaar lesgeven stopte hij en werd pitabroodjeskoerier. “In de bestelbus zong ik mee met liedjes en in die tijd ben ik met mijn band ‘The Ladyshavers’ gaan spelen.”

Datzelfde jaar had Boelen in Den Haag in consignatie opgeknapte gitaren verkocht. Het waren zijn gitaren niet, hij kreeg een deel van de opbrengst. Hij rook handel, ging op zoek naar een winkellocatie en vond die in De Pijp. In 1987 opende zijn shop. Tegenwoordig is ongeveer 90 procent van alle gitaren die je er koopt tweedehands.

Expats
Wie zo lang op één plek is, ziet de buurt veranderen. “Ik heb drie fases meegemaakt. Eerst de oorspronkelijke bewoners, die kwamen altijd voor een praatje. Maar veel van hen zijn inmiddels letterlijk en fysiek De Pijp uit. Toen kwam er een nieuwe generatie, daar zijn er ook veel weer van weg. Nu zijn er veel expats.” Dat van die expats vind de winkeleigenaar jammer: dan leert hij ze net kennen, en gaan ze er alweer vandoor. Met toeristen maakt Boelen soms korte metten. Lachend: “Ik zeg wel eens dat ik een gastenlijst heb. Want aan too much ‘just looking’ heb ik niks. Maar als ik zie dat ze teleurgesteld zijn, laat ik ze heus kijken.”

Verhalen
Muzikant Joe Walsh was zijn favoriete klant. Dat de muziekwinkel internationaal in trek is, blijkt ook uit de webshop waar klanten sinds een paar jaar terecht kunnen. Boelen verstuurt pakketjes naar China en Australië, en tijdens de pandemie ging de verkoop door het dak. Boelens lievelingsklanten zijn zij die naar de winkel komen. Met veel van hen is hij bevriend geraakt. “Ik heb ook een beetje een maatschappelijke baan. Mensen komen hier hun verhaal doen, vertellen dat ze een kleinkind hebben gekregen of dat ze problemen hebben. Mijn hoofd zit boordevol met dat soort verhalen.”

De winkeleigenaar heeft het retedruk, maar iemand in dienst nemen vindt hij geen optie. “Je moet weten waar je het over hebt. Een rijbewijs voor gitaren, dat heb je nodig!” Desalniettemin is hij op zoek naar iemand die in de (verre) toekomst zijn winkel wil overnemen. “Ik dacht ik zeg het gewoon, je weet nooit hoe een koe een haas vangt.”

De hondse Pijp

Datum: 20 juni 2022 / Editie: Juni 2022 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Honden lijken op hun baasjes en vice versa. Nergens echter zijn mens en viervoeter zo in sync als in De Pijp.

Om te beginnen is er het levenstempo. In De Pijp heeft menig mens haast. Haast om de kinderen op te halen, haast om nog een conference call te plegen en haast om op tijd te komen voor een lesje piloxing – een combinatie van boxen en pilates waarvan ieder weldenkend individu zich afvraagt waarom ‘ie bestaat. Enfin, in geval van zo’n drukte-dilemma wordt alles gecombineerd, wel zo makkelijk. De headset gaat op, de urban arrow van het slot en de harige zonder pardon voorin de bak geplempt. Geen gezicht als je ’t mij vraagt.

De voeding is ook nauwkeurig afgestemd op huidige trends. Van keeshondjes op paleo dieet, tot teckels met gluten-allergie, voor alle viervoeters kun je terecht bij De Vergulde Hond op de Ceintuurbaan. In het patisserie-gedeelte zijn er biologische taartjes en bonbons, gemaakt zonder conserveermiddelen, zoetstoffen en zout. Behalve ingrediënten gaat het natuurlijk ook om de beléving. Misschien ben ik van de oude stempel, maar wat je een beest ook voorschotelt, knipper één keer met je ogen en het is toch hap, slik, weg?

