Wijkcentrum in een lastige periode

Het zijn spannende tijden voor Wijkcentrum De Pijp. Vanwege funderingsproblemen van het oude onderkomen aan de Gerard Doustraat moest er een nieuwe plek worden gevonden. Daarnaast bleek ook een ander fundament, de financiering van het centrum, op z’n zachts gezegd nogal fragiel te zijn. Het voortbestaan staat op het spel.

Gelukkig is voor een van de twee problemen een oplossing gevonden. De nieuwe werkplek in het Huis van de Wijk aan de Tweede van der Helststraat 66 is inmiddels betrokken. Gesprekken met het stadsdeel over financiering lopen nog. De verschillende initiatieven van het Wijkcentrum gaan gewoon door. De vele activiteiten van het Natuur- en Milieuteam (zie pagina 7); begeleiding van projecten door en voor bewoners en ondernemers zoals de Schone Pijp, G250Werkt! en Samen Wonen – Zelf Organiseren; al het vrijwilligerswerk rond het Groen Gemaal. Het Wijkcentrum is een belangrijke spin in het web van betrokkenheid en participatie in de wijk.

Zichtbaarder
Een en ander geeft wel aanleiding tot een paar vragen. Heel simpele als: wat doet het Wijkcentrum ook alweer, en heeft het eigenlijk nog wel bestaansrecht? En ook: wat is het verschil tussen het Wijkcentrum en het Huis van de Wijk, dat gerund wordt door welzijnsorganisatie Combiwel? En is de verhuizing niet een goed moment om weer wat zichtbaarder te worden in De Pijp?

Coördinator Germaine Princen zit nog tussen de dozen en vertelt: “Het is inderdaad een moeilijk jaar. De verhuizing en vooral ook dat financiële gat.” Germaine legt graag uit wat de kerntaak van het Wijkcentrum is: “Wij adviseren en ondersteunen bewoners en ondernemers die zich inzetten voor een beter samenleven in hun straat, buurt of wijk. Dat kan verschillende vormen aannemen; je buurtgenoten opvoeden als het over afval gaat, een lobby beginnen over bepaald gemeentelijk beleid of ‘gewoon’ je oude buurvrouw helpen met haar geveltuintje. We signaleren zelf ook en onderzoeken of ontwikkelingen in de wijk actie of participatie nodig hebben. We leren daarover van het bezoek aan ons algemeen spreekuur en door het bevragen van ons netwerk in De Pijp. We werken al een halve eeuw aan de leefbaarheid in De Pijp, aan het samenbrengen van mensen. Wij zijn er voor iedereen. Dat is een andere insteek dan bijvoorbeeld die van Combiwel, onze nieuwe buren in het Huis van de Wijk. Zij richten zich met name op de problemen en begeleiding van kwetsbare groepen. We kennen elkaar trouwens goed, en dat we nu samenhokken is wat mij betreft alleen maar aanleiding om nog beter samen te werken in De Pijp.”

Ambtelijke molens
Meer participatie dan welzijn dus – en daar wringt een schoen. Bestuurslid Tjerk Dalhuisen, die de gesprekken voert met de gemeente om het Wijkcentrum weer helemaal op het goede spoor te krijgen: “We krijgen ons geld voor een belangrijk deel uit uit het potje Welzijn. Daar zijn we niet blij mee. De gemeente heeft geld beschikbaar voor Participatie, dat is echt een speerpunt van het nieuwe, progressieve college. Dat budget past precies bij de activiteiten van het Wijkcentrum. Dat is logisch, helder, en we kunnen dan veel beter uitleggen wie we zijn en wat we doen. Ik denk trouwens dat de gemeente van goede wil is hoor, maar ambtelijke molens draaien langzaam. Daar kun je ook slachtoffer van worden, hoe goed de bedoelingen verder ook zijn.”

Op de vraag of hij nog eens kan uitleggen wát het Wijkcentrum betekent voor De Pijp, komt hij met een opmerkelijke kijktip. Op YouTube staat de film ‘Namens de Kinderen Van de Wijk’, een documentaire uit 1972 over de pogingen van een stel ontroerend brutale buurtkinderen om een speelstraat te realiseren in de Oude Pijp. Tjerk: “In die film zie je dat onze wijk 45 jaar geleden écht op instorten stond. Het was een smerig, arm en verpauperd stuk van Amsterdam. Er viel haast niet fatsoenlijk te wonen. Wat er in de tussentijd is veranderd, en ik zeg niet dat we geen problemen meer hebben, komt door de inzet van bewoners, vrijwel altijd ondersteund door het Wijkcentrum. Met weinig middelen hebben we enorm veel successen geboekt.”