Hakken in de wijk
Mevrouw Bottenberg: “Ik woon al zestig jaar in mijn huurhuis. Mijn huisbaas wil me er graag uit hebben, omdat hij van een nieuwe bewoner veel meer huur ontvangt. Ik word al jaren door de huurcommissie van het wijkcentrum geholpen om dit te verhinderen. Dat is toch echt fantastisch? Als het wijkcentrum straks weg is dan worden vooral vele oudere huurders zwaar getroffen. Wij kunnen geen dure advocaat betalen om te voorkomen dat onze huizen straks naar rijkeren gaan die uit het hele land kunnen komen. Het wijkcentrum is er voor de echte Pijpbewoners. Als het wijkcentrum sluit, wil ik zelfs in mijn rolstoel gaan demonstreren. Met stokken en spandoeken.”
Sandor Szabo: ‘Ik ben een betrokken ondernemer op de Albert Cuyp. Ik geloof dat het wijkcentrum een bindmiddel voor de buurt is. Als het centrum verdwijnt, betekent dat een versobering en verharding van de buurt. Sluiting heeft invloed op de leefbaarheid. De Pijp is een buurt met veel nationaliteiten en verscheidene inkomensgroepen. We moeten het allemaal met elkaar doen. Het wijkcentrum kan door zijn alertheid sociale problemen voorkomen of helpen oplossen. Het valt echt te hopen dat het stadsdeelbestuur tot inkeer komt.”
Sandra van Beek: “Een wijkcentrum is onmisbaar in de buurt. De Pijp verandert overal drastisch en zit nu in de uitverkoop. Dit zal goed zijn voor de economie, maar minder goed voor de sociale coherentie. Een wijkcentrum is daarom van groot belang. Wanneer het stadsbestuur enig zicht wil houden op wat er in de buurt leeft, is contact met het wijkcentrum efficiënter dan alles voor de burger onder één loket bergen. Bewoners moeten zelf hun wijk creëren en dit niet opgelegd krijgen door de politiek. En een geldvreter kan het wijkcentrum niet zijn, aangezien het voor het merendeel bemand wordt door vrijwilligers. Jan Schäfer, ooit een spil van wijkcentrum Ceintuur, heeft de Pijp niet behouden om dit te laten gebeuren.”
Juul: “Het wijkcentrum geeft de wijk een ziel. Je ontmoet er buurtbewoners. Het wijkcentrum zorgt voor samenhang in een tijd waarin het individualisme hoogtij viert. Het wijkcentrum draagt in belangrijke mate bij aan een leefbare buurt. Denk aan de aanleg van geveltuinen waardoor de buurt een stuk groener is geworden.”
Ellen: “Opheffen van wijkcentra is afbraak van de buurt. Wijkcentra zijn een verbindende schakel tussen bewoners, ondernemers en beleidsmakers van de buurt en een plek waar buurtculturen samenkomen.”
Erik: “Bij het wijkcentrum komen mensen aan die met hun problemen en angsten nooit bij het stadsbestuur durven aankloppen.”
André: “Dat zoveel mensen in Zuid zich voor hun wijk inzetten is heel goed en moet gekoesterd worden. Het is heel slecht voor de politiek als mensen gaan denken dat hun inzet voor de wijk of verzet tegen plannen voor de wijk geen zin meer heeft.”
Ted: “Het stadsdeel kan de taken van het wijkcentrum niet overnemen. Er is al zoveel afgebouwd. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.”
Brigitte: “Het gemeenschappelijke doel van de Pijp is leefbaarheid. Hiervoor zijn onderlinge contacten, sociale inzet en sociale controle nodig.”
Dhr. Parree: “Als de huren onder dit nieuwe kabinet straks rigoureus stijgen, is een steunpunt voor huurders meer dan ooit nodig.”
Wessel: “Het is beter om geld te besparen door de onzinnige aanleg van de Noord/Zuidlijn te staken en niet langer te investeren in de Zuidas. De kantoorgebouwen aan de Zuidas staan vaak al jaren voor meer dan 50 procent leeg. Oude politiek en gebrek aan visie voeren in Amsterdam nog steeds de boventoon.”
Cok: “Het opheffen van wijkcentra is tegenstrijdig met het idee om het bestuur dichter bij de inwoners te brengen. Moet participatie van buurtbewoners nu een ondergeschoven kindje worden? Wat denkt het stadsdeelbestuur hiermee te bereiken?”
Dhr of mw. Van Zutphen: ”Wijkcentra zijn van levensbelang voor de stad en onze buurt. Zaagt u toch de tak niet af waar wij allen op zitten: vertrouwen in een welwillende overheid.”
José: “Het stadsbestuur heeft geen idee wat de gevolgen van de bezuinigingen zijn. Het kostenplaatje om de buurten te verbeteren stijgt straks hard zonder de inzet van vaak vrijwilligers.”
Ineke: “Van stadsbestuurders verwacht je betrokkenheid bij het wel en wee van onze buurt en voor de bewoners. Maar daar lijkt het nu niet op.”
Mevr. Barnhart: ”De stadsdeelloketten zijn ver weg en moeilijk bereikbaar. Er staan lange rijen. Het is onmogelijk dat ambtenaren het werk van de wijkcentra over kunnen nemen.”
Peter: “Er bestaat geen (grond)wettelijke plicht tot het openhouden en blijven faciliteren van wijkcentra, maar een principiële en democratische plicht is er zeker wel.”
Mario: ”Het afbreken van wijkcentra vind ik een slecht signaal om buurtcohesie en samenleven in de buurt in stand te houden. Afbraak leidt tot verschraling en verruwing.”
Willie: “Buurtwerk is investeren in de toekomst. Er gaat een preventieve werking van uit. Door nu zo rigoureus te hakken, moet je over vijf of tien jaar weer fors investeren in de sociale structuur van de wijk, omdat er allemaal problemen ontstaan die we goedkoper hadden kunnen voorkomen.”
Carrie: “Het betrekken van mensen bij hun buurt is een voorwaarde voor het vergroten van de veiligheid en levendigheid van de buurt. Het wijkcentrum heeft hierbij een belangrijke functie.”
Monique: “Ik ben erg geschrokken van de plannen voor sluiting van het wijkcentrum Ceintuur. De burger heeft recht op laagdrempelige ondersteuning en persoonlijke feedback bij allerhande problemen. Het stadsdeel levert deze niet.”
Dhr. Viersma: “Opheffing van het wijkcentrum is voor bewoners die zich slecht kunnen uitspreken een ramp.”
De Pijp Krant en Wijkcentrum Ceintuur bedanken iedereen die zijn steun heeft betuigd.