Safiera Möller interviewt Lieke Thesing

(Wethouder Jeugdzorg en Onderwijs)

´Ik ben Safiera Moller Costa, 19 jaar oud en ik woon mijn hele leven al in Amsterdam Oud-Zuid. Via een vriendin van mijn moeder ben ik in contact gekomen met Streetcornerwork. Dit was in eerste instantie alleen om mij te helpen bij het solliciteren naar een stageplek in het kader van mijn opleiding Sociaal Pedagogisch Werk. Ze hebben mij geholpen om een goed C.V. op te stellen. Omdat ik last heb van faalangst, heeft mijn begeleidster me moed ingesproken en heb ik bij streetcornerwork ook een sollicitatietraining gevolgd. Hierdoor heb ik een stageplek gevonden bij Alexandria, een opvang voor dak- en thuisloze tienermoeders. Daarnaast is mijn thuissituatie erg problematisch. Daarom ben ik sinds kort aangemeld bij Begeleid Wonen Amsterdam. Ik heb dus zowel privé als in mijn werk ervaring met jongeren met problemen.´

» Welk beeld heeft u van de jongeren in Amsterdam Oud Zuid?
Ik heb een positief beeld van de jongeren in dit stadsdeel. Ik vind het onzin dat jongeren gelijk staat aan problemen en het woord ‘ hangjongeren’ wil ik niet meer horen. OudZuid staat bekend als chique, maar er zijn af en toe ook problemen. Dat is jammer en daar moeten we snel iets aan doen. Daarom is het goed dat Streetcornerwork er is, daar ben ik blij om. Ik zie dus wel dat er jongeren zijn met problemen.

» U ziet dus wel het verschil tussen bijvoorbeeld de Diamantbuurt en chiquere wijken?
Die zie ik zeker: verschillen in opleiding, het inkomen van de ouders, verschillen in de buurt en de voorzieningen die er zijn. Op scholen in andere buurten bestaan ook problemen. Andere problemen, maar ze zijn er wel. Jongeren zijn mensen op zich, hun gedrag en problemen hangen vaak van hun omstandigheden af.

» Hebt u zelf ervaring met jongeren tussen de 13 en 23 jaar oud. Of spreekt u wel eens met jongeren uit de buurt?
Ik praat regelmatig met jongeren en ben ook wel eens met Streetcornerwork mee geweest. Ik praat zowel in jongerencentra met ze als op scholen. Ik zit hier wel mooi op een kantoor aan het Vondelpark, maar meestal ben ik niet hier. Vergaderen doe ik ook liever op locatie. Bijvoorbeeld in jongerencentra, want daar komen jongeren zodat je die tegelijk ook zelf ziet.

» Wat weet u van de dak- en thuisloze jongeren in dit stadsdeel?
Weinig. Met deze groep kom ik veel minder vaak in contact. Misschien weet ik er wel te weinig van af. Ik hoor wel veel via mijn broer, die werkt ook bij Streetcornerwork in Zuid-Oost, maar ik hoor weinig vanuit mijn eigen buurt. Misschien is het goed om daar iets mee te doen.

» Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen van de jongeren in dit stadsdeel?
Ik zie tegenstellingen tussen groepen jongeren en bewoners. De jongeren hebben aan Buurtcentrum De Pijp bijvoorbeeld een mooi buurthuis, maar jongeren zeggen hierover weer ‘jullie willen ons daarin wegstoppen’. Ik zie ook een scheiding tussen jongeren onderling. De verschillen tussen zwarte en witte scholen bijvoorbeeld, dat vind ik een probleem.

Wat betreft concrete problemen ben ik heel actief bezig met het voortijdig schoolverlaten. Als je je schoolopleiding niet afmaakt, heb je geen basis om aan werk te komen en glijd je verder af in ellende. Dit gaat vaak van ouders op kinderen over.

