Inburgeren met De Pijp Krant
Wat heeft u gisteravond gegeten en hoe kwam u daaraan?
Dolmas’. Dat zijn druivenbladeren gevuld met rijst. Ik heb ze zelf gemaakt. Soms doe ik dat. Als je het warm eet is het een hoofdgerecht. Koud, dan zijn het tapa’s.
U werkt sinds 3 jaar in De Pijp. Waar werkte u hiervoor?
Ik heb altijd in delicatessenzaken gewerkt, winkels gespecialiseerd in lekker eten. Ik werkte bij Nan Delicatessen in de Cornelis Schuytstraat. Die winkel had echt een traditie. Nu heb ik met mijn broer ‘Ankara Market’ in de Van Woustraat, gespecialiseerd in groente en delicatessen. We werken allebei al jaren in de detailhandel en hebben het vak in de praktijk geleerd, begonnen als vakkenvuller bij een supermarkt.
Is het leuk altijd in de winkel te werken?
Voor mij is het een uitdaging. Ik zit al meer dan tien jaar in dit vak. Wat het leuk maakt is dat wij onze klanten kennen. Het zijn mensen uit de buurt. We praten ook over privézaken. We kennen zelfs de kinderen van onze klanten. Die komen bij ons langs om boodschappen te doen. Ze vertellen ons wat ze op school hebben gedaan. Voor mij is het werken in de winkel jezelf zijn. Je brengt jezelf naar buiten. Zo is het ook met het opstellen van de groenten buiten op straat. Daar begin ik ‘s ochtends om vier uur mee en ik ben er uren mee bezig om het er zo mooi mogelijk uit te laten zien. Net zoals de winkels er vroeger uitzagen. Wij proberen de ouderwetse dienstverlening weer terug te brengen. Kwaliteit staat voorop, de klant moet echt tevreden zijn.
Wat is nou eigenlijk leuk aan De Pijp?
Het is net een dorpje, iedereen kent mekaar. Het is gezellig. Dat merk je aan het contact met de klanten, maar ook met de andere ondernemers in de straat. Aan de buurt heb ik ook dierbare herinneringen. Mijn oma woonde hier. Voor haar ging ik boodschappen doen, in dezelfde winkel als waar ik nu samen met mijn broer werk. Dat was leuk, boodschappen voor mijn oma of haar buurvrouw. We kregen er natuurlijk wel een snoepje of een zakcent voor.
Wat laat u uw bezoek zien van De Pijp?
Als ik bezoek heb neem ik ze meestal mee naar het Heinekenplein of het Gerard Douplein om even wat te drinken.
Wat is uw favoriete plek in De Pijp?
Dat is voor mij het oude archiefterrein aan de Amstel. Met vrienden ging ik naar het Gemeentelijk Archief om naar oude foto’s van Amsterdam te kijken. Om te zien hoe het er hier vroeger uitzag. Dat vonden we leuk. Nu is het weg. Ik ben bij het nieuwe archiefgebouw aan de Vijzelgracht geweest, maar ik vind het er te nieuw uitzien. Het gebouw hier aan de Amstel zag er meer als een archief uit. Dat oude trekt mij aan. Van een kennis heb ik een boek gekregen van Anton Pieck. Af en toe blader ik er doorheen en kijk ik naar de tekeningen. Op één ervan zie je een winkelstraat. De winkeliers hebben hun zaken uitgestald, zijn in gesprek met mensen om hun heen en je ziet dat ze hun vak uitoefenen. Het is een beeld om naar te verlangen. Zo hoort het gewoon.
Wat is beslist vervelend aan De Pijp?
Ik kan niet zo snel iets bedenken. Behalve dat de auto’s hier op de Van Woustraat wel erg snel voorbij rijden. Dat is vervelend. En ook de parkeerregeling. Er worden hier veel auto’s voor de deur weggesleept.
Welke verslaving heeft u?
Fruit! En dan vooral zacht fruit zoals bosbessen, bramen, frambozen en rode bessen. Ik kan nog veel noemen, vlierbessen en zwarte bessen maar die zijn niet het hele jaar door verkrijgbaar. Fruit eet ik de hele dag door. Ik experimenteer ook met vruchtensappen. Dan mix ik het fruit en probeer er iets lekkers van te maken. Ik maak het meestal ‘s ochtends en als ik het gedronken heb voel ik een hoge dosering vitamine C in mijn lichaam. Dan heb ik geen koffie meer nodig.
Wat zijn uw droomwensen?
Ik heb er nooit over nagedacht, maar nu je het mij zo vraagt kom ik tot de ontdekking dat ik het eigenlijk wel weet. Deze winkel, die ik samen met mijn broer heb, is mijn droomwens. De winkel waar ik vroeger voor mijn oma boodschappen ging halen is nu mijn eigen zaak. Ik sta er zelf in, het is mijn werk, en daarom realiseerde ik meniet dat dit mijn droomwens was. Maar het is wat ik altijd wilde hebben, een eigen zaak, een eigen winkel.