Inburgeren met De Pijp Krant
Wat heeft u gisteravond gegeten en hoe kwam u daaraan?
Masusa moksi alesi. Dat is gele rijst met gerookte kip, zoutvlees en vis. Dit keer ook met gerookte makreel en gedroogde garnalen. Het was een restje van de maaltijd die ik heb gemaakt voor de dagopvang van Surinaamse ouderen in Amsta, één van de activiteiten van Soso Lobi.
U woont al 32 jaar in De Pijp. Waar kwam u vandaan?
Uit Suriname. In 1979 kwam ik vanuit Paramaribo naar Amsterdam en woonde eerst in de Rustenburgerstraat en aan het Van der Helstplein voordat ik in mijn huidige woning kwam, waar ik nu alweer 22 jaar woon.
Wat is Soso Lobi?
Het is een vrijwilligersorganisatie die haar leden en donateurs maatschappelijk en emotioneel ondersteunt, en probeert hen zo prettig mogelijk oud te laten worden in hun eigen Surinaamse beleving. Als je ouder wordt is het belangrijk de dingen terug te halen die je hebben gemaakt tot wat je nu bent. We organiseren veel activiteiten. Binnenkort moederdag, één van onze hoogtepunten.
Wat doen jullie met moederdag?
Dan zetten we de moeders in het zonnetje. En ook de moeders die zelf geen kinderen hebben. Want je hoeft geen kinderen te hebben gebaard om toch een moeder te zijn. In Suriname komt het vaak voor dat vrouwen kinderen van familie of van de buren opvoeden. We noemen het kwekima, een kweekmoeder die je heeft helpen kweken. Een soort van pleegouderschap, zonder formele band, er komt geen instantie aan te pas. In een kleine samenleving waar je op elkaar was aangewezen kon dit ontstaan. Zeker bij grote gezinnen. Buiten de stad in Suriname zal het nog steeds zo zijn.
Wat is nou eigenlijk leuk aan De Pijp?
De diversiteit. En er gebeurt van alles. Het lijkt niet op een wijk, het is meer een stadje op zich en zo voelt het ook aan. Mijn kinderen wonen niet meer in De Pijp maar mijn dochter komt hier nog steeds haar boodschappen doen. Ze voelen zich nog steeds verbonden met de buurt.
Wat laat u uw bezoek zien van De Pijp?
Ik neem ze mee naar de hofjes in de Tellegenbuurt en dan zitten we bij de Jozef Israëlskade even aan het water. Daarna lopen we binnendoor terug naar de Albert Cuyp en ga ik met ze voor Tjin’s Toko op het bankje zitten. Daar heb ik al aardig wat besproken. Als die bank zou kunnen praten! Zoals anderen een stamkroeg hebben, zo ben ik daar. En soms gaan we van het bankje gewoon door naar de keuken. Want zo gaat dat bij Surinamers, de belangrijkste dingen worden in de keuken besproken.
Wat is uw favoriete plek in De Pijp?
Hier thuis voor de deur op het bankje. Daar heb ik met de buren onze ‘talk’ over van alles en nog wat. Het is mijn favoriete plek, gewoon voor mijn eigen deur.
Wat is beslist vervelend aan De Pijp?
Hondenpoep! Je kunt hier nooit als een trotse pauw rondlopen, want je moet steeds naar de grond kijken of je niet in de poep trapt. En ondanks de plastic zakjes en andere maatregelen is het er nog steeds. En de steeds grotere horeca-terrasjes. Je zult maar een rollator hebben of met een stok lopen. En dan ook nog al die fietsen op de stoep.
Welke verslaving heeft u?
Praten. Heel veel praten. Het is een verslaving. Ik werd vroeger wel de babbelbox genoemd. Ik merk de laatste tijd wel dat ik minder praat en sneller een punt zet. Ook als ik informatie doorgeef. En behalve praten bemoei ik me ook veel met zaken. Ik ben alert op alles wat er in de omgeving gebeurt. En als ik onrecht bespeur kan ik het niet laten om me ermee te bemoeien.
Wat zijn uw droomwensen?
Qualitytime voor mezelf, genieten van mijn kleinkinderen en ook helpen met de opvoeding. Maar niet teveel. Ik geniet van het omaschap, maar ik plan de kleinkinderen in mijn agenda en niet omgekeerd. Mijn hart ligt ook bij het ondersteunen en begeleiden van ouderen. Dat ga ik na het overdragen van het voorzitterschap van Soso Lobi binnen de vereniging voortzetten. Uiteindelijk is oud worden ieders toekomst en ik hoop het zelf ook nog mee te maken.