Daarnaast vind ik het blowgedrag van jongeren erg problematisch. Af en toe een jointje roken is geen probleem, dat heb ik zelf ook wel eens gedaan, maar het blowen van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat is zorgwekkend. En het gaat mij niet om de overlast die dit veroorzaakt, maar om de jongeren zelf. Gedragsveranderingen zijn hierin belangrijk, het gaat om de onderliggende problematiek.

» Waar hebt u de afgelopen tijd aan gewerkt op het gebied van jeugd & veiligheid en wat is uw belangrijkste doel op het gebied van jongeren voor het komende jaar?
Zoals ik net al zei, ben ik actief bezig met het voortijdig schoolverlaten. Streetcornerwork is hierin een belangrijke taak gegeven, vooral op het gebied van risicojongeren. Maar ook de scholen zelf, vooral de ROC’s hebben hierin een grote rol. Ook als jongeren niet meer leerplichtig zijn. Jongeren moeten hun opleiding afmaken; ze moeten binnenboord blijven tot hun 23ste jaar.

» Gelden deze plannen alleen voor Stadsdeel Oud-Zuid?
Nee, dit geldt voor heel Amsterdam. In Oud-Zuid zitten bijvoorbeeld twee keer zoveel jongeren op school als er wonen en veel jongeren uit OudZuid zitten weer in andere stadsdelen op school. Je kunt dit dus niet per stadsdeel regelen, helemaal niet als het om voortgezet onderwijs gaat. Er bestaat een stedelijke werkgroep waarin gepraat wordt door scholen, maar ook jeugdzorg zit erin, alle instanties die betrokken zijn bij jongeren zitten bij deze overleggen. Maar we moeten ook zorgen voor goede voorzieningen buiten de scholen; buurtcentra zijn belangrijk, dat hoort er allemaal bij. We doen bijvoorbeeld zo verschrikkelijk veel in de Diamantbuurt, als je kijkt wat daar de afgelopen tijd allemaal gebeurd en opgezet is, krijg je een hele waslijst. Nu is deze buurt gelukkig weer positief in het nieuws, maar er was daar veel aan de hand.

» In Stadsdeel Oud-Zuid is vrij veel te doen voor de jeugd. Er worden in verschillende buurthuizen veel activiteiten georganiseerd. In de buurthuizen komen wel steeds dezelfde vaste groepjes jongeren. Hierdoor vermengt de jeugd uit bijvoorbeeld de Diamantbuurt zich helemaal niet met de jeugd uit de stadionbuurt. Wat vindt u daarvan?
Dat vind ik ook heel jammer. Ik snap dat jongeren in hun eigen buurt willen blijven als ze jonger zijn en er zijn weer grootstedelijke voorzieningen voor als ze ouder zijn. Maar het ligt ook aan de jongeren zelf, ik hoor bijvoorbeeld van jongeren uit de Diamantbuurt dat ze Buurtcentrum De Pijp al te ver vinden. We hebben een tijdje geleden een jongerenparlement opgezet, zoiets zou ik bijvoorbeeld ook grootstedelijk willen doen.

» Ook is het jongerenwerk in Zuideramstel strikt gescheiden van dat in Oud-Zuid. Hierdoor zijn wij bijvoorbeeld niet welkom in het buurthuis van de Rivierenbuurt en andersom, terwijl deze buurten alleen maar door een brug gescheiden worden. Waarom is dat?
Hier ga ik wel wat van zeggen. Ik vind dit soort scheidingen erg vervelend, zowel van andere instellingen als van instanties die met jongeren werken. Dit ga ik even met collega’s bespreken, want volgens mij is dit niet zo bedoeld.

» Ja, want ik had vroeger bijvoorbeeld veel vriendinnen in de Rivierenbuurt, omdat ik zelf net aan de brug woonde. Als ik met hun naar buurthuis ’t Plein ging, mocht ik vaak niet naar binnen omdat ik uit Oud-Zuid kwam.
In Oud-Zuid hebben wij zelf een heel groot buurtcentrum zitten. Jongeren willen juist meer dingen op verschillende plekken in de buurt, bijvoorbeeld ruimtes in huiskamersfeer, en niet persé een groot buurtcentrum.

