Ramadan in de Pijp: een innerlijke zoektocht

De Moskee Arrahman, Markez Dawat Tableegh in de Van Ostadestraat

De halve maan staat boven de Van Ostadestraat, als de verslaggever de Moskee Arrahman, Markez Dawat Tableegh binnentreedt. Het is vrijdagavond 2 juni 2017. Een reportage en terugblik nu de vastenmaand achter de rug is.

Geruisloos beweegt de verslaggever door de donkere gebedszaal, waar mannen in gewaden bidden in rustgevende stilte. Hij komt precies op tijd, het vasten wordt gebroken. In de eetzaal wachten de moskeebezoekers kommen pittige soep en tajine met Marokkaanse lamsschotels.

Zittend aan de maaltijd, komen de moeilijkheden van het vasten voorbij. Het is lastig deze maand, waar je in Nederland alleen mag eten van 22:00 tot 03:00 uur. Wat doe je tussen de maaltijden door, midden in de nacht? De moskeebezoekers antwoorden eensgezind: “Slapen en vroeg opstaan” en “wakker blijven”, klinken door elkaar heen.

Imam Said, gekleed in lang blauw gewaad, neemt na het eten plaats op een stoel in de gebedzaal. Het wordt drukker. Jonge moskeebezoekers betreden de ruimte, groeten elkaar en kijken op hun telefoon. Sommigen duiken op de grond en geven zich over aan een gebed.

Said merkt dat jongeren serieuzer omgaan met de ramadan: “Ze worden geprikkeld door verlokkingen van de samenleving. Degenen die hier komen zoeken rust en willen een vredig bestaan. Tegelijkertijd zijn ze angstig zich helemaal over te geven aan de islam.” De imam vouwt zijn handen op schoot en kijkt door de zaal: “Ze denken dat de islam saai is. Dat je moet trouwen en kinderen moet krijgen, en daarmee je leven afgelopen is.” Ten onrechte, vindt hij: “De islam schenkt je vertrouwen. Een geloof dat je kan vasthouden. Het geeft je kracht, liefde en steun.”

De moskee werkt samen met andere islamitische organisaties: “We steunen elkaar, ook financieel. Laatst kwam hier een delegatie van een Somalische moskee uit Amsterdam Noord. Ze vroegen om een donatie voor de hongersnood in hun land. Deze brengen we hier bij elkaar.” De islamitische hulp reikt verder: “Ook burgemeester Van der Laan schreef ons een brief met de mededeling dat longkanker bij hem is geconstateerd en is uitgezaaid. Hij vroeg ons voor hem te bidden.”

Voor de imam is de moskee geen debatclub. Hij besteedt geen aandacht aan de onrust in Marokko, waar Riffijnen bijna dagelijks protesteren tegen sociale ongelijkheid. “In de politiek strijdt iedereen voor zijn eigen belangen. Het leidt alleen maar tot conflicten. Rel schoppen in de stad en stenen gooien, wat heb je eraan?” De imam krijgt een knuffel van een oudere moskeebezoeker en vertelt verder: “De islam is juist voor vrede. Om deze reden drukken we de mensen hier op het hart. Houd je rustig.”

Zeker in de vastenmaand hebben de moslims het al druk genoeg. Vanwege de zomer begint het bidden vroeg. Al voor vier uur. “Ramadan moet je ervaren”, weet de imam: “Wil je weten hoe het wordt beleefd? Vast dan mee. Voel het, beleef het.”