In het Sarphatipark komt alles samen: de hipsters met de beagles, de botox-blondines met de chihuahuas en de Amsterdamse meisjes met de labradoodles. De lijn gaat af, de bal vliegt rond en het blaffen begint. Het doerak-gen wordt aangewakkerd en doet alle honden achter elkaar aan rennen. Heel even lijkt van de opschmuck geen sprake meer. Tot plots te midden van de hondenheisa uit een dameskeel klinkt ‘Ach Astóóór, Astor kijk nou éééven! Kijk eens naar wat Waldorffff doet!’. Een van de twee naar vijf-sterren-hotels-vernoemde bengels laat zich gaan en rolt driftig door het gras, tong schaamteloos uit z’n bek.

Ach, liefst liet zij zich net zo gaan als de hotelhonden en at ze zelf alle gebakjes van De Vergulde Hond.

De Pijp in Bed

Datum: 20 april 2022 / Editie: April 2022 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Maandagochtend. Acht uur. Wind, regen. Een koude douche na schandelijk zonnige dagen.

Ik ben te laat met mijn column en hoopte nu – op maandagochtend – iets spetterenders dan regen in De Pijp te spotten. Verkleumd drink ik buiten een espresso. Te koud, naar binnen. Binnen alleen een pijpmeisje wier croissant haar in het verkeerde keelgat schiet. Stukjes deeg vliegen door de lucht. Ik proest het ook uit. M’n vorige column heeft ze vast niet gelezen.

Weer naar buiten. Ik ga voor geitenkaas en eieren naar Johan. Hij bouwt zijn kraam op, net als de andere marktmensen. Ik vertel hem over de buikgriep die ik de afgelopen dagen had. We maken wat strontgrappen, maar column-materiaal blijft uit. Nog maar een koffie dan, met uitzicht.

Ik moet vandaag toch écht iets inleveren. Terwijl ik daar zit, in de kou en schuilend voor de regen, overvalt de banaliteit van de buurt me. De Pijp is – op een aantal bakfietsvaders en leden van de alternatieve adel die een haver-cappucino lurken – leeg. Een veelvoudig prachtig gestylede meute is niet te bekennen en ineens voelt de altijd zo uitbundige Pijp als een gewoon buurtje. Niet geweldig hip, niet ongelooflijk tof. Maar gewoon, een buurt. Waar je woont. Een bakkie doet. Kaas koopt. Over stront kletst.

De frisse schijn van De Pijp is deze maandagochtend kennelijk in bed blijven liggen

Pijpmeisje

Datum: 20 februari 2022 / Editie: Februari 2022 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Onlangs slenterden we met zijn drieën door De Pijp. Vriendin één, vriendin twee en ik. Vriendin één woont op de Ceintuurbaan, vriendin twee in Amersfoort en ik intussen op de Koninginneweg. We waren in een giechelbui en als voorbijganger kon dat je niet ontgaan. Heerlijk, van die wandelingen waarbij je de hele buurt bij elkaar blèrt.

“Ik geloof dat ik dubbel zie”, hinnikt vriendin één. “Oh ja, ik zie het”, hinnikt vriendin twee bevestigend. Ik was minder snel van begrip: “Je bent high van het lachen joh.” Vriendin twee, half fluisterend: “Nee kijk dan, ze zijn hetzelfde”. Aan de andere kant van de straat lopen twee jonge vrouwen die op dezelfde verzorgde manier gekleed zijn. “Niks nieuws, dat zie ik wel vaker”, verkondig ik. “Dat zijn nou Pijpmeisjes”, zegt vriendin twee en haar stem bereidt zich voor op een schaterlach. De twee jonge vrouwen in kwestie zijn ondertussen gelukkig de bocht om.

Ik houd het nu ook niet meer en gil het uit: “Pijpmeisjes?”. Mijn hersenen beginnen allerlei kanten uit te denken. Dat valt kennelijk op. Vriendin één legt uit: “Swapfiets, haarclipje, sneakertje en tasje onder de arm, je ziet ze overal in Amsterdam, maar in De Pijp lijkt het epidemisch. ”Met déze betekenis van de term was ik nog niet bekend.

