Inburgeren met De Pijp Krant

Bewoner: José Strop Woont in De Pijp sinds: 1992 Leeftijd: 54 jaar

Wat doet u zoal deze week?
Ik heb in mijn eigen tuin een nieuw konijnenverblijf getimmerd. Verder heb ik gelezen en een sok afgebreid. Met vier pennen, want met een rondbreipen werd het te strak. Het is meer een slof geworden. Een beetje groot, maar voor de winter is het heel prettig. Op maandag, dinsdag en woensdag werk ik op de kinderboerderij.

Wat heeft u gisteravond gegeten en hoe kwam u daaraan?
Gisteren waren de ‘motten’ bij mij. Zo noemen we ons, drie vrouwen die met wol werken. Afwisselend zitten we bij één van ons thuis te breien en te haken. We hadden allerlei hapjes, stokbrood, humus en tzatziki. Iemand had lekkere wijn meegenomen. Van tevoren spreken we niets af dus er blijft altijd eten over. Maar dat komt wel weer op.

U woont al 20 jaar in De Pijp. Waar woonde u hiervoor?
Als baby in Amsterdam Slotervaart en als kleuter in Bennebroek, net onder Haarlem. In de jaren zestig zijn we alweer teruggekomen naar Amsterdam, want mijn vader stond toen al in de file. Met een onderbreking van vijf jaar woon ik nu alweer al twintig jaar in De Pijp.

Hoe kwam u bij de kinderboerderij?
Ik had thuis een konijn over en dat heb ik naar de kinderboerderij gebracht. Ik vond het er zo leuk dat ik er vrijwilliger ben geworden. Dat was in 1988. Er waren minder dieren, de pony’s en de ezels waren er nog niet. Ook de educatieve ruimte is pas later gekomen. Nu heb ik hier een betaalde baan en met alle dieren, het terrarium en aquarium moet ik hard rennen om het werk gedaan te krijgen. Maar het is heerlijk om buiten te werken in dit kleine paradijsje midden in de stad. Gelukkig hebben we meer dan twintig vrijwilligers die helpen met voederen, hokken schoonmaken en de kinderactiviteiten. Soms gaan ze met de beesten naar het verzorgingstehuis. Dan worden de kip, de cavia en het konijn bekeken en geaaid. Mensen met dementie hebben er baat bij.

Wat is nou eigenlijk leuk aan De Pijp?
Dat het heel dorps kan zijn. Bij het Therèse Schwartzeplein waar ik woon hebben de voortuintjes iets kneuterigs. Er wordt zelfs nog op straat gespeeld. Het heeft iets van vroeger. Ik vind de markt ook leuk. Ik koop er mijn kleren. Dat deed ik vroeger in de Kalverstraat, maar daar kom ik nu niet meer.

Wat laat u uw bezoek zien van De Pijp?
De kinderboerderij. Ze zijn altijd weer verrast over dit groene beestengebeuren achter het poortje. En ook over de tuin. Voor de kinderen zijn de heggetjes op ooghoogte. Daarom wordt die ook wel de doolhof genoemd. Voor hen is het leuk dat er ook een kinderspeelplaats is. Kinderen zijn na een poosje met de dieren uitgeaaid. Hun spanningsboog is kort.

Wat is uw favoriete plek in De Pijp?
Mijn eigen tuin, mits het daar rustig is. In potten heb ik allerlei struikjes. Achter gaas, zodat mijn konijnen ze niet opeten. Ik vind het fantastisch om een tuintje te hebben. Vroeger had ik een huisje op een tuinencomplex maar dat was toch veel onderhoud, veel regels en hard werken in het weekend. Nu kom ik thuis en kan ik lekker nog iets drinken voor de zon achter de gevels verdwijnt. Als ik zit te lezen of breien hoor ik bijna niets. Het kan er heel rustig zijn.

Wat is beslist vervelend aan De Pijp?
Dat toch niet iedereen met een hond bereid is de poep op te ruimen. En dat het er heel druk en hectisch kan zijn. Vooral het verkeer. Dan zie ik mensen aan de Ceintuurbaan op hun balkonnetjes zitten. Ik zou er gek van worden. Het is een gordel van diesel. Ik probeer die straat te vermijden als ik op de fiets zit.

Welke verslaving heeft u?
Roken. Maar ik ben bang dat ik veel ga snoepen als ik stop met roken en een rond tonnetje zal worden. Ik ben een grazer die de hele dag maar door eet. Snoepjes, koekjes en crackertjes met een stukje kaas. Als ik uit eten ga eet ik het liefste voorgerechtjes, dus geen groot bord met macaroni. Mijn hele maaltijd zou uit voorgerechtjes mogen bestaan.

Wat zijn uw droomwensen?
Een kleine kinderboerderij zonder bezoekers, die alleen voor mezelf is. En dan echt buiten de stad. Maar ook weer niet helemaal buitenaf. Er moet nog wel een dorp of stadje in de buurt zijn waar ik een lapje stof of een boekje kan kopen. Het mag heel eenvoudig zijn. Een caravan of een opgeknapt schapenschuurtje kan ook.