ZWERFVUIL, ROTZOOI EN TROEP: HET GESPREK VAN DE DAG IN DE PIJP

Maandag 16 mei 2016: Gerard Doustraat

Boudewien van Heek heeft een winkel bij het Sarpathipark en woont daar ook. Zij ergert zich al een tijd aan de troep in de straten van de Noord-Pijp. En zij niet alleen.

“Laatst had ik klanten in de winkel die zich enorm verbaasden over de bergen afval en vuilnis. Ze waren een weekend in Amsterdam en wisten niet wat zij zagen. “Wat is hier aan de hand”, vroegen ze mij. ‘Dit hebben wij nog nooit meegemaakt.”

CONTINUE VUILE STRATEN
“Eigenlijk ligt er continue vuil op straat”, vervolgt Boudewien. “Niet alleen vuilniszakken, al dan niet opengemaakt, maar ook pallets, matrassen, zwerfvuil en andere troep. Iedereen in de buurt praat erover. Zodra ik de deur uitga en met buurtbewoners of andere winkeleigenaren spreek, is dit meestal het eerste waarover we het hebben.”

NIET BEZUINIGEN OP SCHOONHOUDEN
“Wat ik, als ondernemer en bewoner van De Pijp als oplossing zie? Eigenlijk zou er elke dag huisvuil moeten worden opgehaald, zoals ze dat in steden als Madrid doen. De Pijp is eigenlijk onderdeel van het centrum geworden en op het schoonhouden van straten zou niet bezuinigd moeten worden. Punt uit. Er wordt geld vrijgemaakt voor subsidie voor geveltuinen en groene daken. Dat is belangrijk, maar ik denk dat het schoonhouden van de buurt meer prioriteit heeft. Onlangs zat ik op een terras in De Pijp en raakte in gesprek met een vuilnisman die in De Pijp werkt. Hij vertelde mij dat zijn team gehalveerd was en dat er zo veel vuil is, dat ze dit gewoon niet aankunnen.”

ROL VOOR ONDERNEMERS GERARD DOUPLEIN
“Ik zie soms ratten in het Sarphatipark rond de vuilnisbakken. In het park worden de vuilnisbakken wel geleegd, maar het vuil erom heen wordt niet weggehaald. Ook moet er beter gehandhaafd worden, dat wil zeggen boetes worden gegeven. Voorlichting zou natuurlijk ook helpen. Zo denk ik dat toeristen die in De Pijp een huis via Airbnb huren, niet altijd weten waar en wanneer zij hun afval buiten moeten zetten. Maar het is ook gemakzucht van de bewoners. Als zij hun vuilniszak maar kwijt zijn.”

Als laatste denkt Boudewien dat er ook een rol is weggelegd voor de ondernemers van café’s en restaurants rondom het Gerard Douplein. “Die zouden toch samen kunnen werken om het plein en de straten eromheen schoon te houden? Het is toch ook in hun eigen belang dat de straat voor hun café of restaurant schoon is?”