Als ik thuis ben, kijk ik in de spiegel. Het meisje is De Pijp wel uit, maar is De Pijp wel uit het meisje? Ik trek m’n haarclip van m’n hoofd, trap m’n sneakers uit en gooi m’n tasje op bed. Gelukkig heb ik die swapfiets niet.

Brood

Datum: 20 december 2021 / Editie: December 2021 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Toeeeet. Toeeeeeeeeeeeet. Toeeet. Toet. Toeeeeeet.

Het is vrijdagochtend acht uur en ik heb net mijn eerste espresso soldaat gemaakt. Samen met een vriendin zit ik buiten – onder een heater – bij De Wasserette op het Gerard Douplein. Voor onze neus staat een file van auto’s met bestuurders die aanstekelijk claxonneren. Je weet wel hoe dat gaat: de een begint en dan gaat de volgende erin mee totdat de rij van auto’s een schorklinkende kakofonie creëert. Ik heb er spontaan nog een espresso van nodig.

Wat nu weer? Ik neem m’n nieuwsgier aan de hand en ga kijken. Het uitgiftepunt van Gorillas krijgt zijn voorraad geleverd. Het busje van de leverancier blokkeert de straat. Kartonnen dozen vol met melk, zakken chips en frisdrank worden de darkstore in gedragen. De fileveroorzaker wordt steeds roder. God, je zal maar tien & counting wachtende auto’s op je geweten hebben. Ik moet er niet aan denken, en al helemaal niet zo vroeg op de ochtend. De file wordt almaar langer.

Gelukkig laadt mijn rode vriend zijn laatste doos uit. Hij springt in z’n bus en racet ervandoor. Ik kan zweren dat het getoeter vervangen wordt door gilletjes van geluk. ‘Yes ik kan naar m’n werk!’ slaken ze erachteraan. De tijd die de bestuurders verloren zijn, maken de flitsbezorgers goed. Ze besparen boodschappenbestellers een trip naar de supermarkt, en dus tijd. Verlorenindefiletijd.

Zo zie je maar weer, de een z’n dood is de ander z’n brood. Misschien – als er thuisbestellers in de Gorillasfile staan – is het ‘eigen brood’ ook de ‘eigen dood’.

Een ding is zeker: ‘brood’ is in deze context wel héél toepasselijk.

(december 2021)

‘Kanjer is Life’

Datum: 20 oktober 2021 / Editie: Oktober 2021 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Het kan u onmogelijk zijn ontgaan: het roze wansmaaksel dat zich niet lang geleden op de hoek van de Eerste van der Helst en de Albert Cuyp heeft gevestigd. Het schreeuwt: kijk naar mij, uitroepteken uitroepteken. En daarmee ook: koop wat ik verkoop, uitroepteken uitroepteken.

‘Soo Tea’ (zo heet het roze ding) verkoopt Bubble Tea (BT), dat volgens hen ‘Life is’. Ik houd van roze en suiker, maar alleen al bij de gedachte van een BT zie ik groen en geel. Een suikerhoudende vloeistof in bedenk-een-leuke-kleur, waarin balletjes van god-mag-weten welk materiaal zwemmen. En dan ook nog het gevaar dat je zo’n balletje op lurkt via een rietje en stikt! Mij niet gezien.

Maar er wordt ook anders over gedacht. Ik zie talloze tieners en ook niet-tieners voor het nuttigen een uitgebreide fotoshoot doen met het goedje. Dus, ik ben nieuwsgierig.

Tijd voor feiten. Bubble Tea werd in 1980 in Taiwan bedacht. De basis is een combinatie van koude melk, thee, siroop en bubbles. De bubbles zijn van cassave (tapioca), maar je kan ook kiezen voor gelatine uitvoeringen. De balletjes hebben een zoete smaak en als je erop bijt, ‘poppen’ sommige. In onze roze aanwinst kost een medium BT € 5,95 – vegan zijn ze iets duurder. De verschillende uitvoeringen hebben allemaal hun eigen uitgesproken naam. ‘Resting bitch face’, ‘I was cheated on’ of mijn favoriete: ‘Play with my emotion’.

