“Eigenlijk ben ik een klassieke waardin”

Ernie Nauta

Ernie Nauta

Toen Ernie Nauta in 2004 naar een nieuwe ruimte zocht, liep ze binnen bij de luxe lingeriewinkel die toen aan de Ceintuurbaan nummer 181 gevestigd was. Het overlijden van de man van de eigenaresse noopte tot verkoop. Niet heel veel later opende Ernie er Ratatouille, een gastvrije en laagdrempelig uitspanning waar kan worden gegeten en waar gasten uit de buurt elkaar nog aan een stamtafel ontmoeten.

Voordat we met elkaar in gesprek gaan, zetten we de tafels en stoelen van het terras even buiten. Het koffieapparaat is stuk, maar Ernie heeft een reserveding waarmee ze koffie voor ons maakt. Dan steekt ze van wal.
“Er komen heel veel buren op bezoek hier. Ze komen aan de stamtafel zitten of vrijdagavond voor weinig geld eten aan de aanschuiftafel. Samen eten aan zo’n tafel is samen praten. Heel anders dan aan losse tafeltjes in een gewoon restaurant. En door samen te eten hier ontstaan nieuwe vriendschappen tussen mensen, die elkaar ook thuis voor het eten uitnodigen. Relaties ontstaan hier ook. Er vindt verbinding plaats die eenzaamheid kan opvangen. Bezoekers gaan meestal vrolijker weg dan ze kwamen. Het verschil met een kroeg is het huiskamerkarakter. En ja, iedereen kan zijn verhaal bij mij kwijt. Dat deden de studenten ook in de tijd dat ik een studentenkroeg had in de Roeterstraat. Eigenlijk ben ik een klassieke waardin. Ik ben bijna altijd hier aanwezig. Het is een combinatie van een huiskamer, een coffee company en een klassieke kroeg. De meeste mensen die hier komen zijn boven de vijftig, maar er komen ook steeds meer jongere gasten.”

“Het caféleven is meer afgebakend geworden. Er zijn veel hippe tenten voor jongeren, maar voor ouderen is er minder te doen. Bruine kroegen, waarin dat allemaal door elkaar loopt, zijn er steeds minder. Horeca is ook geen vak meer waarin de gastvrijheid centraal staat. Het stoort me niet echt dat ik vaak in het Engels wordt aangesproken, maar raar vind ik het wel. We zijn tenslotte in Nederland. Het is blijkbaar heel moeilijk om personeel te krijgen. Ik heb bijna geen personeel nodig, doe alles zelf. Er is wel een klusjesman. Die logeert regelmatig in het vakantiehuisje in Frankrijk van een buurvrouw. En we zorgen voor elkaars huisdieren als dat nodig is. En toen onze koordirigent en stamgast overleed was de nazit van de begrafenis ook hier. En dat gebeurt wel vaker. De buurtfunctie gaat ‘door de maag en de stamtafel’, ja!”

“Hier achterin wordt ook al een tijdje een soap opgenomen. Zeker acht buurtbewoners en stamgasten spelen erin mee. We hebben geen script. Metje Blaak, de regisseur, vertelt gewoon wat we moeten zeggen en doen. We zijn nu bezig met een kerstfilm, maar zonder klassiek kerstverhaal. “

“Op een avond zat er achterin, in de serre, een onbekende met een pistool voor zich op tafel. Dat pistool was echt en die onbekende was behoorlijk agressief. Ik dacht: jij moet hier heel snel wegwezen! Nou ja, in zo’n situatie denk ik eigenlijk niet na, ik dóe gewoon. Ik had toen nog een hond; een enorme mensenvriend, maar dat wist die man natuurlijk niet. Dus ik zeg: ‘Nu weg of ik laat de hond los – erúit!’. En hij ging. Ik belde de politie en ben hem nog achterna gelopen. Hij is opgepakt.”


Pijpelijntjes is de titel van de roman van Jacob Israëls de Haan, die zich afspeelt in De Pijp begin vorige eeuw. Het boek bracht de auteur in grote problemen, omdat het onverbloemd over een homoseksuele relatie gaat. De rubriek ‘Pijpelijntjes’ eert deze dappere vroegere Pijpbewoner met verhalen van en over even bijzondere Pijpbewoners nu.