Pakjesdolheid: ook een eigentijds virus

Yasin aan het werk

Daar lig ik dan. Mijn neus raakt de vieze vloer van onze gang. De punt van mijn laars is blijven hangen in de lus van een plastic webwinkelzak. In ons pand wordt er rijkelijk internet-gewinkeld. En daar ervaar ik weer eens de consequenties van. Driftig krabbel ik op. Welke buur is schuldig? De vrouw van één hoog, dat dacht ik al. Volgens mij lijdt ze aan pakjesdolheid, samen met je-weet-wel echt zo een virus van nu. Soms is het raak met wel drie (!) pakketjes per dag. En ze is niet de enige.
We bestellen massaal, mensen. Allemaal.

Luxe XL
De klik op het digitale winkelwagentje bespaart ons tijd. Niks van je bank afkomen, niks lopen door de regen, kleding passen in een benauwd hokje, bang zijn om ziek te worden, te veel betalen en niks rekening houden met openingstijden. Geen verzendkosten, scherpe prijzen, binnen 24 uur in huis en de veiligheid van thuis. Altijd op jouw deurmat. Wanneer je maar wilt, waar je maar wilt en hoeveel je maar wilt. The only limit is your credit card. Voelt zo normaal, maar is natuurlijk luxe XL.

Onder de loep
Iemand die deze manier van winkelen mede mogelijk maakt is Yasin. Hij bezorgt pakketjes voor de helft van postcode 1072. Per dag brengt hij er tussen de tweeen driehonderd rond. Dat klinkt misschien niet zo imposant, maar weet dat sommigen onder ons het pakketje bij een postpunt laten bezorgen, of dat een ander postbedrijf hun pakketje brengt. Terug naar Yasin. Hij ontvangt een vast bedrag voor ieder adres waar hij één of meer pakketjes aflevert. Dus: bij hoe meer adressen Yasin aan moet bellen, hoe meer hij verdient. Desondanks vindt Yasin dat mensen hun bestelgedrag best wel eens onder de loep kunnen nemen. “Als je al vier jasjes hebt, en je bestelt er nog vier bij is dat gewoon overbodig. Vraag jezelf af; heb ik dit echt nodig?” Tja, wanneer hebben we iets écht nodig? Kunnen we daar eigenlijk nog wel eerlijk antwoord op geven met al die digitale verleidingen?

In de bus
De dag dat ik Yasin interview regent het. We schuilen in zijn witte bus die hij altijd voor mijn deur parkeert. Toen ik hem een tijdje geleden voor de deur zag, zette ik een kopje koffie voor hem. "Zo een kopje heeft veertig jaar lang waarde", vertelde hij. De week daarop belde Yasin aan en vroeg of ik even tijd had om naar beneden te komen. Dat had ik wel. Hij gaf me een zakje met zelf geplukte kersen. Nu we in zijn bus zitten vraagt hij of ik iets wil drinken en tovert verschillende blikjes en een flesje water tevoorschijn. Met een warm gevoel en een flesje in mijn hand ga ik door met vragen. “En Yasin, vind je al dat online bestellen niet super slecht voor het milieu?” Ik wijs naar de kartonnen dozen die tegen de vuilniscontainers naast de Starbucks staan. “Tja, aan de verpakkingen kan ik niets doen. Maar wat ik wel in de hand heb is hoe ik mijn bus gebruik. In plaats van rond te rijden, loop ik veel. Dus ik laad hier mijn kar vol en breng de pakketjes te voet rond.” Dat Yasin dat doet is niet alleen beter voor het milieu, maar voorkomt ook overlast voor het verkeer en filevorming in onze krappe straten. “Een volgende stap zou een elektrisch busje kunnen zijn”, opper ik. Yasin lijkt dat wel wat. Maar zijn een bus en een kar nog wel voldoende als de pakjesdolheid in dit tempo verder groeit?

Sneller en massaler
Het ziet er niet naar uit dat we binnenkort voor dit virus een vaccin vinden. Wat betekent dat? Yasin fantaseert erop los. Misschien worden pakketjes dan met een drone afgeleverd: in plaats van het pakketje op je deurmat, afgeleverd op je balkon. Of worden er dan tunnels gegraven die verbonden zijn met distributiecentra. Alles gebeurt ondergronds. Misschien leveren voorgeprogrammeerde robots de pakketjes bij je af. Wat het ook wordt, het zal nog sneller en nog massaler zijn. En wat betekent dat voor Yasin? Een nieuwe baan. Wat betekent dat voor mij? Nog beter kijken als ik de gang binnenstap. En voor de buurvrouw van één hoog? Ik denk dat zij het wel ziet zitten.