» Ik sta sinds kort op de wachtlijst van Begeleid Wonen Amsterdam. Voordat ik een eigen plek krijg toegewezen, moet ik ruim een jaar wachten. Ik zou kunnen kiezen voor een overbruggingsplek of een ander soort tijdelijke opvang, maar het type jongeren dat daar gebruik van maakt past niet bij mij. Al deze plekken worden bewoond door dakloze jongeren, die echt op straat wonen en dus ook niet douchen bijvoorbeeld. In Oud-Zuid is er juist veel sprake van thuisloze jongeren. Thuisloze jongeren verschillen wezenlijk van dakloze jongeren, omdat ze het echte straatleven niet gewend zijn maar wel veel problemen hebben. Zal er de komende tijd specifieke aandacht besteed worden aan thuisloze jongeren?
Geschikte veilige, hygiënische plekken voor de groep thuisloze jongeren zijn er niet, dat weet ik, ik ken het probleem. Ik zeg niet dat het snel opgelost gaat worden, maar we zijn bezig met het ontwikkelen van een nieuw woningbeleid. We willen dat er een aantal woningen beschikbaar gesteld wordt voor jongeren; plekken met begeleiding. We zijn bezig om de woningcorporaties daartoe over te halen. Sommige jongeren moeten uit hun ouderlijk huis weg om een basis te hebben voor hun toekomst. We willen zulke plekken als verbinding hebben tot BWA en daar willen we in Oud-Zuid aan gaan werken.

» Op mijn stage zie ik bijvoorbeeld de wachtlijsten voor Alexandria.
Meiden die geplaatst worden hebben dan in de tussentijd al teveel meegemaakt omdat ze geen veilige plek hebben. In Stadsdeel Oud-Zuid is hier helemaal niets voor.
Dat weet ik. Daarom moeten er aparte maatregelen komen, ook voor deze groep.

» Voor bijna elke opvangplek bestaan er lange wachtlijsten. Voor een plek in Alexandria waar ik stageloop, moeten jongeren zes tot tien maanden wachten. Andere opvangplekken hebben meestal ook een wachtlijst, zelfs de noodbedden. In Oud-Zuid is er vrijwel geen opvang. Gaat u hier aandacht aan besteden?
Hier wordt binnenkort over gepraat. Ik ga hiervan een aparte opdracht maken. Van de projectcoördinator van Streetcornerwork heb ik al veel informatie hierover gekregen en daar gaan we naar kijken.

» Terwijl dak- en thuisloze jongeren meestal op meerdere gebieden problemen hebben, moeten ze toch aan veel eisen voldoen om in aanmerking te komen voor begeleid wonen. Ze moeten bijvoorbeeld twee jaar ingeschreven staan in Amsterdam, nogal een vreemde eis om aan dak- en thuisloze jongeren te stellen. Hierdoor komen ze vaak niet in aanmerking voor begeleid wonen. Erkent u dit probleem en heeft u over een oplossing nagedacht?
Dit is één van de dingen waar tegenaan gelopen wordt inderdaad. Daar heb ik het met iemand over gehad op een bijeenkomst van Streetcornerwork. Er vallen een aantal jongeren buiten de boot, terwijl BWA wel plekken heeft. Deze keten moeten we sluitend maken.

» Daarnaast moeten jongeren een bepaald inkomen hebben en hun schulden moeten geregeld zijn. Ook voor schuldhulpverlening moeten jongeren ingeschreven staan. Dat terwijl veel jongeren met schulden worden uitgeschreven door dreiging van deurwaarders. Gaat hier de komende tijd iets aan gebeuren?
Ik zal hier ook aandacht aan geven.

