Inburgeren met De Pijp Krant
Wat hebt u gisteravond gegeten en hoe kwam u daaraan?
Ik heb bulgur gegeten, een vorm van tarwe. Ik haal het altijd bij de jongens, die beneden mij een groentezaak hebben. Ik heb er harissa bij gegeten, een Tunesische pittige tomatensaus. Ook die heb ik bij mijn onderburen gekocht.
U woont 14 jaar in De Pijp. Waar kwam u vandaan?
Hiervoor woonde ik drie jaar in Amsterdam Zuid, bij de Stadionweg. Daarvoor woonde ik in Rotterdam, maar ik ben geboren in Nieuw -Zeeland. Op jonge leeftijd ben ik met mijn ouders weer naar Nederland gekomen. Na de kunstacademie in Breda ben ik via Rotterdam uiteindelijk in Amsterdam terecht gekomen.
Waar gaat uw documentaire over?
Het is een inventarisatie over hoe Zuid Afrika er zeventien jaar na de afschaffing van de apartheid voor staat. Mijn betrokkenheid bij Afrika heb ik al sinds mijn studietijd. Als student van de kunstacademie kwam ik in aanmerking om voor een organisatie een maand in Afrika te werken. Daarna ben ik er vaak naar teruggekeerd, heb er als fotograaf en documentairemaker gewerkt en ben van het continent in de ban geraakt. De dynamiek van mijn reizen vind ik in verdunde vorm terug in de buurt waar ik woon. Die geeft mij soms het gevoel dat ik op reis ben. Ik kan niet goed tegen regelmaat. Voor mij heeft chaos zijn eigen energie, ook dat heb ik Afrika ervaren.
Wat is eigenlijk zo leuk aan De Pijp?
De diversiteit en de dynamiek, zonder dat het is vertrut tot één lange cappuccinogalerie. De buurt heeft een eigen textuur en is nog echt. Ik woon in de Van Woustraat en daar vind je nog oorspronkelijke winkels. Ik weet dat ze uiteindelijk plaats zullen maken voor meer uniformiteit. Wat in het centrum is gebeurd gaat ook in de wijken plaatsvinden en de Coffee Company is er de voorbode van. De Pijp moet zijn diversiteit zien te bewaren en proberen een vertrutting tegen te gaan zoals je die ook in bepaalde wijken in New York en Londen ziet. De stad wordt steeds duurder en duwt gezinnen, jonge mensen en kunstenaars naar buiten.
Wat laat u uw bezoek zien van De Pijp?
Ik werk thuis en vind het leuk er even uit te gaan. Ik neem mensen bijvoorbeeld mee naar Siempre, een tapa’s restaurant dat al sinds de jaren negentig in de buurt gevestigd is en waar ik twee jaar geleden ben getrouwd. Of ik ga met ze naar de Couscousclub, daar kun je voor negen euro eten en daarna voor een tientje bij de buren naar de film. Filmhuis Rialto vind ik echt charmant. Voor minder dan 20 euro een avondje uit, in welke buurt heb je dat nog?
Wat is uw favoriete plek van De Pijp?
Het terras van Mas Tapas, een filiaal van Siempre, en dan in de zomer. Het ligt in de Frans Halsstraat. Een straat met bomen, brede stoepen, horecazaken en een paar heel goede antiquariaten.
Wat is beslist vervelend aan De Pijp?
Het feit dat mijn eigen straat een uitvalsweg is naar de A2 richting Utrecht, waardoor de Van Woustraat zich nooit zal ontwikkelen tot een aantrekkelijke en dynamische winkelstraat. De straat is nu eenmaal het verlengde van de Utrechtsestraat en die is al driehonderd jaar oud. Ik heb zelf geen auto, maar ben niet anti-auto. Amsterdam is een stad in de 21e eeuw en daar horen auto’s bij. De stad helemaal autovrij maken vind ik te truttig.
Welke verslaving heeft u?
Ik zou het niet weten. Maar ik heb wel mijn rituelen, zoals iedere dag koffie drinken met een krant in een café in de buurt. De keuze van het café heeft te maken met welke kranten er op dat moment aanwezig zijn. Ik weet precies in welk café ik om tien uur ’s ochtends de krant als eerste in handen heb. Ik noem het geen verslaving maar een obsessief ritueel.
Wat zijn uw droomwensen?
Mijn wens is dat Nederlanders minder angst hebben voor wat ze niet kennen. En waarom die zorg dat anderen er vandoor gaan met wat jij verworven hebt? En stel je eens voor, Nederland zonder buitenlanders, hoe saai moet dat zijn. Gerard Reve heeft zijn boek de Avonden eind jaren veertig niet voor niets geschreven! Ik vind het zorgelijk dat Amsterdam een soort eiland in Nederland wordt. Er is onderzoek naar gedaan, hoe groter de diversiteit en hoe meer een bevolking samen leeft, hoe minder angst en racisme er in een samenleving heerst. Het verdwijnen van die verschillende authentieke winkeltjes staat dus niet op zichzelf. Diversiteit is belangrijk en De Pijp moet zien die voor de toekomst te bewaren.