Ik denk dat al die suiker (twintig tot dertig suikerklontjes per drankje, als ik Google mag geloven) inderdaad wel plays with your emotion. Ik zou hem voor u willen proeven, maar zes euro voor een drankje waar ik bij voorbaat al tegenop zie, laat mijn studentenbudget niet toe. Bovendien durf ik me niet langer dan één minuut in de winkel te bevinden, overprikkeling ligt op de loer. Småland is er niks bij. Ik houd het wel bij een stroopwafel kanjer van de markt. Goedkoper en beter voor de markt en voor mij.

Ultieme tip

Datum: 20 augustus 2021 / Editie: Augustus 2021 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Er is ons een zinderende zomer beloofd. Maar omdat ik deze column drie weken voor publicatiedatum schrijf, durf ik niet te zeggen in welke mate het zindert tegen de tijd dat u de krant openslaat. Misschien zijn inmiddels de bars en restaurants weer dicht. Liggen geopende clubs nog lang niet in het verschiet en drogen we onze tranen over blijvend afgelaste festivals. Wat de situatie ook mag zijn, voor een spannende en pakkende zomer kunnen we ook zelf zorgen. Hier komt mijn ultieme tip: praat met een onbekende. Spreek iemand aan, of laat je aanspreken.

Graag deel ik met u mijn meest recente ontmoeting met een onbekende. Ik dronk – in mijn eentje – een koffie in de Eerste van der Helststraat. Terwijl ik het Volkskrant Magazine opensloeg, kwam er een jongeman naast me zitten. Wat zijn eerste zin was weet ik niet meer, maar blijkbaar vond ik het interessant genoeg om erop te reageren. En zo raakten we aan de praat, dronken we nog een koffie en voordat ik het wist was het tentje waar we zaten gesloten. Dat hield ons niet tegen. Pas dik twee uur na sluitingstijd rondden we ons gesprek af. We wisselden nummers uit. Met een voldaan gevoel en een hoofd vol nieuwe ideeën liep ik naar huis. Drie-en-een-half uur praten met iemand die ik niet kende. Een geopend terras hadden we er niet voor nodig. Dus wat de omstandigheden ook mogen zijn, ga erop uit en maak contact. Ik daag u uit!

Hebt u onlangs een leuke ontmoeting gehad?

Mail het naar carolinesprang@gmail.com. Ik ben namelijk gek op dat soort verhalen en kom daar graag in de ‘gespot met Caro’ van oktober op terug.

De (oplettende) Pijp Krant lezer

Datum: 20 juni 2021 / Editie: Juni 2021 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Vorige keer in ‘gespot met Caro’ schreef ik over de mannenPijp: “Maar wat een mannen allemaal. Mijn rechtvaardigheidsader pulseert als een malle. Waar zijn de vrouwen?!” Ik vond het zelf een grappig stukje geworden, mijn mede redacteuren ook en dus dacht ik er verder niet meer aan. Totdat het stuk werd gepubliceerd en de reacties binnen stroomden. Als coördinator van de Pijp Krant beheer ik de mailbox. De reacties kwamen dus rechtstreeks bij mij terecht, sommige waren strenger dan andere.

Met een driedubbel gevoel nam ik ze in ontvangst. Allereerst: shit ik heb iets fout gedaan, wat gênant! Want er zijn wel degelijk straten vernoemd naar vrouwelijke schilders. De Thérèse Schwartzestraat en het aanliggende plein, de Lizzy Ansinghstraat, het Marie Heinekenplein en de Henriette Ronnerstraat. Beter onderzoek doen dus, Caro. Maar mijn tweede gevoel deed een dansje: er zijn dus wél straten vernoemd naar vrouwen, hulde! Niet in verhouding met het aantal mannelijke straatnamen, maar van een volledige mannelijke dominantie is dus geen sprake. Nadat ik was bijgekomen van de schrik van mijn fout en het feit dat vrouwen beter vertegenwoordigd zijn dan ik dacht, kwam er ruimte voor het derde onderdeel van mijn gevoel: trots. Trots dat wij, als vrijwillige redactie van de Pijp Krant, een oplettend publiek weten te bereiken. Als krant stuur je iedere editie weer iets de wereld in, niet wetend wie de krant leest en of die überhaupt wel wordt gelezen. Die twijfel is voorlopig even weggenomen.

