Victor: ‘Het gaat om eenzaamheid, minder om armoede’

Victor: “Bij de Blije Buren kun je gewoon aanschuiven voor een goede maaltijd.”

'Niemand hoeft echt arm te zijn in Amsterdam', zegt Victor vol overtuiging. En even later: 'Armoede heeft niet met geld te maken, maar meer met eenzaamheid.' Gaandeweg ons gesprek wordt duidelijk wat Victor precies bedoelt: niet dat er geen armoede bestaat, maar dat je met een beetje handigheid een heel eind kunt komen met een krappe beurs.

Hoewel het leven aan de arme rand van Nederland zijn sporen heeft achtergelaten in het gezicht van Victor, twinkelen zijn ogen van levenslust. Hij formuleert zorgvuldig, lacht veel en straalt steeds een enorm optimisme uit. Hij mag dan weinig geld hebben, Victor heeft duidelijk plezier in het leven.
Hij heeft een bijstandsuitkering sinds 1988. Een gevalletje 'langdurig werkloos' dus. Wegens gezondheidsklachten heeft hij geen sollicitatieplicht. Dat scheelt een hoop druk en gedoe, geeft hij meteen toe. 'Na al mijn vaste lasten hou ik 200 euro per maand over om van te leven. Vijftig per week. Dat lukt aardig, ik maak geen schulden, of in elk geval niet omdat ik teveel uitgeef aan te dure spullen.' Hij lacht zijn vriendelijke, gulle lach: 'Ik gebruik wel wat middelen. Beetje hasj, beetje coke, niet veel hoor, zeker niet dagelijks, alleen recreatief. Maar ja, dat kost wel wat, dus van sparen komt sowieso weinig.'

Als je Victor zo hoort praten lijkt het een peuleschilletje, dat leven met een smalle beurs. Maar al snel blijkt dat hij bepaald geen stilzitter is die passief afwacht wat er op hem afkomt. 'Ik doe veel vrijwilligerswerk,' vertelt hij, 'vijf dagdelen per week. Ik wil actief zijn, mensen om me heen hebben, contacten leggen. Ik werk bij Zero Waste Lab, een plek waar bewoners hun afval kunnen inzamelen en upcyclen. Sommige dagen ruim ik troep op straat op, andere dagen sta ik in de winkel. Daar brengen mensen bijvoorbeeld hun afval, plastic en papier heen. Daarvoor krijgen ze waardemunten. Daar kunnen ze in de buurt weer dingen voor kopen of korting krijgen, bij deelnemende winkels. Perfect is dat. Het is één van de manieren om verkwisting tegen te gaan.'

Dat blijkt een thema dat Victor aan het hart ligt. Hij is bijvoorbeeld fervent bezoeker van Weet je wel, groente en vlees dat over de uiterste verkoopdatum is maar nog helemaal in orde. Zonde om weg te gooien toch!'

Victor weet in de hele stad plekken waar je gratis of voor bijna niks kunt eten. 'Makom bij de Oranjekerk in De Pijp bijvoorbeeld. Geweldige plek. Je moet het natuurlijk wel weten te vinden. Daarom zijn contacten zo belangrijk. Je moet eropuit, je moet je onder de mensen begeven.'
En dan stelt hij dus: 'Niemand hoeft echt arm te zijn in Amsterdam'. Wat hij bedoelt legt hij zo uit: 'We wonen in een heel fijne, sociale stad. Er zijn geweldig veel goede initiatieven. Van allerlei mensen en clubjes. Sommige draaien met subsidie, sommige op puur vrijwilligerswerk. Maakt me niet uit, die plekken bestaan. Ik weet dat er mensen zijn die de weg niet weten, die de deur niet uitkomen. Daar zit de echte armoede. Ik probeer mensen die ik tegenkom mee te nemen, ze bewust te maken van wat er allemaal mogelijk is voor de krappe portemonnee.'

Victor zal zijn eigen enthousiasme en vindingrijkheid hard nodig hebben, want er wachten hem financieel donkere tijden. Vanwege een oud akkefietje moest hij een maand de cel in, en toen hij terug op vrije voeten was bleek zijn uitkering op wonderbaarlijke wijze verhoogd te zijn. Victor: 'Dom genoeg heb ik verder niet uitgezocht hoe dat kwam, ik heb er een halfjaartje lekker van geleefd. Bleek dat de ziektekostenpremie niet meer door de uitkeringsinstantie werd ingehouden, maar door mij overgemaakt moest worden. Dat geld moet ik nu dus terugbetalen. 134 euro per maand, plus leges – in elk geval moet ik binnenkort voor een tijdje de schuldhulp in. Ik weet nog niet hoe dat uitpakt, het kan meevallen. Misschien kom ik wel in aanmerking voor de Voedselbank, dat zou in elk geval schelen.'

Victors optimisme is ongebroken. 'Ik red me wel. Ik ben een ritselaar. Niets crimineels hoor, dat is allemaal lang geleden. Maar ik heb niet veel nodig. Lekker eten, liefst biologisch, dat is belangrijk. Ik heb thuis weinig spullen. Geen computer bijvoorbeeld, die moest ik verkopen. Maar dat is dan weer een voordeel van vrijwilligerswerk, daar staan computers. Het enige waar ik echt verlang en waar ik nu echt geen geld voor heb, is weer eens naar mijn familie in Portugal te gaan. Hier heb ik geen familie meer, daar wel. Dat zou prachtig zijn, een paar weken in het Zuiden. Misschien komt het ervan, je weet niet hoe het loopt!'