“Je kunt nooit moe worden in De Pijp”

Abdou Menebhi

Het pleintje is opgebroken, de jaren negentig flatjes zijn met Esscherachtige trappen aan elkaar verbonden. Abdou reageert met zachte stem op de bel beneden. Aan de achterzijde bovenaan is de ingang van zijn appartement. Staande op de overloop word ik verrast door uitzicht op de prachtige binnentuin, waar buurtbewoners kleine percelen vol met planten en bloemen onderhouden. Aan de overkant de achterkant van het Huis van de Wijk, waarin ook het Wijkcentrum zetelt.

Schoenen uit en door naar de huiskamer, gedomineerd door een boekenkast vol boeken, foto’s en wat mensen nog meer in zo’n kast zetten: cactussen, beeldjes, kindertekeningen, documenten. Bescheiden, maar met gepaste trots wijst Abdou naar een van de documenten: hij is geridderd. Twintig jaar geleden al.

Gastarbeiders
Abdou Menebhi vertelt: “Ik kwam uit een dorp bij Tanger en wilde naar Nederland. Uit economische motieven en omdat ik meer vrijheid wilde, Marokko was een dictatuur. Daarom wilde ik als enige uit een grote familie naar Europa. Een Nederlands bedrijf wierf Marokkaanse arbeiders in die tijd. Daarvoor moest je naar een keuring. Daar zeiden ze dat ik te jong was. Dus ik sloot met een vals geboortebewijs opnieuw aan achter in de rij en kreeg te horen dat ik te klein was. Jammer, dat kon ik niet veranderen. Zo kwam ik in 1970 als achttienjarige via een Frans bedrijf in Parijs terecht. Daar kon ik een studie elektrotechniek doen. Ik kwam er in aanraking met de sterke vakbeweging en werd zo politiek geschoold. Parijs was vol marxisme. Ik werd een van de vakbondsorganisatoren. In Nederland was nog geen Marokkaanse beweging, maar mensen van het Buitenlandse Arbeiders Kollektief, die zich inzetten voor de positie van gastarbeiders, vroegen me hierheen te komen als gastactivist. ‘Gastarbeiders’ – zo werden we toen nog genoemd – woonden in slechte omstandigheden in pensions, met zijn tienen op een kamertje. Rond de Weteringschans en in De Pijp. Een van de eerste acties werd die tegen uitzetting van de zogenaamde 182 kerkmarokkanen. Dat waren mannen die hier illegaal aan de slag waren en veiligheid hadden gezocht in een kerk. l’Histoire se répète, zeggen de Fransen. Het is nu weer even actueel als toen.”

Vijftig jaar ervaring
“Vanaf 1978 vestigden we het KMAN, het Komité Marokkaanse Arbeiders in Nederland, aan de Ferdinand Bolstraat. Er was ook een door de Marokkaanse overheid gesteunde groep die probeerde ons de voet dwars te zetten. Die Amicales kwamen ons daar belegeren. We hadden ons gebarricadeerd en hebben twee weken min of meer opgesloten gezeten. Gelukkig greep de toenmalige burgemeester Samkalden in en werden we ontzet. Er was ook heel veel steun uit de buurt; er waren zoveel betrokken buurtbewoners. Solidariteit was vanzelfsprekend. Dat is nu toch heel anders. De Pijp is geen arbeidersbuurt meer, maar een yuppenbuurt, middenklasse. Veel oude Pijpbewoners zijn verhuisd naar Almere of NieuwWest. De vrije markt heeft het overgenomen. De wijk is nog even internationaal, maar internationale solidariteit is nu internationale business. Het oude sociale leven beperkt zich tot een paar straten. Zoals in de Diamantbuurt en aan de Ruysdaelkade. Daarbuiten is er veel minder verbinding met elkaar. Economisch gaat het beter, maar sociaal niet. Tegelijkertijd is er wel enorm veel dynamiek. Bewonersgroepen die zich inzetten voor voorzieningen en voor behoud van het karakter van de wijk. Dat is vooral pragmatisch. Ik zie een lobbycultuur van deelbelangen die onder de aandacht worden gebracht. Weinig totaalvisie. De voortdurende verandering van de structuur van de democratie in de wijken helpt ook niet mee. Waar liggen nu de verantwoordelijkheden? Bij het stadsdeel, de centrale stad? En dan moet vijftig jaar ervaring van het Wijkcentrum met bewonersondersteuning ineens weg? Het lijkt meer op een liberale aanpak dan werkelijke democratie van onderaf. Alles wordt geindividualiseerd en gecommercialiseerd. De invloed van projectmanagementbureaus is enorm. Wat staat er nou centraal, de mens of de zaak? Het college-akkoord bevat echt mooie woorden over democratie, maar de uitvoering strookt er niet mee, die is vooral centralistisch.”

Racisme
“Ik mis ook een visie op de toekomst, nu het coronavirus grotere groepen in de armoede stort en ik meer polarisatie en nationalisme zie. Je kunt nooit moe worden in De Pijp. Er is veel te doen. Ik heb het altijd druk. Actie was en is mijn sociale leven. Zo voerden we de rechtszaak tegen Wilders over zijn minder Marokkanenuitspraak. Die hebben wij aangespannen als Euro-Mediterraan Centrum Migratie & Ontwikkeling(EMCEMO), voortgekomen uit KMAN. Ik ben daar voorzitter van. Actie tegen racisme blijft vreselijk nodig. Hoe serieus is de aandacht daarvoor?”

Op het balkon voor wil Abdou even een sigaretje roken: “Dat mag alleen buiten.” Ik haal mijn schoenen uit de hal, omdat het balkon kletsnat is. We kijken samen uit over de straat en ik noem de openbare kunstwerken lelijke monsters. Abdou heeft er geen mening over. Later, op weg naar buiten, passeer ik een paar etages lager opeengestapelde pakketten commerciële folders. Daarover heeft Abdou vast wél een mening.