Unieke dienstverlening aan ouderen bedreigd
De Wijkpost voor Ouderen
Anders dan mensen die in een tehuis verblijven, hebben zelfstandig wonende ouderen een hoop te regelen. De rekeningen en contributies moeten betaald, het huis aan kant, de was gedaan en het eten op tijd op tafel. ‘Amsterdam kent daarom al sinds de jaren zestig een unieke vorm van dienstverlening aan ouderen,’ aldus Arthur Rebattu die leiding geeft aan de Wijkpost voor Ouderen in De Pijp. ‘In de eigen wijk, zodat men niet ver hoeft te reizen en bovendien kan de zorg toegesneden worden op de behoeften van de bewoners. In de loop der jaren is zo een veelzijdig pakket aan diensten ontwikkeld. Met alle vragen kan men bij ons terecht. Wij kunnen direct hulp bieden, bijvoorbeeld bij het invullen van een aanvraagformulier, maar ook de weg wijzen naar andere instanties en daarin begeleiden wanneer dat nodig is. Samen met onze medewerkers bepalen de mensen waar zij behoefte aan hebben.’ Soms gaat het om eenvoudige zaken als kleine woningaanpassingen: handgrepen in de douche en wc of een looprek. Er zijn ook voorzieningen die vereenzaming voorkomen, zoals de telefooncirkel. Die bestaat uit een groep mensen die elkaar elke ochtend even belt. Dat geeft een veilig gevoel en men onderhoudt op deze manier de sociale contacten. Wanneer iemand niet opneemt, komt een medewerker van de wijkpost poolshoogte nemen. Verder zijn in samenwerking met de woningbouwverenigingen in enkele wooncomplexen voor ouderen sociaal-huismeesters aangesteld. Zij organiseren activiteiten en brengen een feestelijk bloemetje met de verjaardag. Hoezeer dat nodig is wijzen cijfers van een in 1997 gehouden onderzoek uit: 9% van de 75-plussers ontvangt slechts eens per jaar bezoek en 23% maar eenmaal per maand. In de Seniorengids, een uitgave van het stadsdeel Oud Zuid, staat een helder overzicht van alle faciliteiten waarvan men gratis of tegen een zo klein mogelijke vergoeding gebruik kan maken.
Preventieve huisbezoeken
‘Slechts eenderde van onze activiteiten speelt zich op het kantoor van de wijkpost af,’ vervolgt Rebattu. ‘De mensen tussen de 55 en 65 jaar zijn meestal zo vitaal dat ze de weg naar ons Buurtcentrum De Pijp weten te vinden, waar we nauw samenwerken met het maatschappelijk werk en de sociaal raadslieden, en bovendien kunnen ze hun wensen duidelijk formuleren. De prioriteit ligt daarom bij de mensen van 65 jaar en ouder. Dit is de generatie die, zeker in De Pijp, dikwijls weinig opleiding heeft genoten en alleen van een AOW-uitkering moet rondkomen. Om de, vaak hoogbejaarde, mensen te bereiken krijgen we elk jaar een overzicht van de Burgerlijke Stand. Iedereen van 75 jaar en ouder schrijven we aan met de vraag of er behoefte is aan een gesprek met een van onze professionele medewerkers. Sinds begin 2002 hoort dit preventieve huisbezoek tot de basisvoorzieningen voor ouderen. Op deze hoge leeftijd kunnen de omstandigheden snel veranderen, door het overlijden van de partner of het optreden van een ziekte of handicap. Dankzij de huisbezoeken voorkomen we dat problemen uit de hand lopen. We kunnen op tijd signaleren of het verstandig is om van driehoog te verhuizen naar een woning op de begane grond of een woning met een lift. Tijdens het huisbezoek neemt onze medewerker ook de post door. Worden de rekeningen nog betaald? Zijn er misschien schulden? Het is wel eens gebeurd dat iemand vanwege beginnende dementie de huur niet betaalde. De woningbouwvereniging stuurde een herinnering, een aanmaning en ten slotte de deurwaarder. Maar dat haalt natuurlijk niets uit. De bewoner werd op straat gezet. Deze schrijnende gevallen kunnen we met een preventief huisbezoek voorkomen. Met de meeste woningbouwverenigingen bestaat er inmiddels een goede relatie.’ Kleine handicaps kunnen grote gevolgen hebben. Geld pinnen is vaak onmogelijk, de ogen zien het beeldscherm niet goed, de vingers kunnen de toetsen niet meer bedienen of alleen al het gevoel van onveiligheid dat je op een winderige straathoek bevangt. Hoe kom je dan aan contant geld? Ouderenwerkers hebben al eens mensen aangetroffen zonder ook maar iets eetbaars in huis. Wie neemt het over? Een goede buur of zelfs de eigen kinderen zijn niet altijd te vertrouwen. Zij steken het geld of een deel ervan maar al te gemakkelijk in eigen zak. Medewerkers van de thuiszorg mogen om die reden geen geld pinnen voor hun cliënten. De wijkpost heeft daarom de geldservice opgezet. De oudere schrijft een bedrag over naar een tussenrekening van de wijkpost, waarna een medewerker dat bedrag opneemt en teruggeeft. Controleerbaar en het werkt. Sinds kort zijn er voor de eerste generatie allochtone ouderen medewerkers in dienst die afkomstig zijn uit de eigen bevolkingsgroep. Zolang ze nog gezond en goed ter been zijn, brengen deze mensen vaak een deel van het jaar door in hun land van herkomst. Activiteiten vinden daarom grotendeels ’s winters plaats. Ook voor deze groep is het belangrijk om problemen op tijd te signaleren en te besluiten hoe het verder moet.
