Voedselbank Oud-Zuid staat onder druk

Om 14.45 staan ze klaar en is het wachten op de eerste klanten

Sinds 24 november heeft De Pijp zijn eigen sterrenrestaurant. Die dag kreeg ‘Le Restaurant’ aan de Tweede Jan Steenstraat een Michelinster. Een felicitatie waard. Je kunt daar voor minimaal 100 euro per persoon voortreffelijk dineren. Maar er zijn in De Pijp mensen die met zo’n bedrag een maand moeten zien rond te komen. Zij kunnen een beroep doen op de voedselbank.

Vraag en aanbod
De voedselbank Oud-Zuid is een van de dertien voedselbanken in Amsterdam, die vallen onder de Stichting Voedselbank Amsterdam. Gezinnen die minder dan 225 euro per maand aan voeding en kleding te besteden hebben, kunnen een beroep doen op deze voorziening, voor alleenstaanden is dat 175 euro.

Marius Singels, gepensioneerd ‘spoorman’ en sinds ruim een jaar coördinator van de voedselbank Oud-Zuid, zag in dit jaar het aantal verstrekte voedselpakketten stijgen van 44 naar 110. “En dan moet het effect van de huidige economische crisis nog komen”, vreest hij. En waar de hulpvraag toeneemt ziet de voedselbank, die volledig afhankelijk is van giften, het aanbod van voedseloverschotten van grote bedrijven slinken. De overproductie is minder geworden als gevolg van de huidige recessie. Daarom voert de voedselbank nu regelmatig zogenaamde ‘supermarktacties’, waarbij vrijwilligers het winkelend publiek aanspreken om ter plekke donaties in natura te doen. Hierop wordt gelukkig goed gereageerd en er wordt gul gegeven. Ook kleine middenstanders en particulieren uit de buurt dragen een steentje bij. Regelmatig worden er bij welzijnsorganisatie Combiwel, medeoprichter van de voedselbank, in buurthuis De Pijp restpartijen en boodschappen afgegeven. En een buurtcafé bracht met een sponsorfietstocht 1000 euro bijeen om de kinderen een dagje uit te bezorgen. Singels: “de voedselbank biedt mensen in deze individualistische maatschappij de gelegenheid om direct en concreet iets voor een ander te doen, dat is zo mooi.”

Ruimtegebrek
Maar behalve de zorg over het toenemende spanningsveld tussen vraag en aanbod kampt de voedselbank nog met een ander probleem: ruimte! Combiwel biedt één middag per week onderdak in het buurthuis in de Tweede van der Helststraat voor het voeren van intakegesprekken, in de Lutmastraat staat een container voor de eigen voorraad en de uitgifte van de voedselpakketten vindt plaats in het voorportaal van de Vredeskerk in de Pijnackerstraat.

Het is verre van ideaal. Er is geen ruimte om tot gesprekken met klanten te komen en het is te openbaar. Gebruikers van de voedselbank lopen liever niet met hun armoede te koop. Het hele proces van het aanleveren van de levensmiddelen vanuit de centrale loods in Amsterdam Oost, het uitladen, het samenstellen van de pakketten, het helpen van de klanten tot en met het schoon achterlaten van de kerk moet in drie en een half uur plaatsvinden. Gelukkig is er een trouw en hecht team van vrijwilligers dat iedere week weer bereid is de handen uit de mouwen te steken. Maar het is duidelijk dat de voedselbank dringend behoefte heeft aan een eigen onderkomen, ruim genoeg voor alle activiteiten. “Dan kunnen we bijvoorbeeld ook cursussen budgetteren aanbieden en mensen leren hun administratie op orde te houden”, zegt Singels.

Politiek en misvattingen
Maar de voedselbank heeft geen financiële middelen en is afhankelijk van het stadsdeel voor subsidie. De huidige subsidie dekt alleen de kosten die de voedselbank Oud-Zuid aan de centrale moet betalen, € 3.50 per uitgegeven krat. Momenteel dus € 3.50 x 110 (aantal pakketten) x 50 ( aantal weken). Vorig jaar werd er € 11.000,-- subsidie verstrekt, nu loopt er een aanvraag voor € 23.000,--. De PvdA en Groenlinks steunen Singels in zijn streven naar adequate huisvesting, de VVD niet. Deze partij is van mening dat ons sociale stelsel toereikend is en dat voorzieningen als de voedselbank mensen ‘verlamt’ en niet stimuleert om uit hun armoede te geraken. Daar wil Singels graag iets over kwijt. “De verstrekking van voedselhulp is aan strenge regels gebonden en duurt maximaal 3 jaar. Het is niet zo dat mensen hier tot in lengte van dagen in blijven hangen. Dit jaar hadden wij een uitstroom van 60%. Op het uitgiftepunt zijn regelmatig mensen aanwezig van het maatschappelijk werk en jeugdhulpverlening om mensen te interesseren en te animeren om aan activiteiten deel te nemen.

Er is een hele korte lijn van voedselbank naar bredere hulpverlening. Als onze klanten zich tot de overheid moeten wenden voor geld of goederen krijgen ze te maken met een enorme bureaucratie. Daardoor raken ze juist tussen wal en schip. Wij proberen mensen altijd met respect en warmte te benaderen, want dat ontbreekt vaak. Er wordt wel beweerd dat mensen het aan zichzelf te wijten hebben, maar dat bestrijd ik, het kan iedereen overkomen. De voedselbank is een begin om mensen uit hun isolement te halen, het gaat niet om voedsel alleen. Maar laten we eerlijk zijn, met een volle buik ben je tot meer bereid”.