Dank (oplettende) lezer!

Een vicieuze cirkel: Hutjemutje voor de hoofdprijs

Datum: 26 april 2021 / Editie: April 2021 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Stel je voor: je werkt fulltime maar qua huisvesting woon je als student. Het is de realiteit voor vele starters die een plek proberen te vinden in De Pijp. Kleine kamers in onderhuur, een torenhoge huur en niet ingeschreven staan. Een vicieuze cirkel, die de afgelopen jaren alleen maar harder rondjes is gaan draaien. Hoe is dat voor deze jonge mensen? Ik vroeg het aan Marit* (25). Zij huurt in de vrije sector en werkt fulltime in een restaurant dat open is voor take-out. Sinds twee jaar woont ze in De Pijp, op een gehorige etage die ze deelt met twee huisgenoten. Ze betaalt er de hoofdprijs voor.

Eerst nog even een uitstapje.

Want waar zijn alle betaalbare woningen gebleven?

Voor socialewoningbouwcorporaties is het aanhouden van hun huizen niet meer aantrekkelijk; verkoop levert veel meer op. En dus heeft De Pijp nog maar een ruime 25 procent betaalbare huurwoningen. Wat er overblijft zijn woningen waarvan de prijzen in de afgelopen jaren een exorbitante groei hebben doorgemaakt. Huizeneigenaren doen wat ze willen, en ‘met doen wat ze willen’ bedoel ik: belachelijke prijzen vragen. De Pijp is populairder dan ooit en het zijn de huizenbezitters die daar met hoge ladders de vruchten van plukken. Oneerlijk, als je het aan mij vraagt.

Heel sloom met alles
“We wonen op 50 vierkante meter met zijn drietjes en betalen in totaal 2300 euro in de maand, exclusief water en belastingen”, vertelt Marit. “We hebben geen woonkamer, daarom kletsen we vaak staand in de keuken of de andere twee meiden komen op mijn kamer zitten, die is het grootst. We zijn geen van drieën ingeschreven, de woningeigenaar weet niet dat wij hier wonen. Aan de ene kant is dat fijn, want daardoor dragen we geen verantwoordelijkheid voor het appartement. Maar aan de andere kant is dat ook vervelend, want de vaatwasser is bijvoorbeeld kapot en de hoofdhuurder, degene van wie wij onderhuren, is heel sloom met alles. Dus hebben we al een maand geen vaatwasser. Er is ook een raam dat niet meer opengaat en de vloer laat los op sommige plekken.”

800 euro voor een kamer
“We hebben heel dunne muren! Privacy is wel echt een dingetje, ook omdat het appartement zo klein is. Laatst kwam een huisgenootje m’n kamer binnen om brood te pakken, terwijl ik lag te slapen. Communicatie is heel belangrijk, afspraken maken en een schoonmaakrooster ook! Gelukkig kunnen we het heel goed met elkaar vinden. We lenen elkaars spullen, chillen en koken vaak samen. Ik heb gemerkt dat je meestal wel vrienden wordt met je huisgenoten, ook nadat je verhuist. Het is een goede manier om nieuwe mensen te ontmoeten, haha. Ik heb mijn hele leven in de grote stad gewoond. Voor mij is het geen enkele vraag of ik ergens wil wonen waar action is, dat moet gewoon! Vanuit De Pijp ben je overal zo. Er is altijd iets te doen, je kunt je rust vinden in het Sarphatipark en gezelligheid overal op straat. En tja, dat ik dan ruim 800 euro voor mijn kamer moet betalen, neem ik dan maar voor lief. De voordelen wegen voor mij op tegen de nadelen. En vooral nu, tijdens corona, ben ik blij dat ik in De Pijp woon. Je hoeft je voordeur maar open te doen en je ziet mensen en gezelligheid.”

