Hospice Veerhuis: laatste rust in de drukke Pijp

Wies met de was

In een van de twee doodlopende straten in De Pijp bevindt zich Hospice Veerhuis. Daar kunnen mensen die hun leven binnenkort eindig weten op een waardige manier sterven. Weinig bewoners van De Pijp hebben weet van dat hospice, met een prachtige tuin, midden in een woonblok. Behalve de direct omwonenden: zij applaudisseerden in coronatijd voor de verzorgers in het hospice. We spraken met Marius Gort en Marianne Nieuwenhuis, coördinatoren en verpleegkundigen. Over waarom iemand zou kiezen voor een hospice, dit hospice, om zich op het onafwendbare voor te bereiden en meer. We spraken ook met vrijwilliger Wies.

“Sommige mensen kiezen voor een hospice omdat het thuis niet valt te organiseren”, zegt Marianne. “Met twee kleine kinderen bijvoorbeeld. Of omdat er geen ruimte is voor speciale aanpassingen.

Het is hier heel kleinschalig, we hebben maar vier kamers, elk met een eigen doucheruimte. En er is een gezamenlijke huiskamer en keuken. Het is een bijnathuis voor de bewoners. Wie hier komt mag de kamer inrichten zoals die wil. Een huisdier meebrengen kan ook. De meeste mensen nemen niet zo veel mee. We bieden huiselijkheid en aandacht en de mogelijkheid voor familie en bewoners om samen met ons de zorg in te richten. We hebben veel vrijwilligers. Dat maakt het anders dan bijvoorbeeld in een verpleeghuis. De geplande zorg die professionals bieden is heel belangrijk, maar niet alles kun je plannen. Als je een plas moet doen... Louter professionele zorg is toch geldgedreven, terwijl wij juist zorggedreven zijn. Het gaat vaak om kleine dingen, zoals ontbijten met een bloemetje op tafel. Ook wij hebben natuurlijk last van het personeelsgebrek in de (thuis)zorg, maar we kunnen steeds de juiste mensen aan ons binden. We bieden de vrijwilligers trainingen en workshops. En de nodige ondersteuning in het verwerken van wat je hier meemaakt.”

Geen feest
“Het is echt geen feest om dood te gaan, maar wij maken de ruimte en de tijd om zo goed als maar mogelijk is te gaan”, zegt Marius “Er wordt hier geleefd met een intensiteit als nooit tevoren.

Het kan daarbij goed zijn doodgaan te zien als een avontuur waarin je beslissingen neemt, boos bent, ontkent, accepteert, onderzoekt, relaties herstelt, bewust afscheid neemt”, zegt Marius. “Maar waarin je ook lacht! Je sterft zoals je geleefd hebt. Wie niet avontuurlijk leeft zal ook niet avontuurlijk sterven. Zo kan iedereen bij ons zijn eigen keuzes maken en daarbij zullen we helpen. Euthanasie, bij voorbeeld, is bij ons bespreekbaar en mogelijk.”

“Iedereen kan hier komen, al is er soms een wachtlijst. De zorgverzekering vergoedt de reguliere zorgkosten zoals huisarts, thuiszorg, medicatie. Voor wie de eigen bijdrage voor de verblijfskosten niet kan opbrengen, hebben wij een fonds, van giften en donaties en soms een legaat.”

Intense band
Wies kwam elf jaar geleden als vrijwilliger bij Het Veerhuis werken. Naast haar baan bij de Postbank zocht zij naar vrijwilligerswerk dat haar meer verdieping in contact met mensen zou brengen. Na een aantal sterfgevallen in haar familie vond ze het bovendien vreemd dat ze van een sterfproces niets wist. Op zoek naar betekenisvol werk kwam ze zo bij Het Veerhuis.

Wies: “Je hebt hier een intense band met mensen, maar ook een heel specifieke. Het is voor de bewoners vaak heel prettig om een band te hebben met een onbekende. Dat maakt het vaak makkelijker om te praten over hoe je je voelt. Die behoefte is voor iedereen heel verschillend. Ik merk wel dat mensen met een klein netwerk er vaak meer behoefte aan hebben. De meeste gesprekken ontstaan spontaan. Bij de verzorging bijvoorbeeld, tijdens het eten of als ik de was opvouw.”

Goed luisteren
“Je moet als vrijwilliger goed afstemmen met de bewoners. Goed luisteren. Het sterven moet je bij de bewoner laten en geen onderdeel van jezelf laten worden. Je kunt zelf dan ook echt niet in de rouw zijn als je hier wil werken. Een behoorlijke dosis zelfreflectie helpt wel. Stilstaan bij hoe je je verhoudt tot het proces dat de bewoner doormaakt, zonder te oordelen. Iemand kan wel heel andere opvattingen erover hebben dan jij. Je kunt je ook heel ‘praktisch’ opstellen, een doener zijn. En geen vrijwilliger hier vraagt om dankbaarheid.”



Poezen

Poes bij bewoner in de kamer

In het tijdsbestek dat wij hadden vonden we geen bewoner bereid mee te doen aan een gesprek of op de foto te gaan. Daarvoor hebben we vanzelfsprekend alle begrip. Een bewoner wilde wél graag haar poezen op de foto. Dat zij haar poezen bij zich kan houden, is een voorbeeld van de werkwijze in Het Veerhuis. Elke bewoner kan er een eigen vertrouwde omgeving creëren.