Bezuinigingen
Het ouderenbeleid is succesvol. Doordat de mensen langer zelfstandig wonen verschuift de aandacht van de wijkpost naar degenen met een complexe problematiek. Mensen die bijvoorbeeld geldzorgen en gezondheidsklachten hebben en daarnaast in een huis wonen dat niet langer geschikt voor hen is. Dankzij de preventieve huisbezoeken kunnen zij nu daadwerkelijk beschikken over de hulpmiddelen en diensten die speciaal voor hen ontwikkeld zijn. Het effect van de nieuwe aanpak heeft de verwachtingen zelfs overtroffen. De kosten die met de huisbezoeken gepaard gaan, zijn uiteraard niet gering. Om alle plannen te kunnen verwezenlijken heeft de Centrale Stad over 2003 de subsidie eenmalig verdubbeld. Op basis van de goede resultaten heeft de wijkpost een begroting voor dit jaar opgesteld vanuit het idee dat het stadsdeel Oud Zuid ongeveer de helft van het bedrag, 77.418, zou bijdragen. Dat dit niet gebeurt, is dan ook een bittere pil. Rebattu is getergd. Hij is van mening dat het stadsdeelbestuur met de ondertekening van het Convenant Basispakket Ouderenvoorzieningen, de overeenkomst waarin de huisbezoeken zijn geregeld, een inspanningsverplichting is aangegaan. ‘Het stadsdeel onderschrijft ons beleid, maar weigert de gevolgen daarvan, de uitvoering mogelijk maken door de toekenning van subsidie, te aanvaarden. Misschien moeten we in de toekomst een deel van onze eigen inkomsten genereren.’Hij verwijst naar de komende generatie oudere tweeverdieners, die een pensioen hebben opgebouwd en tegen betaling een ‘zorgpakket’ kunnen afnemen. ‘Voor nu zijn de gevolgen van de bezuinigingen enorm. De leeftijd van de mensen die een bezoek van ons krijgen, moet drastisch omhoog, van 75 naar 80 en in plaats van eens per jaar komen onze medewerkers eens per anderhalf jaar langs. Geld om de extra vraag naar diensten op te vangen is er niet, voor de thuisadministratie en ouderenadviseur zullen daarom wachtlijsten ontstaan. Juist de mensen die het ’t meest nodig hebben, die geen politieke vuist kunnen maken, zijn de dupe. Bovendien verbrokkelt het beleid wanneer het budget per stadsdeel verschilt. Wat in de ene wijk mogelijk is, kan in de andere niet. Amsterdam heeft altijd een voortrekkersrol vervuld wat betreft het ouderenbeleid. Het systeem van wijkposten waardoor zorg op maat kan worden geleverd, kreeg pas veel later navolging in andere steden.’ Deze waardevolle traditie staat nu onder grote druk.
Achtergrond
Ouderen wonen tegenwoordig tot op hoge leeftijd zelfstandig. Dat gaat meestal uitstekend, zelfs wanneer er lichamelijke of geestelijke handicaps ontstaan. Dan is het een uitkomst als de ouderenconciërge een lamp komt vervangen omdat je zelf het trapje niet meer op kunt. Dat er iemand is die je helpt met het aanvragen van de huursubsidie of dat de maaltijd aan huis wordt gebracht. De Wijkpost voor Ouderen fungeert als de spin in het web van al die regelingen en voorzieningen waarvan ouderen, en dat geldt al vanaf 55 jaar, gebruik kunnen maken. Begin 2004 zijn de zorgen van de medewerkers niettemin groot. Door een halvering van de subsidie komt de toegang tot het voorzieningenpakket voor juist de oudste bewoners van de Pijp in gevaar.