Geluk als bepalende factor
“Kijk, het is super frustrerend om qua huisvesting als een student te leven terwijl ik gewoon fulltime werk. Ik wil mijn eigen huis! Het liefst kopen. Ik snak naar privacy, etentjes geven zonder dat te overleggen en vooral alles zelf inrichten. Maar met de huidige huizenmarkt heb ik daar een hard hoofd in. Ik heb me nooit ingeschreven voor sociale huur, en verdien niet genoeg om veel te sparen of 1500 euro huur te betalen. Dus moet ik heel veel geluk hebben, besef ik. Maar ‘geluk’ zou toch niet de bepalende factor mogen zijn voor een dak boven je hoofd in de grote stad?”

*Om privacyredenen is de naam van Marit gefingeerd

De mannenPijp

Datum: 20 april 2021 / Editie: April 2021 / Auteur(s): Caroline van Sprang

Begin dit jaar overrompelde een gevoel van onwetendheid mij. Het UvA-vak ‘Dit is Amsterdam: identiteit en beeldvorming in kunst en architectuur’ was de aanleiding. Het is natuurlijk de bedoeling van een universiteit om studenten iets te leren dat ze niet weten. Maar bij mij daagde een gevoel van schaamte. Al met al woon ik al twee jaar in Amsterdam, waarvan dik een jaar in De Pijp. Gezien mijn, geringe, kennis van de wijk zou je dat niet zeggen. Nu heb ik heus wel eens gedacht, ‘wat een mannennamen, al die straten!’. Maar daar hield het dan ook bij op. Nou goed, ik heb één keer Gerard Dou gegoogeld. Over zo’n befaamde straat is enige vorm van historische kennis wel vereist. De man was een van de meest succesvolle 17e eeuw schilders. Notabene leerling van Rembrandt. Met zo’n binnenkomer was mijn opzoekbehoefte gestild en dus liet ik de andere straatnamen met rust. Tot ik begin dit jaar mijn college volgde. Verdomd, al die heren vlogen me om de oren. Jacob van Campen, mijn eerste woonstraat in Amsterdam, ontwierp het stadhuis (1665). Daniël Stalpaert werd in 1648 tot bouwmeester van Amsterdam benoemd. Hij voerde ook het ontwerp voor het stadhuis van van Campen uit. Bartholomeus van der Helst, Jan Steen en Frans Hals waren succesvolle schilders. ‘De Eerste Bartholomeusstraat’ was ook wel een leuke straatnaam geweest. Govert Flinck was ook een schilder én net als Gerard Dou, leerling van Rembrandt. En Sarphati? Dokter, filantroop, chemicus, broodfabrikant en wethouder. Het initiatief om het Paleis voor Volksvlijt te bouwen is met afstand mijn favoriet. Op het Frederiksplein pronkte tussen 1864 en 1929 een Paleis. Dat had Sarphati afgekeken van het Crystal Palace in Londen. Helaas brandde het af. Gelukkig hebben we nog het park dat dokter Sarphati eert.

Maar wat een mannen allemaal. Mijn rechtvaardigheidsader pulseert als een malle. Waar zijn de vrouwen?! Had er niet een straat vernoemd kunnen worden naar een vriendin of vrouw, als het dan per se om deze kunstenaars moest draaien? Ik weet zeker dat zij bijdroegen aan hun succes. En er waren toch ook vrouwelijke kunstenaars? Maar die hebben geen straat en ik heb bedacht dat ik dat dan maar in haar waarde moet laten. Ik probeer mijn ader in bedwang te houden, geniet van de historische betekenis die onze blauwe straatnaambordjes hebben en kleur ze in gedachten roze.