» De afgelopen maanden is er in de media veel aandacht besteed aan pinpasfraude. Jongeren worden verleid en soms zelfs gedwongen om hun rekening beschikbaar te stellen voor criminele praktijken. Wanneer de politie of bank erachter komt, wordt de bankrekening geblokkeerd en mogen jongeren nooit meer een bankrekening openen bij welke bank dan ook. Hierdoor krijgen zij nooit meer de kans om in de toekomst zelfstandig hun financiën te beheren. Vindt u dit geen te zware straf en denkt u niet dat jongeren op deze manier juist blijven hangen in het criminele circuit? Een eerlijke baan wordt namelijk moeilijk als het salaris niet kan worden overgemaakt op een eigen bankrekening.
Hoe gaat die pinpasfraude dan precies in zijn werk? Wat moet ik me daar bij voorstellen?

» Nou, bijvoorbeeld aan een vriendin van mij werd gevraagd door een paar jongens, of zij een groot bedrag geld op haar rekening mochten storten, zodat ze het daarna via haar weer konden overmaken op een andere rekening. Zij dacht dat ze daarmee niks verkeerds deed, want zij had het geld niet gestolen. Maar de bank kwam daarachter en nu mag ze nergens meer een rekening openen omdat ze op zo’n zwarte lijst staat.
Dit is iets wat ik bij de zorgcoördinator van de Ketenunit moet aankaarten. Ik snap wel dat zoiets niet mag en dat het straf verdient, maar niet voor de rest van je leven. Ik zal dit ook even gaan uitzoeken.

» Onderwijs en scholing zijn erg belangrijk voor jongeren. Nu is het zo dat jongeren die zich slecht gedragen op school of problemen hebben naar een lager niveau gezet worden. Jongeren die van school gestuurd zijn, kunnen zelfs alleen maar naar ROC niveau 1. Denkt u niet dat dit zorgt voor meer schooluitval onder jongeren die een hoger niveau aankunnen? Worden er in de toekomst voorzieningen getroffen zodat jongeren met gedragsproblemen toch op een hoger niveau een opleiding kunnen volgen?
Dit soort dingen zijn absoluut niet de bedoeling. Ik kan me best voorstellen dat jongeren op deze manier af en toe afhaken. We zijn de laatste tijd bezig om opleidingen aan elkaar te schakelen. Maar hoe ziet jouw schoolcarrière er dan precies uit? Daar ben ik nu wel benieuwd naar.

» Ik heb in de eerste klas eerst HAVO/VWO gedaan en toen MAVO/ HAVO. Door problemen thuis ben ik naar de tweede klas van de MAVO gegaan. Toen ben ik blijven zitten en daarna ben ik weer blijven zitten. Voor de tweede keer blijven zitten mocht niet meer, dus ben ik toen naar het MBO gegaan en heb ik mijn kaderdiploma gehaald. Op het MBO heb ik wel mazzel gehad, want ik mocht aan de hand van toetsen uiteindelijk naar niveau 4. En nu doe ik dus de opleiding tot Sociaal Pedagogisch werk.
We willen naast uitstromers nu ook meer gaan letten op afstromers. Dan moeten we kijken naar de bewegingen van leerlingen, ook al zit de leerplicht er niet op. We zijn nu nieuwe beleidslijnen aan het uitzetten zodat er meer aandacht wordt besteed aan ontwikkelingslijnen van leerlingen. Dit punt is dus al onder de aandacht.

» Ja, want ik had nu eigenlijk al in 2 HBO kunnen zitten. En wat ook raar is, is dat PPI (Preventieve Pedagogische Interventies, red) scholen geen landelijke examens hebben, zodat je niks aan de cijfers hebt die je daar gehaald hebt.
We zitten bovenop dit soort dingen, want we moeten met betere resultaten komen op het gebied van scholing. Er zitten nog wel wat gaten in het nieuwe beleid, maar daar wordt hard aan gewerkt. Eigenlijk zouden we een beleidsoverleg moeten plannen met Streetcornerwork. Dit doen we ook regelmatig met Combiwel dus dat zouden we ook met hun moeten doen.


www.streetcornerwork.eu